Televisies: de beeldverhouding

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Negatieve getallen Klas 1 | Hoofdstuk 4
Advertisements

Voorrangsregels bij rekenen (2)
Gelijkmatige toename en afname
Stelling van Pythagoras
Omrekenen van oppervlakte- , en inhoudsmaten
Toepassingen op de stelling van Pythagoras
2/3 betekent; je deelt iets in 3 stukken en jij krijgt er 2 van.
Leer de namen van de noten 1
Van tabel naar formule Hoofdstuk 8 Klas 1
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10

vergelijkingen oplossen
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Meten Grootheden kun je meten in eenheden. Tijd seconde Luchtdruk bar
UITWERKINGEN TOEPASSINGEN
Een manier om problemen aan te pakken
MERKWAARDIGE PRODUCTEN
Inlijsten van figuren Kees Vleeming [bew gk].
Tangens In een rechthoekige driehoek kun je met tangens werken.
Samenvatting H29 Parabolen
Leer de namen van de noten 2
Haags Achtste Groep Onderzoek
WISKUNDIGE FORMULES.
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
Les voor groep 8 Pak je stoel en kom aan de instructietafel
Herleiden (= Haakjes uitwerken)
Regels voor het vermenigvuldigen
Riemannsommen De oppervlakte van het vlakdeel V in figuur a is
De grafiek van een machtsfunctie
Voorbeeld a5a · 4b = 20ab b-5a · 4a = -20a 2 c-2a · -6a = 12a 2 d5a · -b · 6c = -30abc e-5b · 3a · -2 = 30ab f-2 · -a = 2a opgave 1 a7a + 8a = 15a b6a.
∙ ∙ f(x) = axn is een machtsfunctie O n even n oneven y y y y a > 0
Rekenregels voor wortels
Lineaire functies Lineaire functie
Regelmaat in getallen … … …
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Lineaire vergelijkingen
Regelmaat in getallen (1).
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
Opdrachten Snelheid.
Opdrachten Snelheid.
Meten BMI Dat is in de veilige zone, want de BMI zit tussen 18,5 en 25
De tafel van….
vergrotingsformule F Er zijn in de tekening 2 Gelijkvormige driehoeken
b (waar het scherm komt)
lenzenformule De lenzenformule geeft het verband aan tussen de
Opdracht 1 De lengte van Fres is 5,00 cm ^ 4,00 cm = 80 N ^
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Differentieren Lesweek 7
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
2.1 Vergrotingsfactor Vergrotingsfactor cm : 40 cm = 787,5
Hoe gaat dit spel te werk?! Klik op het antwoord dat juist is. Klik op de pijl om door te gaan!
Eerst even wat uitleg. Klik op het juiste antwoord als je het weet.
Opgave 47 a opp beeld = 8 · opp origineel dus k = √8. lengte vergroting = √8 · 15 ≈ 42,4 cm breedte vergroting = √8 · 10 ≈ 28,3 cm b opp beeld = 12 · opp.
Oppervlakte Oppervlakte = op het vlak Dit is 1 cm²
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
priemgetallen priemgetal:
Presentatie Soorten bijzondere driehoeken en Rekenen met hoeken
Schaalberekeningen Hoofdstuk 1 Australië.
Regels voor het vermenigvuldigen
welke hoef je niet te leren?
3FD na de vakantie !! Wiskunde deel B + Geodriehoek !!! + potlood !! + gum !! + rekenmachine !! Koop het als je het niet hebt !
Uitwerkingen 9.F.7 Geg :V = 2,5 cmB = 350 cmS = 20 dpt Gevr:v (waar de dia komt) b (waar het scherm komt) Oplossing: N = b v = B V b v = 350 2,5 N = 140.
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
Les 3 omtrek oppervlakte inhoud
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Bereken de inhoud van de kubus en balk
1 VMBO BK deel Regelmaat in tabel Regelmaat in tabel 1 1.
Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen
Transcript van de presentatie:

Televisies: de beeldverhouding Wiskunde Klas 1 Opdrachtenblad Televisie Kees Vleeming

Verhoudingen van beeld Bij televisietoestellen wordt gekeken naar de verhouding tussen de breedte, hoogte en diagonaal van het beeldscherm. Bij een gewone tv is de verhouding Breedte : Hoogte : Diagonaal gelijk aan 4 : 3 : 5 Bij een breedbeeldtelevisie zijn deze verhoudingen anders, namelijk Breedte : Hoogte : Diagonaal is (ongeveer) gelijk aan 16 : 9 : 18

Diagonaal Breedte Hoogte

Opgave 1 Bij een gewone televisie is de hoogte van het beeldscherm gelijk aan 36 cm. Wat is de breedte van dit beeldscherm? Een breedbeeldtelevisie kan ook een hoogte van 36 cm hebben. Wat is de breedte van dit beeldscherm? 36 cm 36 cm

Uitwerking opgave 1a: 4 : 3 : 5 De breedte van deze tv is 48 cm. Bij een gewone tv is de verhouding Breedte : Hoogte : Diagonaal gelijk aan 4 : 3 : 5 Tabel maken: Breedte 4 Hoogte 3 36 Diagonaal 5 <niet nodig> 48 x 12 De breedte van deze tv is 48 cm.

