Dr. H.A. Droogleever Fortuyn, psychiater

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Uitsluiting en discriminatie
Advertisements

Minimale interventie Christine van Boeijen.
‘SMS’ Studeren met Succes deel 1
Lezing Prof. dr. Franz Ruppert Symbiose en autonomie
Mijn spreekbeurt: Wat is diabetes?
Mijn spreekbeurt: Wat is diabetes?
Wie is DVN Oost-Nederland & Diabetes op school
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
ZIEHIER 36 REDENEN WAAROM BIER
ADHD-toolkit.
Depressie bij kinderen en jeugdigen
Thuis dokteren, een enorme verbetering! Filip van dijk Patiënt en ontwikkelaar.
Drs. Ingrid Kruizinga Dr. ir. Wilma Jansen Prof. dr. Hein Raat
Anorexia en Boulimia Nervosa
McDD 3 november 2008 Luna Beukema Yvonne Bijl.
Borderline persoonlijkheids-stoornis
Nazorgpoli Intensive Care Ikazia ziekenhuis
Inactiviteit onwil of onvermogen?
Individuele- en groepsbehandeling.  1. Bevraging  Vragenlijst invullen ( niet anoniem)  Doelgroep zijn adolescente vrouwen  Nederlandse vrouwen tussen.
Drugs- en alcoholverslaving
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Claudia van Kruistum, Ilona de Milliano, Roel van Steensel
Ben ik de enige? Een op de zes Nederlanders last heeft van somberheid, angst of andere klachten personen krijgen een depressie jaarlijks 1,1 miljoen.
Reductil ® Overgewicht en CV risicofactoren Link tussen de taille-omtrek en het metabool syndroom.
Pasen & Pinksteren op één dag!
Programma Hoe doe ik een goede suiciderisico- inschatting (bij bordelinepatient) Kan ik zelfmoord voorkomen? Hoe kan ik als huisarts scherper signaleren,
Angststoornis.
Marieke Bossuyt en Barber Declerck
Symptomen narcolepsie:
McDD 12 september 2011 Yvonne Bijl.
Stemmingsstoornissen
Welkom op onze thema-avond
Enquête.
Voorlopige overslagcijfers 2009 Hans Smits President-directeur Havenbedrijf Rotterdam 30 december 2009.
Post Traumatic Stress Disorder
Angststoornissen bij kinderen met autismespectrumstoornissen
Symptoom van falende ziekenhuiszorg aan ouderen?
Je herkent het pas als je het kent
Angststoornissen.
13 november 2014 Bodegraven 1. 2 de vorige keer: 1Kor.15:29-34 indien er geen doden opgewekt worden...  vs 29: waarom dopen?  vs.30-32: waarom doodsgevaren.
3/23/2015 | 1 Healthwise Congres ‘Kwaliteit van Leven’ E-Health workshop - Eveline Hage Over de mogelijkheden van e-Health in ouderenwelzijn On?
Depressie bij ouderen.
‘NLP Basiscursus Je ongekende vermogens’
‘NLP Basiscursus Je ongekende vermogens’
MANTELZORGQUIZ.
Wat doet Parkinson met mij? Een inleiding
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Methoden & Technieken van Onderzoek
Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag
Vermoeidheid staat in de top 5 van revalidatiedoelstellingen met de hoogste prioriteit voor visueel beperkte cliënten. Daarnaast komt uit wetenschappelijk.
Zorg op maat voor depressieve ouderen van levensbelang. Hannie Comijs.
Waarom een psychiater Waarom een psychiater in NAH spreekuur? Dr. M.C. Kasius, psychiater voor Dr. N.H. Bouman, kinder-en jeugdpsychiater.
Week 2 CAT vragen oefenen Dr. U.M.H. Klumpers (cursuscoördinator, psychiater ) Psychisch Functioneren 2016.
VDIP Halle-Vilvoorde Vroege Detectie & Interventie Psychose Ruwaal Grimbergen.
Het “ABC” van dementie Alzheimer Café.
Dr. H.A. Droogleever Fortuyn, psychiater
Stoornis/beperkingen Stoornissen Thema 10 les 7
WELKOM Presentatie ‘Depressie onder ouderen ’
Depressie: een sterke emotie - ziekte
SCHIZOFRENIE GGZ, H10 (behalve de par. over zorg en beg. en communicatie)  Schooltas blz VVT2, H3, H6 Schooltas blz
Gebrokenheid onder jongeren
Powerpoint nummer 4/Psychopathologie voor BBL februari – Juli 2017
DISSOCIATIE SESSIE 3.
Angststoornissen en hypochondrie
Slaap-waakstoornissen…
Intensieve begeleiding
Gedragsproblemen en stoornissen
Onafhankelijke vereniging voor contact en onderlinge steun
Powerpoint nummer 4/Psychopathologie voor BBL februari – Juli 2017
Neuropsychiatrische syndromen na een beroerte.
Transcript van de presentatie:

