Kiezen voor een economische studierichting: ECA of ECB  Belangstelling kunnen opbrengen voor (actuele) economisch - maatschappelijke problemen  Aanleg en belangstelling voor het structureren en verwerken van informatie  Helder, logisch en kritisch kunnen denken en redeneren Economische woordenschat opbouwen en manier van denken opbouwen om actuele economische en maatschappelijke problemen te kunnen analyseren en beoordelen Tweede graad: voornamelijk beschrijvend karakter Derde graad: voornamelijk analytisch karakter (grafisch / modellen)

Concreet …  Tijdens een zonnige zomerdag beslis je om te barbecuen met vrienden. De inkopen bedragen 121 EUR waarvan 21 EUR BTW is.  Onrust in Irak duwt olieprijs naar een recordhoogte.  Wegens de zeer droge zomermaanden is de prijs van tarwe- producten sterk gestegen.  Door de dollekoeienziekte steeg de prijs van een kilo varkensvlees met 30%.  Jan verdient maandelijks bruto EUR. Hiervan houdt hij netto EUR over en eigenlijk is de loonkost voor zijn werkgever EUR ??

 Hoe en door wie worden arbeidsregels vastgelegd?  Klopt het dat minimumlonen (kunnen) leiden tot meer werkloosheid?  In België zijn loonkosten zeer hoog, gelukkig kennen we een grote arbeidsproductiviteit.  Zullen de meeste (internationale) ondernemingen die in België gevestigd zijn naar lageloonlanden verhuizen (delokalisatie)?  Hoeveel werklozen zijn er in België? Hoe krijgen we meer mensen aan het werk?  Welke problemen brengt werkloosheid met zich mee voor de maatschappij / de werknemer?  Hoe komt het dat men in bepaalde sectoren niet voldoende personeel vindt? (knelpuntberoepen)  Hoe wordt de sociale zekerheid gefinancierd? Blijft onze sociale zekerheid betaalbaar gezien de toenemende vergrijzing van de bevolking?

 Hoe kan een onderneming klanten trachten te veroveren? Wat verstaan we onder marketing? (cfr. olifantje Kai-Mook)  Kies je best als ondernemer voor een éénmanszaak, een BVBA of een NV?  Aan welke formaliteiten moet je voldoen om een eigen zaak te kunnen starten?  Hoe stel je een ondernemingsplan en een financieel plan op?  Hoe kom je aan de nodige financiële middelen (instapleningen, subsidies, leverancierskrediet, …)  Hoe bepaal je als ondernemer je break-even afzet?  Hoe worden de activiteiten van een onderneming geregistreerd? (boekhouden) Hoe stel ik een balans op?  Hoe kunnen we aan de hand van de balans van een onderneming zien of aandeelhouders een interessante belegging in handen hebben (rendabiliteit), of de onderneming kredietwaardig (solvabiliteit) is en of ze op tijd haar betalingen zal kunnen doen (liquiditeit)?

 Waarom blijven sommige ondernemingen klein en worden andere groot?  Winst is opbrengsten min kosten. Hoe kan een onderneming haar winst maximaliseren?  Waarom doen ondernemingen aan internationale handel (import en export)?  Hoe komt het dat de euro de laatste weken sterk gedaald is ten opzichte van de dollar? Hoe kan bijvoorbeeld de begroting van Griekenland de koers van de euro beïnvloeden?  Moeten we kiezen voor protectionisme of vrijhandel (om uit de huidige economische crisis te geraken)?  Hoe werkt het GLB? de WTO? de EU?  Wat is economische groei? Hoe komt economische groei tot stand?  Wat is duurzaam ondernemen?

Wat in de derde graad? ECBEconomie – Wiskunde (6u) Wetenschappen – Wiskunde (6u of 8u wiskunde) Economie – Moderne talen ECAEconomie – Moderne talen Humane Wetenschappen Moderne talen - Wetenschappen