1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Transport en Infrastructuur
Advertisements

Arm en Rijk Casus: Armoede in Ogoni.
Paragraaf 1 – Mondiale patronen: welvaart en welzijn
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
Havo 3 Paragraaf 4.1 t/m 4.3.
In de vaart der volkeren
Aantekening §1 B-nummers.
Hoofdstuk 5 Werelden van verschil
HOOFDSTUK 10 ONTWIKKELINGSPEIL.
9 vragen par. 2 t/m 5.
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Veel verschillende ziekten
BBP = Bruto Binnenlands Produkt of BNP = Bruto Nationaal Produkt Dat zijn alle inkomens opgeteld gedeeld door het aantal inwoners. Uitkomst = gemiddelde.
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING LES 3 (13.5). VN Bron
C. Nooit meer honger ? 1. Internationale voedselhulp :
Indonesië.
Hst 4: De wereld indelen.
Samenvatting: hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv Make poverty history In 2000 zijn millenniumdoelen vastgesteld, bijvoorbeeld: in 2015 moeten armoede.
Hoofdstuk 2 Patronen op de wereldkaart: wereldbeeld Paragraaf 1 t/m 4
Economie 13.3 t/m 13.5.
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
Kenmerken en gevolgen van onderontwikkeling
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
De kracht van het kleine
2 vmbo-T/havo 4 steden, §2 en 3
8.4 Hoe help je een ontwikkelingsland?
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
8.3 Hoe is de welvaart verdeeld?
Nakijken lesbrief Opdracht 5: Gebied E (Laagland v. Oost-China)
Antwoorden herhalingsopgaven
2 th 1 Ontwikkeling § 6-7.
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par 2.
WERELD 2 vwo Ontwikkeling, arm en rijk par 2.
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 6-8.
2 th 1 Ontwikkeling § 2-3.
8.4 Eerlijk zullen we alles delen?
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk §
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
1. globalisering. 1 Weg uit Nederland a Daar zijn de lonen lager. Daar is de productie dus goedkoper. Tot 1989 bestond het IJzeren Gordijn nog. De uitwisseling.
1. globalisering. 1.1 Het economisch wereldbeeld.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
NEDERLAND HANDELSLAND
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Cursus 2.1 Wat hebben mensen nodig? Klas 1 KGT Lesweek 1
Cursus 2.1 Wat hebben mensen nodig? Klas 1 BK Lesweek 1
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 BK Lesweek 4
Buitenland - economie leerjaar 3
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 KGT Lesweek 1
Economische kringloop
Hoe verdienen de mensen de kost?
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Niet alleen op de wereld
Niet alleen op de wereld
Niet alleen op de wereld
Niet alleen op de wereld
Niet alleen op de wereld
Niet alleen op de wereld
De kracht van het kleine
Hoofdstuk 3 Eerlijke handel
Duurzaamheid C en D Hoofdstuk 2 People.
Transcript van de presentatie:

1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk

Paragraaf 2 Rijk of arm? Bruto binnenlands product (bbp) Verschil in inkomen Bruto binnenlands product (bbp) - totale inkomen dat in een land in een jaar wordt verdiend - geen eerlijke manier om te meten of een land rijk is Bbp per hoofd - bbp gedeeld door het aantal inwoners - wat de inwoners gemiddeld verdienen

Armoedegrens: hoeveel geld je nodig hebt om van te leven In sommige landen verdient een kleine groep mensen het grootste deel van het geld Armoedegrens: hoeveel geld je nodig hebt om van te leven - volgens de Verenigde Naties: € 1,70

- hoe oud iemand gemiddeld zal worden Gezondheidszorg Onderwijs Ontwikkelingskenmerken Levensverwachting - hoe oud iemand gemiddeld zal worden Gezondheidszorg Onderwijs Ondervoeding Analfabetisme - niet kunnen lezen en schrijven Meerdere ontwikkelings- kenmerken samen bepalen of een land arm of rijk is

Paragraaf 3 Centrum en periferie Indeling voor landen Centrum - veel geld en macht - hoog bbp - veel positieve ontwikkelingskenmerken Periferie - weinig geld en macht - laag bbp - minder positieve ontwikkelingskenmerken

