SWE 4 Sociologie Week 1
Overzicht Hoorcollege 1 Hoorcollege 2 Hoorcollege 3 Hoofdstuk 1 + 2 definitie + invalshoeken Hoofdstuk 3 sociaal gedrag Hoorcollege 2 Hoofdstuk 3 roltheorie Hoofdstuk 4 socialisatie Hoorcollege 3 Hoofdstuk 6 cultuur Hoofdstuk 7 macht
Wat is sociologie? … de wetenschap die formuleert … wat iedereen …..al lang weet, …zodanig dat niemand het meer begrijpt (De Jager & Mok)
Maar… Gelukkige slaven zijn de grootste vijanden van de vrijheid…
De Papalagi: Vreemde mensen die telkens naar een metalen ding op hun pols kijken…altijd haasten zonder zichtbare redenen….bouwen hutten boven elkaar….kijken naar een platte glazen bol en doen dat uren lang….
16 miljoen Nederlanders? Je gaat om met een beperkte groep Je doet slechts bepaalde ervaringen op Je neemt selectief waar: *** Selectief openstaan Selectief onthouden Selectief reproduceren Je kunt niet anders dan alles bezien vanuit jouw referentiekader…
Objectieve wetenschap? Expliciet maken van opvattingen Feiten weergeven En toch partijdig: Westerse maatschappij Middenklasse Man Blank
Al lang weten? Menen te weten? Wat zijn oorzaken voor echtscheidingen? Wie drinkt het meest? Verband vrije tijd - leesgedrag?
Yavis-typen Young Attractive Verbal Intelligent Succesfull
Hound-typen Homely Old Unattractive Non-verbal Dumb
Doel sociologie (hoofdstuk 1) Sociologische verbeeldingskracht (Mills) Relativeren Relateren: verbanden zien Bewustzijn maatschappelijke bepaaldheid van gedrag Begrijpen van maatschappelijke problemen
Doel sociologie Zich bezighouden met de sleutelbegrippen van de franse Revolutie: Liberté Egalité Fraternité
Posities en rollen Er zijn toegewezen en verworven posities. Verwachtingen die men koestert ten aanzien van mensen in een bepaalde positie noemt men rollen. Rolspanning en rolconflict Rol-onderzoek (leary, Bateson e.v.a.)
Rolattributen ‘dingen’ die feitelijk horenbij je sociale (gewenste) positie>>>rol MER-student….een laptop Eigen baas….Mercedes HBOV-student?.....
alcoholisme Sociologisch bekeken… Psychologisch bekeken… Zien als imitatiegedrag… Zien als aangeleerd gedrag… Zien als economisch probleem… Zien als gezondheidsprobleem… Zien als ‘doorgeschoten’edicatie… Etc.
Soorten sociologie (1) Indeling in ‘objecten’ Algemene sociologie Onderwijssociologie Gezondheidssociologie Gezinssociologie Organisatiesociologie Godsdienstsociologie
** Referentiekader (hoofdstuk 2) “Persoonlijke kennis en verklaringen van en oordelen over de sociale werkelijkheid” oftewel “het geheel van waarden en normen op grond van jouw socialisatie”
Functies referentiekader Reduceren van de complexe werkelijkheid Selectieve waarneming Verschaft zelfvertrouwen Ordent de wereld naar binnen en buiten jou kader
Verandering referentiekader (extra) Bij indringende ervaringen Bij veranderende visies / inzichten Ontwikkelingen in de maatschappij Media
Sociaal gedrag (hoofdstuk 3) Interactie: Actie Reactie Betrokkenheid
De sociale situatie (hoofdstuk 3) Houding = vaste manier van : Denken veranderbaar Voelen slecht veranderbaar Reageren enigszins veranderbaar
Houding (hoofdstuk 3) Gevolg: selectieve waarneming: Voordelen: Focus & diepgang Reduceren complexiteit Nadelen: Vertekening van de werkelijkheid Waardeoordelen Wij-zij-denken
Houding (hoofdstuk 3) Uitingsvormen: Stigmatiseren (= een merkteken met een negatief onderscheidende functie) Stereotypering (= vaste beeld van een groep) Vooroordelen (= vaste manier van denken, voelen en handelen die de werkelijkheid vertekent)
Houding (hoofdstuk 3) Functie van vooroordelen en stigma’s: Ze geven richting aan je gedrag tegenover mensen met een ander ‘referentiekader’ Ze versterken de eenheid in de groep. Ze maken duidelijk welk gedrag van de ander verwacht wordt
Houding (hoofdstuk 3) Gevolgen: Misverstanden Verwarring subjectiviteit – objectiviteit Wij / zij-denken
Sociale situatie (hoofdstuk 3) Definitie van de situatie Self fulfilling prophecy (Merton) Self defeating prohecy