Rekenen met procenten Rekenen met procenten
Procenten Procenten kom je overal tegen. Daarom is het heel belangrijk om goed te leren rekenen met procenten. Op de volgende pagina zie je verschillende situaties waar je procenten tegenkomt.
Even herhalen… 100% is het geheel 50% is de helft 25% is een kwart Er zijn in totaal 60 snoepjes. Ali mag 15% van de snoepjes hebben. Hoeveel snoepjes krijgt Ali? We zetten de getallen in een verhoudingstabel. Met deze tabel berekenen we 15%. x15 :100 aantal 60 0.6 9 procenten 100 1 15 :100 x15 Ali krijgt 9 snoepjes.
Opgaven Wat is 16% van 45? a. 6,8 b. 7,0 c. 7,2 Wat is 72% van 45? Terug naar de uitleg
Totaal bereken Dit ging al heel goed. We kunnen de opgaven iets moeilijker maken. In een winkel is 64% van de broeken gelijk aan 32 broeken. Hoeveel broeken zijn er in totaal (=100%)? We gebruiken voor deze som dezelfde verhoudingstabel: : 64 x100 aantal 32 0.5 50 procenten 64 1 100 : 64 x100 Er zijn dus 50 broeken in totaal.
Opgaven 76% is 40, wat is 100%? a. 52,63 b. 52, 73 c. 52, 83 12% is 22, wat is 100%? a. 163.3 b. 173.3 c. 183.3 92% is 101, wat is 100%? a. 109.78 b. 109, 88 c. 109,98 154% is 35, wat is 100%? a. 22.63 b. 22.73 c. 22.83 Terug naar de uitleg
Deel van een geheel Jan heeft een eigen elektriciteitsbedrijf. Hij heeft 43 werknemers in dienst. Daarvan zijn er vijf vrouw. Hoeveel procent van de werknemers van Jan is vrouw? Voor opgaven als deze gebruiken we een formule: Het deel is hier 5 Het geheel is 43 Je krijgt dus: =11,6 Dus 11,6% van de werknemers is vrouw
Opgaven Hoeveel procent is 45 van de 69? a. 63,2% b. 64,2% c. 65,2% Terug naar de uitleg
Afname en toename We gaan weer een stapje verder… Een broek van 60 euro is in de aanbieding hij is nu 30% goedkoper. Wat kost de broek nu? De broek kostte 60 euro, dus 60 euro is 100%. De broek kost nu 30% minder, 100% - 30% = 70% De broek kost nog 70 % van de oude prijs. : 100 x70 aantal 60 0.6 42 procenten 100 1 70 : 100 x70 De broek kost in de aanbieding 42 euro
Opgaven Een tv kostte 130 euro, in de aanbieding krijg je 25% korting. Wat kost de tv in de aanbieding? a. 97 euro b. 97,50 euro c. 98 euro Een scooter kostte 2.500 euro, de dealer geeft jou 12% korting. Wat moet je betalen voor de scooter? a. 2.000 euro b. 2.100 euro c. 2.200 euro Je koopt een fles shampoo van €1,85. Er komt nog 19% BTW bij. Wat moet je betalen aan de kassa? a. €2,15 b. €2,20 c. €2,25 Terug naar de uitleg
Afname en toename in procenten Het gaat prima zo! We hebben daarnet berekend wat de prijs is na een daling of stijging van de prijs in procenten. We kregen bijvoorbeeld 25% korting op een paar sokken van €1,75. Nu gaan we berekenen hoeveel procent de prijs stijgt of daalt. We gebruiken hiervoor een formule: Een positieve (+…) uitkomst is een stijging en een negatieve (-…) uitkomst is een daling van de prijs.
Afname en toename in procenten Een computer kostte in 2006 900 euro. Dezelfde computer kost nu nog maar 825 euro. Hoeveel procent is de computer goedkoper geworden? Oude prijs: 900 euro Nieuwe prijs: 825 euro Invullen in de formule geeft: Dit is -8.3% Het is een negatieve uitkomst, dus de prijs is gedaald. De prijs is gedaald met 8.3%.
Opgaven Een dvd-speler kostte vorige week in de aanbieding 85 euro, nu kost dezelfde dvd-speler 98 euro. Hoeveel procent is de prijs gestegen? a. 15,1% b. 15,3% c. 15,5% Een mobiel is in prijs gedaald van 130 euro naar 118 euro. Wat is de prijsdaling in procenten? a. 9,2% b. 9,4% c. 9,6% Een jaar geleden kon Kim voor 52 euro al haar boodschappen doen in de supermarkt. Nu betaalt ze voor dezelfde boodschappen 61 euro. Hoeveel procent zijn haarboodschappen duurder geworden? a. 17,1% b. 17,2% c. 17,3% Terug naar de uitleg
Moeilijke opgaven We hebben nu veel geoefend met het rekenen met procenten. We gaan nog een paar opgaven maken, bij deze opgaven moet je zelf bedenken wat er precies gevraagd wordt en hoe je dat gaat berekenen. Als het niet lukt kun je altijd hulp vragen aan je docent of terugbladeren in de presentatie. SUCCES!
Inkoopprijs computers Een verkoper koopt computers in voor 730 euro. Hij wil 35% winst maken op deze computers. Wat wordt de verkoopprijs? a. € 965.50 b. € 975,50 c. € 985,50 De inkoopprijs voor computers stijgt van 730 euro naar 766 euro. Hoeveel procent stijgt de inkoopprijs? a. 4,9% b. 5,0% c. 5,1% 4% van de oude inkoopprijs (730 euro) is voor het toetsenbord. Wat is de inkoopprijs voor het toetsenbord? a. € 29,20 b. € 29,40 c. € 29,60 Terugbladeren in de presentatie
Schoenenwinkel Chris heeft een schoenenwinkel. 44% van zijn schoenen zijn van het merk Adidas. Dit zijn 121 paar schoenen. Hoeveel paar schoenen heeft Chris in zijn winkel? a. 265 b. 270 c. 275 Chris verkocht de Adidasschoenen voor 45 euro per paar. Deze week zijn ze in de aanbieding voor 36 euro. Hoeveel procent is de prijs gedaald? a. 20% b. 21% c. 22% Door de aanbieding wordt 76% van de Adidasschoenen verkocht. Hoeveel paar Adidas verkoopt Chris deze week? a. 92 b. 93 c. 94 Terugbladeren in de presentatie
GEWELDIG GEDAAN! Vergeet je papier niet in te leveren! (klik op het figuur om de presentatie af te sluiten.)