Factoren die weer en klimaat beïnvloeden Hier verwacht ik een aanknoping dat lln prikkelt en daarna komt de titel van de les
Stand van de zon - Seizoen - Tijdstip van de dag - Afstand tot de evenaar 2. Hoogteligging - Temperatuur - Neerslag 3. Nabijheid van de zee 4. Zeestromingen 5. Windrichting
1 STAND VAN DE ZON Hoe kan je met beelden nog veel sterker werken om tot deze associatie te komen? Ga hierin veel verder. Schaduweffect kan ev. ook klik geven bij lln.
1.1 Seizoenen Vervolledig de titel en bewerk deze figuur met vaststellingen. Ook hier kan je deze moeilijke figuur illusteren met extra’s. Zoek vbn. op internet voor de maand maart om de verschillen te illustreren. Wat moeten lln precies inzien? Help hen om te komen tot die conclusie.
Stand van de zon - Seizoen - Tijdstip van de dag - Afstand tot de evenaar 2. Hoogteligging - Temperatuur - Neerslag 3. Nabijheid van de zee 4. Zeestromingen 5. Windrichting
1.2 Tijdstip van de dag http://www.schoolbordportaal.nl/files_sb/programma-flash-246/stand-van-de-zon-swf.html Hier wil je komen tot de conclusie dat het tijdstip van de dag de temperatuur bepaalt. Ook hier moet je een langere aanloop nemen vooraleer je tot deze figuur komt. Concretiseer met temperatuurwaarden die je voor verschillende plaatsen vindt op internet. Zo komen lln tot de conclusie dat overal op de wereld het op de middag de hoogste temperaturen zijn. Voor de verklaring kan je gebruik maken van een beeld van het beschenen oppervlak met een zaklamp of het zelf uitvoeren en de lichtbundel afbakenen op het bord.
Stand van de zon - Seizoen - Tijdstip van de dag - Afstand tot de evenaar 2. Hoogteligging - Temperatuur - Neerslag 3. Nabijheid van de zee 4. Zeestromingen 5. Windrichting
1.3 Afstand tot de evenaar
Bewerk deze slide met pijltjes
Stand van de zon - Seizoen - Tijdstip van de dag - Afstand tot de evenaar 2. Hoogteligging - Temperatuur - Neerslag 3. Nabijheid van de zee 4. Zeestromingen 5. Windrichting
2 HOOGTELIGGING
2.1 Temperatuur De titel moet vervolledigd worden. Dia 8 en 9 moeten gecombineerd worden. Pas zo maken lln ook associaties. Verknip de twee klimatogrammen en rangschik deze bij dit beeld. Denk na over de lay-out van een slide.
Stand van de zon - Seizoen - Tijdstip van de dag - Afstand tot de evenaar 2. Hoogteligging - Temperatuur - Neerslag 3. Nabijheid van de zee 4. Zeestromingen 5. Windrichting
2.2 Neerslag Zorg voor een sprekende titel bij de slide. In feite zou je deze figuur moeten opbouwen. De eerste enkel met de thermometers. De overlay van de 2de dia ‘één grote pijl met de windrichting van over zee. En dan pas de volledige figuur. Als je een video vindt kan je dit nog beter illustreren. Zorg ook hier dat je heel goed kan concretiseren met vb. dat je condensatie krijgt als de lucht beladen met waterdamp afkoelt.
Stijgingsregens
Stand van de zon - Seizoen - Tijdstip van de dag - Afstand tot de evenaar 2. Hoogteligging - Temperatuur - Neerslag 3. Nabijheid van de zee 4. Zeestromingen 5. Windrichting
3 NABIJHEID VAN DE ZEE Hier mis ik de combinatie van kaart en klimatogram. Zo help je lln om de associatie te maken. Verknip deze bron en zoek een kaart. Verbindt met pijltjes. Zorg voor een overzichtelijke lay-out van de slide.
Stand van de zon - Seizoen - Tijdstip van de dag - Afstand tot de evenaar 2. Hoogteligging - Temperatuur - Neerslag 3. Nabijheid van de zee 4. Zeestromingen 5. Windrichting
4 INVLOED VAN DE ZEESTROMING Titel moet in het meervoud. Ik mis hier concretisering. Vertrek vanuit vbn van temperatuurwaarden en de verschillen op eenzelfde breedteligging. Laat de kaart van slide 6 nog eens terugkomen. Zo zie je wat normaal is toch afwijkingen geeft omwille van de zeestromingen.
Stand van de zon - Seizoen - Tijdstip van de dag - Afstand tot de evenaar 2. Hoogteligging - Temperatuur - Neerslag 3. Nabijheid van de zee 4. Zeestromingen 5. Windrichting
5 OVERHEERSENDE WINDRICHTING Bewerk deze slide tot iets interactiefs dat verband houdt met het lesonderwerp. Hierna wordt op deze vaststelling verder gewerkt. Dit is dus niet de laatste dia.
Welke factoren beïnvloeden het weer en het klimaat? Maak even een schema per twee.