Bijscholing officials Torhout 23 november 2013
Dagindeling 10 uur : Verwelkoming + inleiding R. Buggenhout 10 u 15 – 10 u 45 : Workshop 1 10 u 50 – 11 u 20 : Workshop 2 11 u 25 - 11 u 55 : Workshop 3 12 uur : Evaluatie 12 u 30 : lunch
Lokalen 915 Vlinderslag Greet Dewitte (Jasper Herman) 916 Schoolslag Danny Uyttersprot (Bart Dewulf) 914 Rugslag Johan De Geeter (Geert Barbry)
Volgorde Groep 1 : Vlinder – School – Rug Groep 2 : School – Rug – Vlinder Groep 3 : Rug – Vlinder - School
Toelichting bij de wijzigingen Ronny Buggenhout - Voorzitter VSB-ZWEMMEN
SW. 1 WEDSTRIJDLEIDING SW.2.8.2 Wanneer slechts één tijdopnemer per baan aanwezig is moet er een extra tijdopnemer worden aangeduid voor in het geval een chrono uitvalt. Daarnaast moet de hoofdtijdopnemer altijd de tijd van de winnaar van elke reeks noteren.
SW. 3 Samenstellen van reeksen, halve-Finales en Finales SW.3.1.1.5 voor 400m, 800m en 1500m wedstrijden zullen de twee laatste reeksen van de wedstrijd worden ingedeeld volgens SW 3.1. Voor alle andere wedstrijden zijn dat steeds de drie laatste reeksen
SW. 3.2 Samenstellen, halve-Finales en Finales SW.3.2.3 In het geval dat zwemmers uit een zelfde of uit verschillende reeksen tot op 1/100 seconde dezelfde tijd zwommen voor de 8°/10° of een 16°/20° plaats, afhankelijk van het gebruik van 8 of 10 banen, zal een testwedstrijd gezwommen worden om te bepalen welke zwemmer toegelaten wordt tot de betreffende finale. Deze testwedstrijd zal doorgaan nadat alle betrokken zwemmers hun schiftingsreeks beëindigd hebben op een tijdstip afgesproken tussen wedstrijdleiding en de betrokken partijen. Een andere testwedstrijd zal plaats vinden wanneer de opnieuw opgenomen tijden dezelfde zijn. Indien nodig zal een testwedstrijd gezwommen worden om de 1e en 2e reserve aan te duiden, indien er gelijke tijden geregistreerd werden. De coaches mogen in onderling overleg beslissen wanneer deze swim offs gezwommen worden. Mag gezwommen worden onmiddellijk na het einde van de schiftingsreeks.
Zwemstijlen
RUGSLAG SW 6.4 Gedurende het keerpunt dient een deel van het lichaam van de zwemmer de muur aan te raken in zijn/haar eigen respectievelijke baan. Gedurende het keerpunt mogen de schouders over de verticale as gedraaid worden naar de borst toe, waarna onmiddellijk een ononderbroken armtrekbeweging, hetzij met één arm hetzij met beide armen gelijktijdig, mag uitgevoerd worden om het keerpunt in te zetten. De zwemmer moet de rugligging terug aangenomen hebben wanneer hij de muur verlaat.
SCHOOLSLAG SW 7.2 Vanaf het begin van de eerste armbeweging, na start en na elk keerpunt, moet het lichaam op borstzijde zijn. Het is niet toegelaten zich op eender welk ogenblik op de rug te draaien met uitzondering van het keerpunt na het raken van de muur waar het toegelaten is om op eender welke manier te keren voor zover het lichaam in borstligging is bij het verlaten van de muur. Vanaf de start en tijdens de wedstrijd is de bewegingscyclus een armbeweging gevolgd door een beenbeweging, en in die volgorde. Elke beweging van de armen moet, tegelijkertijd uitgevoerd worden in hetzelfde horizontale vlak en zonder afwisselende bewegingen. Interpretatie FINA : een pauze na het scheiden van de handen is geen inbreuk tegen de regels.
SCHOOLSLAG SW 7.6 Bij ieder keerpunt en bij de aankomst moet het contact met de muur met beide handen gescheiden en gelijktijdig gebeuren, hetzij gelijk met, hetzij boven, hetzij onder het wateroppervlak. Bij de laatste beweging voor keerpunt en aankomst is een armbeweging, niet gevolgd door een beenweging toegelaten. Het hoofd mag ondergedompeld blijven na de laatste armtrekbeweging voorafgaand aan het aantikken, op voorwaarde dat het de wateroppervlakte doorbrak tijdens de laatste volledige of onvolledige schoolslagbeweging voor het aantikken.
VLINDERSLAG SW 8.1 Vanaf de eerste armbeweging na de start of na het keerpunt, dient het lichaam op de borstzijde te liggen. Dolfijnslagen met de voeten onder water bij zijligging van de zwemmers zijn toegelaten. Het is op geen enkel moment toegelaten zich op de rug te draaien, met uitzondering van het keerpunt na het raken van de muur waar het toegelaten is om op eender welke manier te keren voor zover het lichaam in borstligging is bij het verlaten van de muur. SW 8.4 Bij ieder keerpunt en bij de aankomst van de wedstrijd moet het contact met de muur met beide handen gescheiden en gelijktijdig gebeuren, hetzij gelijk met, boven of onder het wateroppervlak.
SW. 10 De Zwemwedstrijd SW 10.8 Het is geen enkele zwemmer toegelaten om van het even welk middel gebruik te maken of badpak te dragen, dat hem/haar zou helpen zijn snelheid, drijfvermogen, uithoudings‑ of weerstandsvermogen te verhogen (zoals daar zijn handschoenen met tussenweb, zwemvliezen, vinnen, armbanden of kleefbare zaken enz ,..). Zwembrillen zijn toegelaten. Geen enkele tape op het lichaam is toegelaten behalve degene die zijn goedgekeurd door Sport Medische Commissie van de FINA. SW 10.10 Elke aflossingsploeg bestaat uit vier zwemmers. Gemengde aflossingen mogen gezwommen worden. Gemengde aflossingen moeten bestaan uit 2 heren en 2 dames. Tussentijden kunnen hier niet gebruikt worden voor records en/of inschrijftijden. Bij gemengde aflossingen kan de tijd van de startzwemmer niet aangenomen worden als record
VRAGEN ?