Middeleeuwen van 500 CA.-1500 CA. Lukas en Julien.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

België Onze geschiedenis.
Afbeelding: Vorstendom (Rijnland-Palts)
Samenleving en cultuur
Een speurtocht door een middeleeuwse handelsstad
Beelden storm.
Tijdvak: Steden en Staten
Het oude Egypte lauren.
4.1 De Pruikentijd.
Machtige heren, halfvrije boeren
Paragraaf 4.2 Vorige les: de opkomst van steden
GULDENSPORENSLAG 11 juli 1302.
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Hoofdstuk 1, §3 … de antwoorden
1.5 De christelijke kerk in West-Europa valt uiteen
Les 6 – De Bevolking.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
MIDDELEEUWEN DOOR ELISA EN XAVIER Dag juf en klasgenootjes
De Romeinse samenleving
Renaissance en opstand
Machtige heren, halfvrije boeren
Aantekeningen en afbeeldingen.
Hoofdstuk 4: Industriële revolutie.
Een reis door de geschiedenis van Cuijk en de kerkdorpen:
Tijd van burchten en steden
BRUGGE: STAD IN DE MIDDELEEUWEN
Vroege middeleeuwen tot 1000 Late middeleeuwen tot 1500
Burgerlijke letterkunde
Steden monniken, ridders, steden & staten
Middeleeuwen De antwoorden in deze powerpoint komen van (naam en klas invullen a.u.b.)
Hoofdstuk 3: De Middeleeuwse standensamenleving
Geisha en samoerai Quiz Japanmuseum SieboldHuis. Vraag 1 Hoe eet men in Japan? A – Met hun handen B – Met stokjes C – Met mes en vork.
Geisha en samoerai Quiz
Gemaakt door : Jaimy, Lennart, Daan en Dylano
Literatuur in de middeleeuwen.
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
Wat de Nederlandse Opstand is
DE LATE MIDDELEEUWEN De opkomst van handel en ambacht die de basis lede voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
De late middeleeuwen, 900 – 1600.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Machtsstrijd in tijden van crisis
Geisha en samoerai Quiz Japanmuseum SieboldHuis. Vraag 1 Waarom had Siebold schilder Kawahara Keiga in dienst? A – Voor de gezelligheid B – Om voor Siebold.
Wat moet je weten aan het eind van de les
De Nederlanden waren rijk aan het einde van Middeleeuwen
M. GIMBRERE Tijd van burgers en stoommachines,
de tijd van burgers en stoommachines
Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18de eeuw
Een Christelijke samenleving
Geschiedeniswerkplaats 1KGT
Het Kapitalisme Handelskapitalisme Oostzeevaart VOC/WIC
DE IJVERIGE GROEP Mohamed, Mohamed, Haydar, Rashmita en Nisrine.
De Griekse wereld.  Griekenland was niet één centraal geregeerd rijk maar bestond uit verschillende stadstaten (poleis); zelfstandige staten bestaand.
Leven in een middeleeuwse stad
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
Tijd van steden en staten
H3.1 Hofstelsel en Horigheid
H2 Pruiken en revoluties§2.3 Revolutie in Frankrijk Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18 de eeuw en waarom waren zij ontevreden? Waarom.
Revoluties in Europa.
Les 1: de middeleeuwse stad
GULDENSPORENSLAG 11 juli 1302.
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Renaissance en Opstand
Ontdekkers en Hervormers
De tijden..
Steden en kruistochten
Dingen die we weten uit de tijd van ridders en jonkvrouwen …
Semantisatieverhaal: Mijn zoon heeft een hekel aan afwassen
Transcript van de presentatie:

Middeleeuwen van 500 CA.-1500 CA. Lukas en Julien

Wat deden ze? Ze kopen en verkopen. De grondstoffen verwerken.

Beroepen Vrachtvoerder: slee Kraanman: kraan Smid: aambeeld Brouwers: tonnen Boeren: ploeg Een slee waar op men vracht op legden het werd getrokken door mensen en dieren

Welken groepen? Handelaars: verschillen in de stad: gilden Ambachtslui: verschillen in de stad: ambachten Handelaars kopen en verkopen, ambachten verwerkte de grondstoffen

guldensporenslag Wanneer ?: 11 juli 1302 Waarom ?: de Franse wouden meer grond en trokken naar België op 11 juli begon de strijd de Franse verloren en trokken terug. Het Franse leger trok rond juni 1302 naar het graafschap Vlaanderen om de slachting in Brugge te wreken en Vlaanderen weer onder Franse controle te brengen. Het Franse leger bestond uit 2500 man adellijke cavalerie, 1000 kruisboogschutters, 2000 piekeniers en 3000 andere soldaten, in totaal 8500 man met krijgservaring en zware wapens. Het stond onder de leiding van Robert II van Artois. Op 8 juli arriveerden ze bij Kortrijk. Rond de middag van 11 juli begon de strijd. Eerst werden er van beide zijden pijlen afgeschoten. De Vlaamse boogschutters raakten echter snel door hun voorraad pijlen heen. Het Franse voetvolk rukte op en stak de beide beken over. Omdat dit de aanval van de ruiterij zou bemoeilijken en de ridders te paard het graag zelf wilden doen werd het voetvolk echter teruggetrokken. Onmiddellijk vielen de Franse ridders aan.

benadeeld Boeren Ze verkochten hun planten. Stedelingen: handelaars: ze kopen en verkopen. Ambachtslui: de grondstoffen verwerken

bevoorrecht 1ste stand: geestelijken: waren geleerden, kunstenaars, maar ook gewone burgers . 2de stand: mensen van adel: je moest wel een man van adel zijn om ridder te worden omdat dat veel geld koste.

Kleding Er was een duidelijk verschil in de arme en de rijke de arme maaktten hun kleding zelf en de rijke lieten da voor hun doen.

kleding Er was een duidelijk verschil bij de arme en de rijke in de middelleeuwen de rijke konden zich een harnas permitteren.

Dit was het dan Zijn er noch vragen? Hopelijk vonden jullie het leuk EINDE