Bouwfysica.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
§3.7 Krachten in het dagelijks leven
Advertisements

Snelheid op een bepaald tijdstip
havo A Samenvatting Hoofdstuk 2
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
H 44: Investeringsselectie
havo A Samenvatting Hoofdstuk 7
Investeringsselectie
H 27: Kostprijs bij homogene productie.
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 3
Regels economie: Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders.
Introductie en Kennismaking
Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
y is evenredig met x voorbeeld a N x 5 x 3
Eenparige versnelde beweging
Het vergelijken van twee populatiegemiddelden: Student’s t-toets
Kun je complexe problemen oplossen.
Bouwfysica Verlichting
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
Licht kunstlicht + daglicht
Thermische invloeden Prof. ir Nico Hendriks.
Newton - VWO Kracht en beweging Samenvatting.
Oppervlakten berekenen
H16: Renten H 16 gaat over renten. Wat is het verschil met H 15?
Newton - VWO Energie en beweging Samenvatting.
Bedrijfseconomie Uitwerking opgave (pagina 396)
Extra vragen voor Havo 3 WB
Regels voor het vermenigvuldigen
Voorbeeld a5a · 4b = 20ab b-5a · 4a = -20a 2 c-2a · -6a = 12a 2 d5a · -b · 6c = -30abc e-5b · 3a · -2 = 30ab f-2 · -a = 2a opgave 1 a7a + 8a = 15a b6a.
Rekenregels voor wortels
Lineaire functies Lineaire functie
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Buigpunt en buigraaklijn
Bouwfysisch Ontwerpen 1
De parallelschakeling
Elektriciteit 1 Basisteksten
Inkomen les 14 Begrippen & 65 t/m Begrippen Primaire sector Bedrijven die zaken aan de natuur onttrekken (landbouw, jacht, bosbouw, visserij)
Δ x vgem = Δ t Eenparige beweging
Arbeid en kinetische energie
Herhaling Energie berekeningen
Neem over en zet de aangegeven hoek uit bij de blauwe punt
vergrotingsformule F Er zijn in de tekening 2 Gelijkvormige driehoeken
Wrijvingskracht en normaal kracht toegepast
Belastingen op daken Herman Ootes.
Sneeuwbelasting Herman Ootes.
Construeren van een Tennishal Vergeet-mij-nietjes. Week 13
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Differentieren Lesweek 7
Een bakje kwark kost € 1,27. Hoeveel kosten vijf bakjes? 5 x € 1,27 = 5 x € 1,00 = € 5,00 5 x € 0,20 = € 1,00 5 x € 0,07 = € 0, € 6,35 Een.
Mechanische druk  .
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Bouwfysica kouddak-constructie Warmte- en vochtberekening van een
Samengestelde interest
HISPARCWOUDSCHOTEN 2006NAHSA Tellen van Random gebeurtenissen Hoe nauwkeurig is een meting?
Bereken een massapercentage
Hoeveelheidsaanpassing II
Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.
Centrummaten en Boxplot
B vwo vwo B - 11e editie tweede fase Jan Dijkhuis, Roeland Hiele
Index De index wordt bepaald op basis van het aantal glasalen per trek (1x1m kruisnet) over de maanden april en mei, waarbij de trek genomen moeten worden.
Regels voor het vermenigvuldigen
Goederen en inkoop H7 Rendement inkoopbeleid Ondernemer detailhandel.
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
Isometrie tekenen Dal\RvP 2013 Pixel Art.
Metend rekenen 5de leerjaar.
Van grafiek naar formule
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Reflecteren is terugkaatsen. Twee soorten:
Transcript van de presentatie:

Bouwfysica

Bouwfysica fotometrische grondwet voor berekening van de verlichtingssterkte voor een punt P op een vlak als gevolg van één of meerdere puntbronnen.

Bouwfysica

Bouwfysica Aangezien cosα = geldt ook: Voor een punt P loodrecht onder het lichtpunt is α = 0° dus cosα = 1, dan geldt:

Bouwfysica algemene verlichtingsformule: voor de berekening van de verlichtingssterkte E in een punt P, als gevolg van de luminantie van één of meerdere vlakken. Voor de berekening dient over punt P een denkbeeldige halve “eenheidsbol” geplaatst te worden. Nu geldt:

Bouwfysica

Bouwfysica dit betekent bij meerdere vlakken: E =Σ (L x Sgeprojecteerd) waarin Sgeprojecteerd = het oppervlak van de projectie van het vlak op de omtrek van de halve eenheidsbol, geprojecteerd op het grondvlak.

Bouwfysica Voor een enkel vlak met een gelijkmatige luminantie L geldt: E = L.Sgeprojecteerd L is de luminantie van het vlak, S is de projectie van het vlak vanuit P op de omtrek van de halve eenheidsbol Sgeprojecteerd is de projectie van S op het grondvlak

Bouwfysica Verlichtingssterkte in een punt op een horizontaal vlak in het vrije veld: Egale hemelkoepel: E H,VV = L x π CIE-hemelkoepel: E H,VV = 2,44 x Lzenit

Bouwfysica Verlichtingssterkte in een punt op een verticaal vlak in het vrije veld: Egale hemelkoepel: E V,VV = 0,5 x E H,VV CIE-hemelkoepel: E V,VV = 0,396 E H,VV

Bouwfysica Daglichtfactor: df df = ( Ep / E H,VV ) x 100% in woorden: de df is de verhouding tussen de werkelijke verlichtingssterkte in een punt en E H,VV vermenigvuldigd met 100%.

