Communicatie
Het communicatieproces ZBMO-model Zender zendt een Boodschap via een Medium naar Ontvanger Vollediger: Aspecten van de boodschap (Schulz von Thun): zakelijk: inhoud expressief: welk imago van afzender blijkt eruit? relationeel: toon appellerend: wat wil de zender bereiken?
Boodschap overbrengen Coderen boodschap inkleden met beelden, woorden, gebaren, muziek, associatie, en andere symbolen Decoderen ontvanger destilleert de boodschap uit die beelden, woorden enz. Referentiekader van ontvanger wordt bepaald door waarden, normen, ideeën en gevoelens
Selectieve perceptie Selectieve blootstelling aandacht interpretatie acceptatie herinnering Wordt sterk bepaald door referentiekader
Storing in communicatie Ruis interne: niet goed decoderen externe: storende invloed in de omgeving Redundantie: overdosis aan communicatie, schiet het doel voorbij functionele redundantie: herhaling die de doelgroep accepteert Bij massacommunicatie geen feedback dus bij interne ruis: geen correctie, zoals wel bij een gesprek zonder feedback ook geen terugkoppeling, geen correctie
Soorten communicatie Naar doel Voorlichting: informeren Propaganda: overtuigen Promotie: verkopen (of tussenstap, zoals bekendheid, imago) Naar medium face to face groepsgesprek verbaal en non-verbaal telefoongesprek schriftelijk met beeld en geluid via massamedia
Soorten communicatie Naar bedoeling intentioneel: bedoeld communiceren niet-intentioneel: onbedoeld communiceren Naar setting persoonlijk zakelijk Naar organisatie intern extern Metacommunicatie: communiceren over communicatie Consistentie: boodschappen kloppen onderling
Beïnvloedingstheorieën Injectienaaldtheorie = stimulus-responstheorie stimulus sturen, ontvanger leert er een associatie bij stimulus vaak ‘injecteren’ Multi step flow model, komt van adoptiecurve van Rogers communicatie richten op innovators, straalt door naar early adopters early majority late majority laggards Two step flow model zender opinieleider(s) doelgroep
Beïnvloedingstheorieën 2 Agenda setting agenda in de media beïnvloeden waarover moeten mensen gaan nadenken, en over praten? Uses and gratifications theorie mensen bepalen zelf welke media ze gebruiken en wat de ermee doen
Beïnvloedingstheorieën 3 Communicatiekruispunt informering: voorlichting overreding: reclame dialogisering: voorlichting in dialoog, overleg formering: bedrijfscommunicatie in sociale media, lobbyen
Communicatie One to one persoonlijke verkoop, direct marketing One to many reclame, pr Many to many in sociale media, conversatiemanagement