http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050614_economie06
P= prijs van een product Qv kalkoenen= -20P + 600 Lezen blz. 117, maken 8.4 a Qv= gevraagde aantal P= prijs van een product Qv kalkoenen= -20P + 600 maken 8.3 b
Aanbod Qa= aangeboden aantal Qa = 40p – 500
Maken opgave 8.7b
Opgave 8.7a Qv = Qa -> -2P + 6 = 4P – 3 -2P – 4P = -3 - 6 -6P = -9 P = -9 : -6 P = € 1,5 Evenwichtsprijs = € 1,5 Evenwichtshoeveelheid (invullen van P= € 1,5 ) -2 x € 1,5 + 6 = 3 Dus evenwichtshoeveelheid = 3.000 liter.
Opgave 8.7c Maximale betalingsbereidheid is de prijs waarbij Qv = 0
Opgave 8.7d minimale leveringsbereidheid is de prijs waarbij Qa = 0
Opgave 8.7e Omzet = afzet x verkoopprijs. Omzet Alstad = 3.000 liter x € 1,5 Omzet Alstad = € 4.500
Opgave 8.7f Qv = 3,5 Dus -> -2P + 6 = 3,5 -2P = 3,5 – 6 -2P = -2,5 verkoopprijs om 3.500 liter te verkopen = € 1,25
Als je scharreleieren wilt kopen van een bepaalde grote, dan zijn er veel aanbieders. Er is maar één producent van de Iphone. Maar als deze telefoon te duur wordt, zijn er genoeg alternatieven. Er zijn in Nederland relatief maar weinig aanbieders van digitale tv. Er is in Deventer maar één scholengemeenschap voor regulier middelbaar onderwijs.
C A B Veranderingen op markten Hieronder staan vier grafieken. In elke grafiek wordt het gedrag van vragers naar een product en aanbieders van een product weergegeven. Het gedrag wordt ook beschreven. Geef op je antwoordblad duidelijk aan bij welke van de drie beschrijvingen welke figuur hoort. Bijvoorbeeld: bij omschrijving a hoort grafiek 1. Beschrijvingen: In deze situatie is er een aantal aanbieders op de markt bijgekomen zodat bij dezelfde prijzen meer producten worden aangeboden. B) Op deze markt is het aantal consumenten gedaald zodat bij dezelfde prijs minder word gevraagd. C) Op deze markt is de evenwichtsprijs gestegen omdat een aantal aanbieders van de markt is verdwenen. C A B
Antwoord: AC: zij vragen te veel geld Welke vragers zullen bij de evenwichtsprijs geen kroketten kopen: AB, AC, AD of AE. Geef ook aan waarom niet? Welke aanbieders zullen bij de evenwichtsprijs geen kroketten verkopen: AB, AC, AD of AE. Geef ook aan waarom niet? Antwoord: AD: zij willen te weinig betalen Antwoord: AC: zij vragen te veel geld