Meeste mensen hebben een goed inkomen - goede huizen - genoeg te eten Landen in het centrum Rijk en machtig Westerse landen Meeste mensen hebben een goed inkomen - goede huizen - genoeg te eten - goed onderwijs - goede gezondheidszorg Ook arme mensen in rijke landen

Veel mensen leven onder de armoedegrens - weinig te eten Landen in de periferie Arme landen Ontwikkelingslanden Veel mensen leven onder de armoedegrens - weinig te eten - geen geld voor een huis Mensen werken vooral in de landbouw Niet voldoende goede gezondheidszorg - er sterven veel kinderen Ook erg rijke mensen in arme landen

Verkopen landbouwproducten en grondstoffen aan centrumlanden Handel tussen centrum en periferie Landen in de periferie Verkopen landbouwproducten en grondstoffen aan centrumlanden - ontwikkelingslanden verdienen niet veel Landen in het centrum Maken auto’s en computers van grondstoffen Maken pasta, cornflakes en veevoer van landbouwproducten Verkopen deze producten aan ontwikkelingslanden - centrumlanden verdienen veel

Paragraaf 4 Schaalniveaus De schaalniveaus Grootte van het gebied waarnaar je kijkt Lokaal schaalniveau - bijvoorbeeld een stad Nationaal schaalniveau - een land Mondiaal schaalniveau - de hele wereld

Wisselen van schaalniveau - naar een hoger niveau: uitzoomen Inzoomen en uitzoomen Wisselen van schaalniveau - naar een hoger niveau: uitzoomen - naar een lager niveau: inzoomen Uitzoomen naar een hoger schaalniveau helpt je de situatie op een plaats beter te begrijpen, omdat je het gebied eromheen ziet

Centrum en periferie vind je op: Lokaal schaalniveau Centrum en periferie op een ander schaalniveau Centrum en periferie vind je op: Lokaal schaalniveau Nationaal schaalniveau Mondiaal schaalniveau

Paragraaf 7 Economische ontwikkeling Verdeling van de beroepsbevolking Beroepsbevolking: de groep mensen in een land die betaald werk heeft of daarnaar zoekt Landbouw - akkerbouw - veeteelt - visserij Industrie - mensen maken producten uit grondstoffen Diensten - mensen doen iets voor andere mensen

Meeste mensen werken in de landbouw - kleine opbrengst Beroepsbevolking in arme landen Meeste mensen werken in de landbouw - kleine opbrengst - om zelf van te leven Ook grote landbouwbedrijven - bedrijven uit rijke landen - export naar westerse landen Ook mensen in de dienstensector - vaak zonder vergunning

Meeste mensen in de dienstensector - advocaat - vrachtwagenchauffeur Beroepsbevolking in rijke landen Meeste mensen in de dienstensector - advocaat - vrachtwagenchauffeur - verkoper - schoonheidsspecialiste - leraar Hoe rijker, hoe meer diensten Weinig mensen in de landbouw en industrie - veel gebruik van machines

Paragraaf 8 Armoede bestrijden Rijke landen helpen arme landen Noodhulp - directe hulp bij een natuurramp of oorlog - voedselpakketten, tenten, dekens Ontwikkelingshulp - rijke landen helpen arme landen bij de ontwikkeling

Belangrijk dat arme en rijke landen goed overleggen over hulp Arme en rijke landen werken samen Belangrijk dat arme en rijke landen goed overleggen over hulp Om het leven in arme landen te verbeteren - geld - goederen - kennis Dit noem je ontwikkelingssamenwerking

Rijke landen (handel en wegen) Internationale organisaties Wie geven er ontwikkelingshulp? Rijke landen (handel en wegen) Internationale organisaties - Wereldbank (leningen) Goede-doelen-organisaties (ontwikkelingshulp, noodhulp) - Plan Nederland - ICCO - Oxfam Novib Andere organisaties (noodhulp) - Artsen zonder Grenzen - Rode Kruis

Om een bedrijfje te beginnen Betere machine of zaden kopen Microkrediet Kleine lening Lage rente Om een bedrijfje te beginnen Betere machine of zaden kopen