Bouwfysica

Bouwfysica df = ( dh + der)cr + dir waarin: df = daglichtfactor dh = hemelcomponent der = externe reflectiecomponent cr = lichtdoorlatendheid van daglichtopening dir = interne reflectiecomponent

Bouwfysica Hemelcomponent De hemelkoepel wordt opgedeeld in 1600 vlakjes SH, die allen een even grote bijdrage leveren aan de verlichtingssterkte in een punt P. Voor ieder vlakje geldt dus : E = L x Sgeproj.

Bouwfysica

Bouwfysica De projectie van een daglichtopening vanuit punt P op de omtrek van de hemelkoepel valt samen met meerdere vlakjes SH Stel dit aantal vlakjes op n: dan geldt:

Bouwfysica

Bouwfysica Ter bepaling van het aantal vlakjes dat samenvalt met de projectie van een daglichtopening wordt gebruik gemaakt van een stippendiagram. Dit stippendiagram is de weergave van de vlakjesverdeling op de omtrek van de halve eenheidsbol gezien vanuit punt P In een stippendiagram zijn de vlakjes Sh vervangen door stippen Ter oriëntatie zijn enkele omtrekslijnen weergegeven

Bouwfysica Er zijn 4 verschillende stippendiagrammen: Egale hemelkoepel; horizontaal vlak Egale hemelkoepel; vertikaal vlak CIE hemelkoepel; horizontaal vlak CIE hemelkoepel; vertikaal vlak Er wordt gewerkt met de CIE diagrammen.

Bouwfysica

Bouwfysica Om de projectie van een daglichtopening in te kunnen tekenen moeten t.o.v. punt P de richtingen van de omtrekslijnen berekend en ingetekend worden. Zie het volgende voorbeeld

Bouwfysica

Bouwfysica De berekening van de hoeken: Horizontale hoeken: γlinks: tg γ = 1,75/1 = 1,75 > γlinks = 60° γrechts: tg γ = 0,70/1 = 0,70 > γrechts = 35° vertikale hoeken: δonder: tg δ = 0,27/1 = 0,27 > δonder = 15° δboven: tg δ = 1,60/1 = 1,60 > δboven = 58°

Bouwfysica

Bouwfysica Het aantal stippen binnen de projectie is ca. 240 De hemelcomponent dh is nu: Als er geen rekening gehouden wordt met vervuiling, in- en uitwendige reflectie zou bij E h,vv = 40 000 lux Ep 15% van 40 000 = 6 000 lux zijn.

Bouwfysica De externe reflectiefactor: der via daglichtopeningen kunnen zowel lucht als belemmeringen (gebouwen, begroeiing, enz.) waargenomen worden. De invloed van deze belemmeringen op de verlichtingssterkte is afhankelijk van de luminatie ervan, gemiddeld is de luminantie van belemmeringen 0,15x die van de achterliggende hemelkoepel

Bouwfysica De lichtbijdrage van een belemmering is dan te berekenen als de lichtbijdrage van de hemelkoepel x 0,15. der kan dan berekend worden als:

Bouwfysica df = ( dh + der)cr + dir De lichtdoorlatendheid van glas: cr Als daglichtopeningen een deel van het licht doorlaten wordt zowel het licht van de hemelkoepel als dat van externe reflecties gefilterd. Dit is terug te vinden in de formule voor de berekening van df: df = ( dh + der)cr + dir

Bouwfysica De totale cr-factor wordt bepaald door de combinatie van glas, vervuiling en glasroeden. Gemiddeld zal deze dan zijn: 0,7 x 0,9 x 0,85 = 0,54

Bouwfysica De interne reflectiefactor: dir Lichte wanden, vloeren en plafonds reflecteren licht beter dan donkere. D.m.v. een tabel is eenvoudig de globale invloed van interne reflecties op de verlichtingsterkte te berekenen.

Bouwfysica

Bouwfysica De berekening van de verlichtingssterkte uit de daglichtfactor. Als er een daglichtfactor van 8,2% berekend is, is de verlichtingssterktein punt P bij E h,vv van 40 000 lux: Ep = 8,2% van 40 000 = 3280 lux.

Bouwfysica De df bij punten op vertikale vlakken: Voor punten op vertikale vlakken dient gebruik gemaakt te worden van het stippendiagram voor vertikale vlakken. De zichtbare hemelkoepel voor een punt op een vertikaal vlak is half zo groot als voor een punt op een horizontaal vlak. De hemelcomponent dient bepaald te worden t.o.v. Eh,vv.Vandaar de volgende berekening:

Bouwfysica dh voor een punt op een vertikaal vlak:

Bouwfysica Externe reflectiefactor bij een punt op een vertikaal vlak. Dit betekent ook een andere berekening voor de externe reflectiefactor, uitgaande van een luminantieverhouding van 0,15:

Bouwfysica Gedurende welk percentage van de arbeidstijd is er kunstlicht nodig? Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van een grafiek. Uitgangspunten: periode van 9:00 – 17:00 uur vereiste verlichtingssterkte bv. 500 lux berekende daglichtfactor bv. 6,67% ligging van het gebouw t.o.v. de evenaar bv. 52e breedtegraad (voor Nederland)

Bouwfysica df = ( Ep / E H,VV ) x 100% Als df = 6,67% en Ep = 500 lux, dan is E H,VV = (100 / 6.67) x 500 = 7500 lux

Bouwfysica

Bouwfysica

Bouwfysica