BLOEMEN, ZADEN EN VRUCHTEN THEMA 7 BLOEMEN, ZADEN EN VRUCHTEN Witte lelie: kuisheid, zuiverheid, waardigheid. In de Oudheid was de lelie bij de Grieken en Romeinen het attribuut van godinnen, en de Romeinen gebruikten de bloem vanwege haar welriekendheid in kussens en dekens en de olie zelfs in hun badwater. De Romeinen, de Grieken en de Chinezen zagen de witte lelie als een symbool voor zuiverheid. De lelie speelde bij hen vooral een grote rol in verschillende mythen. Zo stelden de Grieken dat de lelie ontstaan is uit de moedermelk van hun godheid Hera, de koningin van hun goden. De Romeinen geloofden hetzelfde, maar kende de moedermelk aan een andere godheid toe, Juno. In dit thema leren we hoe de voortplanting van zaadplanten in z’n werk gaat. Bloemen, zaden en vruchten spelen hierbij een belangrijke rol.
De bouw van een bloem Bloemen zijn opgebouwd uit verschillende onderdelen Bloemkelk (kelkbladeren) Bloemkroon (kroonbladeren) Meeldraden - Helmdraad - Helmknop - Helmhokjes Stamper - Stempel - Stijl - Vruchtbeginsel - Zaadbeginsel(s)
De bloemkelk Kelkbladeren Meestal groen Functie: beschermen van de bloem in de knop tegen uitdroging en kou.
De bloemkroon Kroonbladeren Vaak groot en opvallend gekleurd Soms klein en groen Functie: insecten lokken (alleen als ze opvallend gekleurd zijn)
Meeldraden Mannelijk voortplantingsorgaan Bestaat uit: - Helmdraad - Helmknop (bestaat weer uit helmhokjes) Functie: vormen van stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen)
Stamper Vrouwelijk voortplantingsorgaan Bestaat uit: - Stempel - Stijl - Vruchtbeginsel (met daarin zaadbeginsels) Functie: vormen van eicellen (vrouwelijke geslachtscellen) In elk zaadbeginsel ontstaat één eicel met kern
Nectar Zoet sap Lokt insecten Bijen maken er honing van