De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
HET HISTORISCH REFERENTIEKADER
Advertisements

OUDHEID NAAR MIDDELEEUWEN OUDHEID NAAR MIDDELEEUWEN hoorcollege collegejaar , 1ste semester cursuscode 5772HOG01H.
1. Epigrafie van de oudheid
De oude Grieken Auteurs: Arzo en Nils.
De tijd van Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
Jagen & verzamelen Hoofdstuk 1.1.
De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor
Hoofdstuk 1 De grote lijn..
Omgaan met geschiedenis
Neanderthaler in de kou
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 2: Het Ontstaan.
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 3: Mesopotamië:
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 2: Van.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 4: Griekenland,
De tijd van Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 1: Germanen
Les 11: De Kretenzische cultuur (3500v.C.-1400v.C.)
De middellandse zeevolkeren tussen 3000 en 1000 v.C.
Griekse geschiedenis.
1.2 Mesopotamie.
1.2 De eerste beschavingen Mesopotamie en Egypte.
Paragraaf 1 In Athene wordt de democratie ingevoerd.
Geschiedenis = het doen en denken van mensen in het verleden.
1 opdracht 2 a. Ze was koningin van Egypte (51-30 v. Chr.). b. Sinds de verovering van Egypte door Alexander de Grote (332) maakte Egypte deel uit van.
OUDHEID NAAR MIDDELEEUWEN OUDHEID NAAR MIDDELEEUWEN hoorcollege collegejaar , 1ste semester cursuscode 5772HOG01H.
De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor
OUDHEID NAAR MIDDELEEUWEN OUDHEID NAAR MIDDELEEUWEN hoorcollege collegejaar , 1ste semester cursuscode 5772HOG01H.
De argrarische revolutie
Geschiedenis.
Hiërogliefen.
Het ochtendgloren van de Griekse beschaving
Bronnen Wat is een bron? Een bron vertelt ons iets over het verleden.
1 Jongerenwerkgroep voor Sterrenkunde OK t/m 29 juli 2005 Niet-Egyptische pyramides.
H1 Prehistorie Jagers en boeren.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
Situering in tijd en ruimte
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
Geschiedenis Mevr. Liefting
Van Australopithecus tot Homo sapiens
De tijd van Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
HET ONTSTAAN VAN LANDBOUW EN LANDBOUWSAMENLEVINGEN
Terugkoppeling vorige les. Uitleg met opdracht. Filmpje met opdracht.
VOGGP- opdracht bespreken. Uitleg. Opdrachten. Filmpje Crash Course.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok I F.G. Naerebout.
De Griekse wereld.  Griekenland was niet één centraal geregeerd rijk maar bestond uit verschillende stadstaten (poleis); zelfstandige staten bestaand.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok II F.G. Naerebout.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok II F.G. Naerebout.
H1.1 De agrarische revolutie
Jagers verzamelaars Jagers-verzamelaars trekken Europa in
Griekse geschiedenis.
(Pre-) Historie Wat is wat? Een gelijktijdig begin?
Hellas, bakermat van de Europese Beschaving minoische en myceense tijd donkere eeuwen archaische periode Klassieke tijd.
> Begin geschiedenis + wereldzones Drempel8 Modern
Tijdvak 1 Jagers en boeren de levenswijze van jagers-verzamelaars
< landbouwrevolutie 7.1 < toetsbesperking
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 6: Het Ontstaan.
Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
Romulus sticht Rome in 754 v. Chr.
Transcript van de presentatie:

De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor Begeleiding semester I blok I F.G. Naerebout GLTC/OCMW Maandag 9:00-11:00 Vriesh 2/002

rooster 20 september: tot pagina 100: alles vóór Archaïsch Griekenland, prehistorie – 750 v.C. 27 september: pp.100-161: 750 – 500 v.C. 4 oktober: GEEN college 11 oktober: pp.100-161, 165-227: 750 – 500 v.C. en 500 – 338 v.C. 18 oktober: pp.165-227: 500 – 338 v.C.

