Frie Gerard
Stereotypes Materiële bijv. werkloosheid Affectieve of relationele factoren bijv. echtscheiding Persoonlijke bijv. psychische problemen die zich uiten in depressie Institutionele factoren bijv. opname in een instelling
Twee rode draden prominent aanwezig zijn: 1. Huisvestingproblematiek Letterlijk geen dak hebben bijv. zwervers Leven in marginale wooncircuits bijv. in een tent
2. Verbintenis- of ontankeringsproblematiek Een situatie waarbij thuislozen geen wezenlijke bindingen meer hebben met: Sociale omgeving bijv. familie Maatschappij bijv. geen band met sociale rollen
Een terugkeer wordt steeds moeilijker Drie factoren spelen hierbij een rol: 1. De eigen individuele reactie 2. De manier waarop de maatschappij met dit soorten breuken omgaat 3.Het samenspel of interacties tussen het individu en de maatschappij
Een twaalftal risicofactoren 1. Opeenstapeling van negatieve levensgebeurtenissen die leidt tot wanorde 2. Verlies- en scheidingservaringen in de jeugd 3. Problematische gezinssituatie 4. Al meer dan één partnerrelatiebreuk 5. Afbreken van sociale contacten (desaffiliatie) 6. Verblijf in residentiële instellingen
1. Psychische of psychiatrische problematieken 2. Verslavingsproblematiek 3. Contacten met justitie 4. Ongunstige materiële leefomstandigheden 5. Verzeild in administratieve en bureaucratische netten 6. Stigmatisering in onze samenleving
Herankering Stabiliteit terugvinden bijv. op vlak van hun woonplaats Opvangcentrum Opnieuw contact opnemen met ouders, kleinkinderen,.. ‘klik’ met hulpverlener Zinvolle dagbesteding
Algemene preventie Huisvestiging Administratie en inkomen Gezondheidszorg Opleiding en tewerkstelling Sociale netwerken
4 verankeringspunten: 1. Positieve beeldvorming 2. Participatie op maat 3. Krachten versterken 4. Gedeelde zorg