Koningsspelen groep 5-8
Er zijn 9 spelen. 18 teams. In elk team zitten 8 leerlingen Er zijn twee onderdelen waar de leerlingen een individuele prijs kunnen verdienen: Balgooien en Sprinten De andere 7 spelen zijn teamsporten. Alle punten tellen we bij elkaar op. De beste 3 teams krijgen een prijs. Er is ook een sportiviteitsprijs. Ook is er een spandoekprijs.De leerlingen maken met hun team nu een mooi spandoek met hun naam er op.
1 Stormbaan 2 teams doen een estafette over de survivalbaan. Ze starten naast elkaar. 1 leerling van elk team begint op het teken van de spelleider. Met de bal in de handen moet de leerling helemaal naar het einde en dan weer terug. De volgende mag pas als deze de bal in zijn handen heft. Als het hele groepje is geweest dan stil zitten. Tijd over ..nog een ronde. Schoenen uit!!
2 Balgooien Individueel onderdeel De leerlingen mogen 2x achter elkaar met de bal gooien. Groep 5-6 met de 2kg bal Groep 7-8 met de 3kg bal De verste afstand wordt genoteerd.
3 Funslang 5 leerlingen staan in de funslang. Het team dat als eerste terug is heeft een punt. Hierna gaan in ieder geval de 5 anderen in de funslang staan. Het team dat na 5 rondes de meeste punten heeft is de winnaar. De winnaar krijgt 10 punten en het andere team krijgt er 5. Tip: varieer in samenstelling van groepjes, iedereen moet aan de beurt komen. Let goed op het samenwerken voor de sportiviteitsprijs!
4 Belgisch voetbal We spelen 6:6. Zelf wisselen. Zorg dat iedereen evenveel aan de beurt komt. De doelen staan omgedraaid in het midden van het veld. Je mag achter het doel komen. Gaat de bal over de lijn dan is deze uit. De andere partij mag deze dan ingooien. Het team dat aan het eind van de ronde de meeste punten heeft, krijgt 10 punten en het andere team verdient 5 punten. Geen slidings en ook geen schouderduwen! Gelijkspel is 7 punten voor beide teams. Let op de sportiviteit!!
Dit is een individueel onderdeel! 5 Sprint Dit is een individueel onderdeel! De kinderen moeten zo snel mogelijk naar een pylon rennen, er omheen en weer terug. 2 leerlingen kunnen tegelijk rennen. Afstand begin en eindpunt circa 30 meter. De tijd van elke loper wordt op het formulier in honderdsten opgeschreven bv: 9.97 sec. Tijd over….dan nog een keer rennen, maar niet officieel!
6 Vliegend Tapijt 5 leerlingen staan op het tapijt. 2 leerlingen trekken aan het touw. De twee teams beginnen gelijk en het team dat als eerste aan de overkant is heeft een punt. Het team dat na 3 rondes de meeste punten heeft is de winnaar. De winnaar krijgt 10 punten en het andere team krijgt er 5. Tip: varieer in samenstelling van groepjes. Iedereen moet aan de beurt komen. Dit lukt alleen als je elkaar goed helpt en coacht! Sportiviteitspunten.
7 Knotshockey We spelen 6:6. Zelf wisselen. Zorg dat iedereen evenveel aan de beurt komt. Sla met de knots tegen de bal en probeer de bal in het andere goal te krijgen. Het team dat aan het eind van de ronde de meeste punten heeft, krijgt 10 punten en het andere team verdient 5 punten. Gelijkspel is 7 punten voor beide teams. De knots moet je met twee handen vasthouden. Als je de bal slaat dan mag je met de knots niet hoger dan je schouders komen. Komt de bal per ongeluk tegen je voet dan spelen we door. Je mag niet bewust tegen de bal schoppen. Houd de stok laag, onder je schouder. Gaat de bal over de lijn, dan mag de ander deze op de lijn leggen en de bal inslaan.
8 Reuzeskippy 4 leerlingen zitten op de skippybal. De leerlingen volgen het parcours, netjes om de dopjes heen totdat je weer terug bent. Het team dat als eerste terug is heeft een punt. Hierna gaan 4 anderen op de skippybal zitten en doen ook een race. Het team dat na 5 rondes de meeste punten heeft is de winnaar. Tip: varieer in samenstelling van groepjes. Iedereen moet aan de beurt komen. Denk aan de sportiviteitspunten
9 Eindvakbal We spelen 6:6. Zelf wisselen. De teams proberen door middel van overgooien de bal in het eindvak te vangen. Op het moment dat de bal in het eindvak wordt gevangen (bal mag tijdens laatste worp niet op de grond komen) heeft het team een punt. Er zijn 2 tweepersoonsbroeken. Van elk team hebben 2 kinderen deze broek aan. Het team dat aan het eind van de ronde de meeste punten heeft verdient 10 punten en het andere team verdient 5 punten. Gelijkspel is 7 punten voor beide teams. Heb je de bal in je handen dan mag je niet lopen, of zo snel mogelijk stilstaan. Niemand mag de bal uit je handen pakken of slaan. Bij het verdedigen moet de verdediger voldoende afstand houden. De speler moet de bal kunnen passen. Gaat de bal uit, zijlijn, achterlijn, dan krijgt het andere team de bal en mag deze ingooien. Je mag niet met je knieën op de grond komen, blijven staan om de bal te pakken.
Scoreformulier
Vragen nu of tijdens sportdag Vragen nu of tijdens sportdag??? Stel ze aan Meester Maarten of Juf Femke (sportdagcommissie) Veel plezier!!