Uitwerking opgave 1b De breedte van deze tv is 64 cm. Tabel maken: Bij een breedbeeldtelevisie zijn dit de verhoudingen Breedte : Hoogte : Diagonaal is (ongeveer) gelijk aan 16 : 9 : 18 Tabel maken: Breedte 16 Hoogte 9 36 Diagonaal 18 <niet nodig> 64 x 4 De breedte van deze tv is 64 cm.

Opgave 2 Een breedbeeld televisie heeft een beelddiagonaal van 108 cm. Bereken de breedte en de hoogte. 108 cm

Uitwerking opgave 2 Tabel maken: Breedte 16 Hoogte 9 Diagonaal 18 108 Bij een breedbeeldtelevisie zijn dit de verhoudingen Breedte : Hoogte : Diagonaal is (ongeveer) gelijk aan 16 : 9 : 18 Tabel maken: Breedte 16 Hoogte 9 Diagonaal 18 108 96 54 Breedte: 96cm, hoogte 54 cm, diagonaal 108cm. x 6

Opgave 3 Op een gewone tv met een beeldschermhoogte van 60 cm wordt een breedbeelduitzending bekeken. Dat betekent zwarte balken boven en onder. Zwarte balken

Opgave 3 Reken eerst uit hoe breed het scherm van de gewone tv is. De uitzending is in breedbeeldformaat. Reken met behulp van het antwoord op de vorige vraag uit wat de hoogte is van de uitzending (hier gebruik je dus de verhoudingen van de breedbeeld tv). Je weet nu hoe hoog de uitzending is én weet hoe hoog de gewone tv is. Dus kun je nu uitrekenen hoe hoog de zwarte balken zijn die boven en onder het scherm ontstaan.

Uitwerking opgave 3a: 4 : 3 : 5 De breedte van deze tv is 80 cm. Bij een gewone tv is de verhouding Breedte : Hoogte : Diagonaal gelijk aan 4 : 3 : 5 Tabel maken: Breedte 4 Hoogte 3 60 Diagonaal 5 <niet nodig> 80 x 20 De breedte van deze tv is 80 cm.

Wat hebben we nou uitgerekend? 60 cm 80 cm

Uitwerking opgave 3b De hoogte van de uitzending is 45 cm. De breedte van de tv is 80 cm. De uitzending is dus ook 80 cm breed. De uitzending is in breedbeeld, dus zijn de verhoudingen van het beeld: 16 : 9 : 18 x 5 Breedte 16 80 Hoogte 9 45 De hoogte van de uitzending is 45 cm.

Wat hebben we nou uitgerekend? 45 cm

Uitwerking opgave 3c Het beeld is 60 cm hoog. De uitzending is 45 cm hoog. 60 – 45 = 15 cm Er zijn twee balkjes, dus dit delen door 2 15 : 2 = 7 ½ cm Allebei de balkjes zijn 7 ½ cm hoog.

Wat hebben we nou uitgerekend? 7 ½ cm 7 ½ cm

Opgave 4 (1) Je hebt thuis een breedbeeldtelevisie waar een uitzending op gewoon formaat wordt uitgezonden. De breedbeeldtelevisie heeft een diagonaal van 81 cm. 81 cm

Opgave 4 (2) Je hebt nu ook zwarte balken in beeld. Lopen deze balken boven en onder of juist links en rechts op je scherm? Reken uit hoe hoog en hoe breed je breedbeeldtelevisie is en maak een schets van de situatie. Reken uit hoe breed de zwarte balken op je scherm zijn.

Uitwerking opgave 4a De uitzending zal er zo uit zien: De zwarte balken lopen dus van boven naar onder

Uitwerking opgave 4b (1) Tabel maken: Breedte 16 Hoogte 9 Diagonaal 18 Bij een breedbeeldtelevisie zijn dit de verhoudingen Breedte : Hoogte : Diagonaal is (ongeveer) gelijk aan 16 : 9 : 18 Tabel maken: Breedte 16 Hoogte 9 Diagonaal 18 81 72 40,5 x 4,5 Breedte: 72 cm, hoogte 40,5 cm, diagonaal 81 cm.

Uitwerking opgave 4b (2) Schets van de situatie: 40,5 cm 81 cm 72 cm

Uitwerking opgave 4c (1) Het beeld is 40,5 cm hoog De uitzending is dus ook 40,5 cm hoog De beeldverhouding uitzending: breedte : hoogte is 4 : 3 Tabel maken: Breedte 4 Hoogte 3 40,5 54 x 13,5 De breedte van de uitzending is 54 cm

Uitwerking opgave 4c (1) De breedte van de tv is 72 cm De breedte van de uitzending is 54 cm 72 – 54 = 18 cm Er zijn twee balkjes, dus 18 : 2 = 9 cm Beide zwarte balkjes zijn 9 cm breed.

Wat hebben we nou uitgerekend? 9 cm 9 cm