Bron: Wikipedia Dateringen: Internat. Commission on Stratigrafy Jaren B.P. (x 1000.000) Ruimere context: zie Wikipedia, trefwoord Fanerozoicum

100-60.000 jaar B.P.: de moderne mens verspreidt zich vanuit Afrika 7-5 miljoen jaar B.P.: ontstaan van mensachtigen (einde Mioceen/begin Plioceen) 2,4-2,3 miljoen jaar B.P.: genus homo: de mens. Verschijnt ongeveer gelijk met het begin van het Kwartair en Pleistoceen. 200.000 jaar B.P.: homo sapiens 100-60.000 jaar B.P.: de moderne mens verspreidt zich vanuit Afrika 25-24.000 jaar B.P.: uitsterven van de homo Neanderthalensis 12.000 jaar B.P. (10.000 v.C.): einde van het Pleistoceen, begin Holoceen, einde laatste Pleistocene glaciaal In archeologische termen (gebaseerd op werktuiggebruik) behoort het grootste deel van de mensheidsgeschiedenis tot het Paleolithicum, de Oude Steentijd. Op de overgang naar het Holoceen begint het Mesolithicum, de Midden-Steentijd, die op een gegeven moment (afhankelijk van de plaats) overgaat in het Neolithicum, de Nieuwe Steentijd X B.P. = X before present = X + 2010

Neolithicum Neolitische revolutie & secondary products revolution NB: evoluties Diffusie / zelfstandige ontwikkeling 10.000-3500 v.C. Sedentisme ( nomadisme) Domesticatie van planten en dieren  landbouw/tuinbouw Gepolijste werktuigen Aardewerk Zuivelbereiding, textielfabricage, trek-, rij- en lastdieren Eerste metallurgie

3000 v.C. Vroege staten en steden Vruchtbare Halve Maan Mesopotamië: Soemer Egypte NB: centrum-periferie Migraties: Semieten (Akkad); Indo-Europeanen Brons  Bronstijd NB: 3-perioden-systeem: steen, brons, ijzer Opnieuw: diffusie (en autonome ontwikkelingen) Schrift: cuneïform (spijkerschrift) hiërogliefen

Prehistorie  historie Vanaf het moment dat geschreven wordt (protohistorie?), of vanaf het moment dat dat in aanmerkelijke mate gebeurt, en ‘historische informatie’ wordt opgeschreven? Bronnen: primaat van geschreven bronnen Extern geheugen

2400 v.C. Mesopotaamse hegemonieën Oeroek; Rijk van Sargon van Akkad; Oer 2000 v.C. Komst van de Amorieten Einde Soemer en opkomst van Babylon Begin van geschiedschrijving in Mesopotamië Begin van Minoïsche bloeiperiode; Helladisch Komst van Grieken en van Italische volken 1700 v.C. Babylon: Hammurabi: wetscodificatie

1600-1000

1600 v.C Santorini/Thera/Thira Opkomst van nieuwe machtsblokken Elam, Assyrië, Mitanni, Hittieten-rijk Griekenland: Mycene 1500 v.C. Einde Indusbeschaving Opbloei van China: Shang; Chinees schrift: karakters Grieken op Kreta: Lineair B Egypte expansief in Nabije Oosten: Nieuwe Rijk

1200 v.C. Ondergang Late Bronstijd-bestel, migraties Val van het Hittietenrijk, invallen door de Zeevolken, binnendringen van Arameeën in Mesopotamië en Nabije Oosten, begin van het einde voor Myceens Griekenland 1100 v.C. China: Zhou 1000 v.C. Successor states: Neo-Hittieten, Frygiers Ontstaan van het alfabet-schrift 900 v.C. Opkomst van Assyrië als grootmacht In het Nabije Oosten: Fenicië, Filistijnen, Israel, Juda

750 v.C. Griekse renaissance: Archaïsch Griekenland Contacten met Nabije Oosten, Egypte: vele ontleningen, waaronder het alfabetschrift Assyrische expansie 722 Israel vernietigd, 670 Egypte veroverd 612 v.C. Val van Niniveh; Nieuw-Babylonisch rijk; Neboekadnessar 587 inname Jerusalem, einde van Juda – Babylonische ballingschap 550 v.C. Iran: de Meden verdrongen door de Perzen Perzische veroveringen: 545 Lydië, 539 Babylon, 525 Egypte

De Griekse wereld van Homeros? GRIEKENLAND Dark Age 1000-750 De Griekse wereld van Homeros? Migraties: Doriërs; oversteek naar Klein-Azië; Cyprus Archaïsch Griekenland 750-500 Ex oriente lux  o.m. alfabetschrift Polis, poleis burgerschap / aristocratie / turannis Bevolkingsgroei en ‘kolonisatie’ Het Dorische model

Expansieve Griekse wereld tussen: Italische volken & Etrusken Karthago Het Perzische Rijk  500 Ionische Opstand 490/480 Perzische Oorlogen 480 Himera 474 Kumē

ATHENE Rome 620 Drakōn ca 600 Etruskisch 590 Solōn 550 Peisistratos 510 Verdrijving van Hippias 510 Einde van de Koningstijd Kleisthenēs Republiek