Door H. Prinsen en K.J. Terpstra
Signaleren en herkennen Ik zie, ik zie wat jij ook ziet Signaleringsinstrumenten De rol en de systematiek van de begeleider bij diagnosticeren en begeleiden Diagnosticeren Zelfvertrouwen en motivatie: waar kun je die halen? Autonomie, relatie en competentie INHOUDSTAFEL
Problemen signaleren door observatie Vraagt zekere deskundigheid Observator moet zich aan de kale feiten houden Na observatie kan je een diagnostisch gesprek voeren 5.1 SIGNALEREN EN HERKENNEN
Observeren is systematisch en doelgericht waarnemen van concreet, meetbaar gedrag. Een observatieverslag mag enkel feiten bevatten. 5.2 IK ZIE, IK ZIE WAT JIJ OOK ZIET
Door gebruik te maken van vragenlijsten kan de puber het een en ander over zichzelf vertellen. Hulpmiddel bij het formuleren van zijn zelfbeeld. 5.3 SIGNALERINGSINSTRUMENTEN
De begeleider moet laten merken aan de puber dat hij een richtingaanwijzer, een coach is Wat de puber nodig heeft, moet de begeleider hem aanbieden Een veilige atmosfeer is belangrijk Samen moeten er doelen worden opgesteld Een duidelijk welkom en afscheid is vereist 5.4 DE ROL EN DE SYSTEMATIEK VAN DE BEGELEIDER BIJ DIAGNOSTICEREN EN BEGELEIDEN
Op basis van de verzamelde informatie onderzoekt de begeleider via een diagnostisch gesprek wat een passende volgende stap kan zijn. 5.5 DIAGNOSTICEREN
De puberteit is een onzekere periode in het leven van de mens Toenemen vertrouwen puber Onzekerheid neemt af Pubers vergelijkbaar met in het nauw gedreven dieren Meer zelfvertrouwen geven door feedback 5.6 ZELFVERTROUWEN EN MOTIVATIE: WAAR KUN JE DIE HALEN?
5.7 AUTONOMIE, RELATIE EN COMPETENTIE Autono mie Competentie Relatie Door vervulling van de basisbehoeften neemt de motivatie en het zelfvertrouwen toe.
EINDE