Dr. H.A. Droogleever Fortuyn, psychiater Narcolepsie en Gedrag Dr. H.A. Droogleever Fortuyn, psychiater

Inhoud Verhouding tussen narcolepsie patienten en psychiaters Wat is narcolepsie? Onderzoek Eetgedrag en emotioneel gedrag Hypnagoge hallucinaties en dromen Oerbewustzijn Behandeling nachtmerries

Psychiatrische diagnoses in jaar voorafgaand aan diagnose narcolepsie 36 % kreeg ‘psychiatrische diagnose’ Neurotisch Depressie Persoonlijkheidsstoornis Psychose Kryger 2002

Hypocretin Deficiency in Human Narcolepsy Lateral hypothalamic brain tissue Cerebrospinal fluid Narcoleptic Control 200 400 600 Control (n=15) Neurological Controls (n=19) Narcolepsy (n=38) (pg/mL) The association of low cerebrospinal fluid (CSF) hypocretin levels with narcolepsy was analyzed in 38 patients with narcolepsy/cataplexy and 34 matched control subjects (15 control subjects and 19 neurologic patients) (left panel).1 Levels of CSF hypocretin were measurable (169 to 376 pg/mL) in all control subjects (yellow and blue dots) and were dramatically decreased (<100 pg/mL) in 32 of the 38 patients with narcolepsy/cataplexy (all HLA-DQB1*0602-positive) (red dots). These results suggest that hypocretin protein levels are low in most patients with narcolepsy/cataplexy and that the CSF hypocretin test may be useful for diagnostic purposes. Histopathologic studies also showed that the hypocretin system is deficient in patients with narcolepsy with dramatic loss of hypocretin neurons (right panel).2 1 cm 1 cm f; fornix Adapted from Nishino et al. Ann Neurol 2001;50:381; Peyron et al. Nat Med 2000;6:991. Nishino S, Ripley B, Overeem S, et al. Low cerebrospinal fluid hypocretin (orexin) and altered energy homeostasis in human narcolepsy. Ann Neurol. 2001;50:381-388. Peyron C, Faraco J, Rogers W, et al. A mutation in a case of early onset narcolepsy and a generalized absence of hypocretin peptides in human narcoleptic brains. Nat Med. 2000;6:991-997.

Microdialyse amygdala Blouin (2013)

Hypocretine uitscheiding Amygdala

Onderzoeksgroep Dr. S. Overeem Prof. Dr. J.K. Buitelaar Prof. Dr. W.O. Renier Dr. G.J. Lammers G.A. Lappenschaar Prof. Dr. P.P. Hodiamont En vele anderen

Opzet onderzoek Psychiatrische vragenlijst SCAN 2.1 60 patienten met narcolepsie 120 personen uit bevolkingsonderzoek

Promotie 2011

Symptomen en Diagnoses Let op: niet iedereen zal zich hierin herkennen!

eetgedrag Vreetbuien met controleverlies 43% Enorme zin in eten (craving) 67% Diagnose ‘eetstoornis’: 23% Eetgedrag gestuurd vanuit hypothalamus, waar ook hypocretine (orexin) wordt geproduceerd.

