Hyponatriemie en de hersenen
Casus 1 76-jarige vrouw op afdeling RvO/ ischemie linker hemisfeer VG/ hartfalen, nierinsufficientie (mononier) Med/ lisdiureticum C/ hyponatriemie door renaal zoutverlies B/ aanpassing diuretica, beperkt zoutinfuus, cave overvulling
Casus 2 47-jarige vrouw op medium care RvO/ subarachnoidale bloeding DD/ hyponatriemie door SIADH of cerebral salt wasting? B/ vochtbeperking of zoutinfuus?
Kliniek hyponatriemie Meestal asymptomatisch (want vaak langzame ontwikkeling) Cave: 1. cerebraal oedeem (bij snel ontstaan) 2. Centrale pontiene myelinolyse (bij te snelle correctie) Geen oorzaak van delier of verwardheid
Regulatie water en zoutbalans Vochtbalans = intake – excretie water Water resorptie via antidiuretisch hormoon (ADH) Natrium resorptie via aldosteron Natrium excretie via natriuretische peptiden
Oorzaken hyponatriemie Aandoeningen met verhoogd ADH uitdroging, hartfalen, diuretica (laag circulerend volume) SIADH (‘inappropriate’ verhoogde ADH secrectie) bijnierinsuff, hypothyreodie, zwangerschap (hormonale veranderingen) Aandoeningen waarbij ADH wordt onderdrukt Nierfalen Primaire polydipsie Normale of verhoogde osmolaliteit Hoog: hyperglycemie, mannitol Normaal: hyperlipidemie, hyperproteinemie (pseudohyponatriemie) N.B. meest voorkomende oorzaken in cursief
Syndrome of inappropriate ADH secretion (SIADH) Verdunningshyponatriemie door verhoogde ADH secretie (hypervolemie) In 33% reset naar verlaagde ‘osmostat’ met normale regulering (Na+ 125-135) Neurologische ziekten: infarct, bloeding, infectie, trauma, psychose Tumoren: (kleincellig long)carcinoom => ectopische ADH secretie Medicatie: carbamazepine, haldol, amitriptyline, chemotherapeutica Operaties: hypofysetumor Overig: longziekten/pneumonie, HIV
Cerebral salt wasting (CSW) Zeldzaam syndroom, meestal passagere (3-4 weken) Beschreven bij hersenziekten m.n. subarachnoidale bloeding Cerebraal geinduceerd renaal zoutverlies waardoor hypovolemie en secundair verhoogde ADH secretie Veronderstelde etiologie: - natriuretische peptiden / BNP (↑ excretie) - lagere sympatische activiteit nier (↓ terugresorptie)
Onderscheid SIADH vs CSW
Diagnostiek hyponatriemie Anamnese: braken/diarree, diuretica, carcinomen Lichamelijk onderzoek: tong, huidturgor, perifeer oedeem / ascites Lab: kalium, natrium, ureum, kreatinine (nierfalen? hypovolemie?) glucose (hyperglycemie?) osmolaliteit plasma en urine natrium concentratie urine (laag bij SIADH, hoog bij CSW)
Behandeling hyponatriemie Algemeen: - vochtbalans! - natrium > 120 => isotoon zoutinfuus, indien mogelijk vochtbeperking - natrium < 115 => hypertone zoutoplossing - niet te snelle correctie (centrale pontiene myelinolyse) Specifiek: SIADH: vochtrestrictie (hypervolemie door verhoogd ADH) CSW: zoutinfuus (hypovolemie door renaal zoutverlies) soms in combinatie met fludrocortison Bij SAB voorkom vaatspasmen/infarcering met infusie isotone zoutoplossing => euvolemie onderdrukt ADH