Uitwerking groepsopdracht H3 Kracht en moment Een leerweg in stappen Een eerste versie De opgaven zijn kliksgewijs uitgevoerd. Getracht wordt om op deze wijze een verbinding te leggen tussen de opgave/tekst en het daarmee samenhangende denkproces/ handelingsplan. Succes ermee!
Op een stilstaand voorwerp met een massa van 32 kg gaat gedurende 7,0 s een kracht werken van 4,5 N. Het voorwerp gaat eenparig versneld bewegen Bereken de snelheid van het voorwerp na 7,0 s. v = a.t 7,0 v = 0,98 m.s-1 4,5 F = m.a 32
M+ M- Fc.rc = Fz.rz 3,0 m 0,75 m rz (3,0 - 0,75) X 24 300 Fz= mz.g rc? Een slagboom is opgebouwd uit de volgende onderdelen: een paal van 6,0 m lengte met een massa van 24 kg. Het draaipunt zit op 0,75 m van een uiteinde. Op het korte stuk zit een contragewicht van 300 kg. Bereken op welke afstand van het draaipunt het zwaartepunt van het contragewicht zich moet bevinden, opdat de slagboom in evenwicht is. 3,0 m 0,75 m rz (3,0 - 0,75) M+ M- X 24 300 Fz= mz.g rc? Fc= mc.g Fc.rc = Fz.rz 0,18 m
M+ M- FZ.rZ = FB.rB A B 5,0 m rB 3,5 m X 15 FB rz Fz = mz.g 98 N Een homogene balk AB is 5,0 m lang en heeft een massa van 15 kg. Zie figuur 1. Uiteinde A steekt 3,5 m over de rand van een tafelblad uit. Om kantelen te voorkomen wordt op uiteinde B een verticaal gerichte kracht uitgeoefend. Is deze kracht in B omhoog of omlaag gericht? Geef een toelichting.Figuur 1 Bereken de grootte van de kracht in B. 5,0 m rB 3,5 m A B X M+ M- 15 FB rz Fz = mz.g FZ.rZ = FB.rB 98 N
35o Fz cos α = 35o Fspan Fspan P Fkracht Fkracht 50 Fz 61 N 35 N Een gewicht van 50 N dat aan een touw hangt, is over een hoek van 35o opzij getrokken. Zie figuur 2 hiernaast. Het punt P is in rust. Neem de figuur over op je proefwerkblad (Neem als "touwlengte" 5,0 cm). Bepaal door middel van constructie de aanwijzing van de krachtmeter 2.Bereken vervolgens ook de grootte van de spankracht in het touw waaraan het gewichtje hangt. 35o Fz cos α = 35o Fspan Fspan P Fkracht Fkracht 50 Fz 61 N 35 N
Op een blok met een massa van 0,80 kg gaat een kracht F werken van 7,5 N onder een hoek van α = 37o met de horizon. Het blok krijgt daardoor een constante horizontale versnelling van 3,0 m.s-2. Zie figuur 3. Bereken de normaalkracht. Bereken de wrijvingskracht die het blokje ondervindt. Fy Fnormaal 7,5 37o Fnormaal= Fz - Fy Fx Fz=m.g 0,80 3,3 N Fz
Op een blok met een massa van 0,80 kg gaat een kracht F werken van 7,5 N onder een hoek van α = 37o met de horizon. Het blok krijgt daardoor een constante horizontale versnelling van 3,0 m.s-2. Zie figuur 3. Bereken de normaalkracht. Bereken de wrijvingskracht die het blokje ondervindt. Fy Fnormaal 7,5 37o 0,80 Fx Fwrijving 3,0 m.s-2 3,6 N Fz