VWO Hoofdstuk 16 Stereochemie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Soorten bindingen Verschillende atomen trekken met een verschillende kracht aan de elektronen van de bindingen. Dit verschijnsel wordt electronegativiteit.
Advertisements

Weten jullie nog wat dit is?
5. Modellen voor atoombouw
Het atoom Natuurwetenschappen T4 - Marc Beddegenoodts, Sonja De Craemer - Uitgeverij De Boeck.
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
Bouw van atomen & ionen Klas 4.
Toepassen van Wetenschap
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Rutherford en meer van die geleerde mannen....
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
Het begrip isomerie in organische chemie
I.1 Inleiding Waarom : Elk levend wezen bestaat uit organische verbindingen: Haar, huid, spieren: proteïnen Genetisch materiaal: DNA Geneesmiddelen: (aspirine)
Polariteit scheikundeblok.
Voeding koolstof chemie
Hoofdstuk 4 Zouten.
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
Alkanen en alkenen Koolstofchemie Klas 4.
Verbindingen Klas 4.
Karakteristieke groepen
De algemene molecuulformule van een alkaan is:
Isomerie Identiek ! ©BEN.
De algemene molecuulformule van een alkaan is:
additiepolymeer vs condensatiepolymeer
Start scheikunde havo 4 .
Elektrische verschijnselen
Structuur van de stof.
Elektriciteit 1 Basisteksten
Isomerie overzicht.
Biologie makkelijk? QF8&NR=1 QF8&NR=1 Nee dus, je kunt het heeeeel ingewikkeld.
1.2 Het atoommodel.
9.2 Alkanen en alkenen 4T Nask2 9 Koolstofchemie.
Soorten bindingen Verschillende atomen trekken met een verschillende kracht aan de elektronen van de bindingen. Dit verschijnsel wordt electronegativiteit.
In de notities van iedere dia staan de achtergrondinformatie behorende bij de dia en bronnen van bijvoorbeeld figuren weergegeven. Navigatie: Alchemist.
Auteur: Hans Op het Roodt – naSK2 - docent
Ruimtelijke structuur
Scheikunde Chemie overal
Molecuulbouw en stofeigenschappen
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
Scheikunde 4 W&L.
Stereo chemie.
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Naamgeving koolwaterstoffen
Ionogene bindingen Chpt 6.
Covalente Bindingen en
Periodiciteit en de Structuur van Atomen
Lewis structuren VSEPR model
Koolwaterstoffen Alkanen Algemene formule CnH2n+2 Methaan CH4
Overzicht lesstof toets 2. Inhoud Hoofdstuk 5: Atoombouw Hoofdstuk 6: Atoom- en Molecuulmassa Hoofdstuk 7: Chemische binding Hoofdstuk 8: Rekenen met.
Koolstofchemie AARDOLIE.
Reactiemechanismen Nova VWO 5 Hoofdstuk 10.
INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE.
Naamgeving koolwaterstoffen
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
Covalente binding Waterstof atoom atoomnummer 1 1 proton 1 elektron.
Week 1 Hoofdstuk 7.2.
Cis trans isomerie Spiegelbeeld isomerie
Doorstroom Scheikunde les 1
Week 2 Hoofdstuk 7.2.
Atoommodel.
Ruimtelijke structuur
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
Week 3 Hoofdstuk 7.3.
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
Cis trans isomerie Spiegelbeeld isomerie
Ruimtelijke structuur
Naamgeving koolwaterstoffen
Naamgeving koolwaterstoffen
Transcript van de presentatie:

VWO Hoofdstuk 16 Stereochemie “Hoe zien moleculen er in 3D uit?” § 16.1 Ruimtelijke structuren § 16.2 Cis-transisomerie § 16.4 Asymmetrisch C-atoom “Wat is het gevolg van die 3D-structuur?” § 16.3 Optische activiteit § 16.5 Reactiemechanismen

VWO Hoofdstuk 16 Stereochemie Tips vooraf: Verdiep jezelf tijdens hoofdstuk 16 ook in hoofdstuk 12, want we hebben het vooral over organische moleculen (koolstofverbindingen) Tentamen januari/februari: H12 + H16 - Waarom focus op koolstofverbindingen? Rol van ruimtelijke structuur is belangrijk in levende wezens, bijvoorbeeld enzym-substraatwerking (“sleutel moet ruimtelijk in het slot passen”)

§ 16.1 Ruimtelijke structuren Atoombouw: model Rutherford (1911) Positieve kern, wolk van negatieve elektronen (let op: het neutron werd pas in 1932 ontdekt!)

