Japan onder de Meiji (1867-1912) 22 april | 2e uur Historia 5, p.94-97
Structuur A. Oude Japan B. Schepping van een moderne staat C. Moderne en onafhankelijke staat door industrialisering
A. Oude Japan (tot 1867) feodaliteit stabiliteit – orde – rust mikado (kz) shogun (feitelijke macht) daimyo’s samoerai (krijgers) stabiliteit – orde – rust (zie HB 94 DOC.2a & 2b) pol. isolationisme (zie HB 95 DOC.3) Samoerai in wapenuitrusting (foto omstreeks 1860)
B. Schepping van een moderne staat (va.1867) Externe dreiging = Westen nadelige handelsverdragen (bv. gunboat diplomacy) technische voorsprong W Interne dreiging hongersnd, misoogsten, natuurrampen… herstel kz macht herstel Jap. macht HB 95 DOC.4
B. Schepping van een moderne staat (va.1867) Conservatieve modernisering modern: gn feodaliteit legerdienst centraal & professioneel bestuur => Tokio => ambtenaren communicatie: telefoon, telegraaf, gsm, post HB 101 DOC.6c
B. Schepping van een moderne staat (va.1867) conservatief: HB 95 DOC.5a, 5b & 6 kz & oligarchie alle macht gn oppositie, gn vrije mening… interne bevoogding Slide 9 expansie => internat. erkenning externe ontvoogding = form. imperialisme HB 97 DOC.11b
C. Moderne en onafhankelijke staat door industrialisering Doel: garantie zelfstandighd Westerse techniek pijler 1: industrialisatie overheid => doel! particulier & zaibatsu HB 96 DOC.7a, 7b & 7c
C. Moderne en onafhankelijke staat door industrialisering pijler 2: onderwijs Westen leerplicht HB 96 DOC.9c
Japan & het Westen (zie HB 98-103)