Gedrag in situaties angst menigten, winkels, theater 17%/ 2% angst te vallen, geen hulp 17%/ 1% angst uitgaan, alleen reizen 13%/ 2% Angst alleen thuis zijn 10%/ 1% geeft hinder in dagelijkse bezigh. 28%/ 0% Agorafobie: 1%/0%

ANGST VOOR DIEREN, INSECTEN 22% / 8%

Vermijdingsgedrag Hoogtevrees (trappen, bruggen) 48%/6% angst voor dieren (insecten, ratten) 22%/8% angst voor water (zwembad, meer, zee) 13%/ 3% angst voor tunnels en kleine ruimtes 15%/ 4% angst voor ziekenhuis, tandarts, inject. 15%/3% Hinder in dagelijkse activiteiten 13%/2% Specifieke fobie: 1%/0%

Paniek gedrag Angst gek te worden 28%/ 5% Angst dood te gaan 23%/ 3% Paniekaanvallen 22%/ 6% Hinder dagelijkse bezigheden: 27%/ 4% Paniekstoornis zonder agorafobie: 2%/ 1%

Sociaal gedrag Liever niet naar verjaardagen en feestjes, vermijding van sociale contacten Spreken met vreemden (publiek) 30%/ 1% Spreken met kleine groep bekenden 10%/1% Eten en drinken in openbare gelegenh. 8%/ 2% Geeft hinder in dagelijkse bezigheden: 28%/ 1% 20% van de patienten: sociale fobie

Somber gedrag sombere stemming 30%/8% huilerig 25%/3% nergens zin in hebben 27%/3% overdreven schuldgevoel 22%/2% minder zelfvertrouwen 20%/3% Hinder bij dagelijkse bezigheden: 33%/7% Diagnose depressie: 7%/ 3% (n.s.): niet vaker Diagnose bipolair I 7%/ 0% (n.s.) niet vaker

Wat is dit? Veel patienten met narcolepsie rapporteren dat ze met regelmaat door de kamer of buiten rond vliegen. Wat is dit voor fenomeen? Dit is een bepaald type hypnagoge hallucinatie, een Out of Body Experience. Ik onderzocht de hallucinaties bij narcolepsie en verschillende controle groepen

Hypnagoge hallucinaties gedrag Hallucinaties zijn zichtbaar (visueel), hoorbaar (auditief) en voelbaar (haptisch) Hoe dichterbij hoe enger. Binnendringers op 80 cm ervaren, uittreden en zichzelf zien op 2 meter, vliegen vaak buiten de kamer. Vliegen vaak plezierig. Lichamelijk contact (wurgen, druk op de borst, steken) meest beangstigend, Cheyne 2004

Ik zal u door de dia heenleiden: narcolepsie patiënten (rood), schizofrenie patienten (blauw) en de bevolking (groen). Links onder staan de gehoorshallucinaties: stemmen en geluiden horen, daarnaast de visuele hallucinaties: mensen, dingen, vormen zien die er niet zijn, daarnaast ander hallucinaties: reukhallucinaties, sexuele hallucinaties en anderen waaronder gevoelshallucinaties. De sterretjes geven de significante verschillen aan. In het vak van de gehoorshallucinaties scoren de patiënten met narcolepsie alleen hoger bij nonverbale hallucinaties: voetstappen horen, kloppen, dierengeluiden. Schizofrenie patienten scoren significant hoger bij stemmen die commentaar geven. Schizofrenie patienten koppelen de stemmen vaker aan waanideeën: het is zeker mijn buurman die iets van plan is. Bij de visuele en andere hallucinaties scoorden de narcolepsie patiënten hoger of gelijk aan de schizofrenie patienten. De grote piek geeft de hypnopompe hallucinaties aan, de vliegervaringen (OBE) horen bij het laatste type.