§ 16.1 Ruimtelijke structuren Modellen van andere natuurkundigen: Bohr (1913): Er zit structuur in de elektronenwolk; Elektronen zitten in schillen (“planetenbanen”) rondom de kern ne schil: 2n2 elektronen - schil 1: n = 1 → 2 elektronen - schil 2: n = 2 → 8 elektronen - schil 3: n = 3 → 18 elektronen ELEKTRONEN KOMEN ALTIJD IN PAREN VOOR Schrödinger (1926) ingewikkeld en mooi/leuk, ga maar scheikunde studeren 

§ 16.1 Ruimtelijke structuren VSEPR-model buitenste schil = valentieschil elektronen in buitenste schil: valentie-elektronen elektronen: zitten in atoombindingen of vrije elektronenparen Elektronenparen (zowel bindend als vrij) stoten elkaar af en bepalen zo ruimtelijke bouw (hoeken) in molecuul

§ 16.1 Ruimtelijke structuren Bijv. C in CH4: C heeft 6 elektronen: 2 in eerste schil, 4 in valentieschil covalentie C is 4, dus valentie-elektronen zitten allemaal in atoombindingen C-H, dus geen vrije elektronenparen deze vier elektronenparen (bindingen, “streepjes”) stoten elkaar maximaal af. Gevolg: tetraëder met hoeken 109,5º

§ 16.1 Ruimtelijke structuren Bijv. O in H2O: O heeft 8 elektronen: 2 in eerste schil, 6 in valentieschil covalentie O is 2, dus 2 valentie-elektronen zitten in atoombindingen O-H, dus 2 vrije elektronenparen O wordt omringd door 4 elektronenparen (2 bindingen en 2 vrije elektronenparen) deze vier elektronenparen (“streepjes”) stoten elkaar maximaal af. Gevolg: tetraëder met hoeken 109,5º

§ 16.1 Ruimtelijke structuren Bijv. C in C2H4 (etheen): C heeft 6 elektronen: 2 in eerste schil, 4 in valentieschil covalentie C is 4, dus valentie-elektronen zitten allemaal in atoombindingen C-H of C=C, dus geen vrije elektronenparen C=C “zit vast” (streepjes staan parallel, “geen” afstoting) maximale afstoting C-H en C-H en C=C levert hoeken van 120º

§ 16.1 Ruimtelijke structuren Opdracht: ga zelf na hoe een NH3-molecuul er ruimtelijk uitziet (hint: kijk naar omringing rondom het N-atoom)

§ 16.1 Ruimtelijke structuren VSEPR-model: Valence Shell Electron Pair Repulsion-model Onthouden als belangrijkste conclusies: rondom C met 4-omringing: tetraëder (109,5º) en tekenen ruimtelijke stand met rondom C met 3-omringing: vlak (120º), bijv. H2C=CH2 rondom C met 2-omringing: vlak (180º), bijv. H-C≡C-H

§ 16.1 Ruimtelijke structuren Tekentips met 1. “basis” = methaan 2. één C als “highlight”: voorbeeld middelste C in propaan

§ 16.1 Ruimtelijke structuren Tekentips met 3. Etheen bijvoorbeeld als

§ 16.2 Cis-transisomerie Enkele C-C-binding: vrij draaibaar

§ 16.2 Cis-transisomerie Dubbele C=C-binding: starre binding geen vrije draaibaarheid

§ 16.2 Cis-transisomerie Bij starre bindingen treedt cis-transisomerie op Centrale vraag (aldoor): kun je het molecuul zo draaien of manipuleren, dat je ‘m over de ander heen kunt leggen? Ja? Dan identiek molecuul! Nee? Dan een isomeer!

§ 16.2 Cis-transisomerie Ook cyclische moleculen (zónder C=C) zijn star!

§ 16.2 Cis-transisomerie molecuulformule is gelijk, maar structuurformule niet: isomerie Structuurisomerie: Verschil in volgorde atomen : 1. vertakt/onvertakt (butaan vs. methylpropaan) 2. plaats van karakteristieke groep (1-butanol vs. 2-butanol) 3. verschillende klassen (ethers CnH2n+2O zijn isomeer met alcoholen CnH2n+2O) Stereo-isomerie: volgorde atomen gelijk, maar verschil in configuratie (= 3D-oriëntatie) atomen: 1. cis-transisomerie 2. spiegelbeeldisomerie (voorbeelden volgen later)