Onderzoek: hallucinaties Resultaten JA, hallucinaties narcolepsie verschillen van schizofrenie. Multi- modaal bij narcolepsie Meer stemmen horen (in combinatie met wanen) bij schizofrenie Het komt er op neer dat narcolepsie patiënten een meer volledige ervaring hebben bij het hallucineren: met beeld, geluid, gevoel, reuk, pijn etc. gecombineerd: multi modaal. Dit zorgt voor een hoog werkelijkheidsgehalte. Bij patiënten met schizofrenie overheerst het stemmen horen, vaak in de context van een idee wat er aan de hand is, (b.v. het is mijn buurman): een waanidee. De beide patronen bleken op statistische wijze van elkaar te onderscheiden te zijn: een ander patroon bij narcolepsie pat en sz pat.

Hallucinatie en droom in geheugen Overdag ook angst voor insecten, water, hoogtes e.d. Soms moeilijk te onderscheiden: gebeurd of niet gebeurd? (Wamsley, Donjacour en Stickgold 2013) bron van herinnering niet goed te achterhalen. Hallucinaties doen denken aan psychose ‘Ik ben toch niet gek?’

Extra eigenschappen Paranormaal Contact met ‘Oerbewustzijn’ Uittredingen vgl. Bijna Dood Ervaringen Primitieve culturen: ziel als ‘mannetje’ Celebes: bij vrees ziel kwijt te raken vishaken om neus en mond Bij gapen knippen Hindoes met de vingers, dan kan ziel lichaam niet verlaten

Extra eigenschappen Bororo’s: tijdens dromen maakt uitgetreden ziel echte gebeurtenissen mee die even reëel zijn als de gebeurtenissen overdag. The golden bough, Frazer, 1922 Venster op het collectieve onbewuste B.v. Vannachtfilm op Net 5 ‘the invisible’ : Nick verlaat na een vechtpartij zijn lichaam en komt terecht in een schemerwereld..(micro gids)

voordeel Waarschijnlijk minder verslavingsgevoelig

Behandeling nachtmerries Imaginatie en Rescripting Therapy (IRT) 1. Normalisatie: starten nachtmerrie dagboek 2. Preparatie: leren ontspannen 3. Rescripting: alternatief scenario bedenken en opschrijven. 6-8 x per dag inbeelden oefenen 4. Imaginatie: inbeelden alternatieve droom, registreren, 1 -2 nachtmerries tegelijk, bij angst ontspannen Annette van Schagen 2012 Nachtmerries en werkboek Spoormaker, Lancée.

Conclusie Nadelen: stemming, angsten, vermoeid Voordelen: venster op (collectief) onderbewuste, ws minder snel verslaafd.

Levens perspectief Kinderen wat meer in zichzelf gekeerd, hallucinaties, kunnen wat gedrukt zijn, sociale angst en woedebuien Adolescenten: buitenschoolse activiteiten minder, blijven soms onder eigen niveau Volwassenen: meer relatieproblemen, werk soms beter dan vrije tijdsbesteding, ongelukken Oude dag: betere kwaliteit van leven, minder depressief

Bijna Dood Ervaring (BDI) Begin Gevoel crisis Gevoelens van vrede Een geluid (gezoem) Donkere tunnel, licht Tot Buiten het lichaam Ontmoeting met anderen / een lichtwezen Levensschouw, bereiken van een grens Einde terugkeer

Vermoeidheid 63% ernstig vermoeid Kwaliteit van leven minder Depressieviteit meer Relatief onafhankelijk van slaperigheid

Gevoeligheid voor beloning en straf Alarmsysteem werkt minder goed: vermijden straf minder