En natuurlijk wat opdrachten uit het huiswerk

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Fantasiedier AV1A / AV1B Opdracht 1, Blok 2.
Advertisements

Taal en woordenschat Landbouw woorden en Contaminaties
Sjabloon Opdracht 2 Naam: Klas:. Plaats hier de foto Naam: Voornaam: Functie: Geboren op: Geboren te: Overleden op: Overleden te:
Gooien met 1 en 2 dobbelstenen
Gelijkmatige toename en afname
Huiswerk maken Uw kind helpen bij het maken van schoolopdrachten.
Hoofdstuk 3 terugblik.
Tijd van televisie en computer, 1950 – 2010
Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel
Exponentiele groei en procenten En weer een opdracht uit het huiswerk.
Zijn vluchtelingen voor jou ver-van-je bed? Dat is vast anders als je het zelf een keer meemaakt… Klik op de foto om naar het filmpje te gaan.
Halveringstijd en verdubbelingstijd
Exponentiele verbanden En wat opdrachten uit het huiswerk.
Week 23 aug-3 sept Info voor 2 lessen. Les 1 Ophalen kennis 2 e jaar mbv foto presentatie /character-design-by-brett-bean-via.html.
Samenhang procenten, breuken en kommagetallen,
Het voorzetselvoorwerp Grammatica Havo 2. Opdracht 1 maken. Hoeveel voorzetsels kun je invullen op de stippellijnen? Onderstreep het werkwoord dat bij.
Pag 12 t/m 43. Verdeling van de winst bij een VOF Wat brengt iedere vennoot in bij de VOF? 1.Arbeid (tijd) 2.Vermogen (geld) Beloning is dus hiervan afhankelijk….dus.
Pag 65 t/m 77. Wat gaan we doen vandaag? Korte herhaling Huiswerk nakijken Werken aan ondernemendheid voor Dummies.
MEDMEC01 – Q1 – JAAR /2010 THEMA: Het creatieve proces.
Door Ricardo. Uitleg Deze presentatie gaat over het bouwen van een brug. Het vereist de volgende eisen: 1 Goed teamwerk 2 Een stille hand 3 Een goede.
Indeling les Nakijken huiswerk §3: opdracht 1 t/m 3.
Les 1. Wat voor les krijgen we nu? Tijdens de lessen over hoofdstuk 9, 10 en 11 krijg je op een andere manier les. Het doel is om je zelfstandigheid te.
Bedrijfs-administratie les 1: hoofdstuk 1
SVP op dezelfde plaats zitten als vorige keer s.v.p. Wat gaan wij doen? -De vorige les (ca. 5 min.) -Huiswerk bespreken (ca. 5 min.) -Meegebracht voorwerp.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat hoofd- en bijfiguren zijn en hoe je deze herkent in een tekst. Hoe het komt dat je.
Beoordelen kwaliteit röntgenfoto
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Exponentiele toename en afname
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Deze les Nabespreken toets Vervolg Verbanden
Exponentiele verbanden
Bellen tekenen Handelingen 2:1-2
Module 2 : You’re beautiful
Vaste tekststructuren
Woorden/uitdrukkingen met een vast voorzetsel
HUISWERK: Boek M&O hoofdstuk 11, opgave (4 dus nog niet!)
Klei.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Hoofdstuk De aarde en het heelal.
Rekenen Verhoudingen 2f
Formule bij en tabel maken
Begroten & Budgetteren
Foto-opdracht : Wat doen leerlingen tijdens de pauze
Les 5 Hoofdstuk Ecologie
Les 1 Hoofdstuk Ecologie
Museum Bezoek Wat moet je in het museum doen om een week later een goede presentatie te kunnen geven?
Welkom 4 Havo..
Vergelijkingen oplossen
Hoofdstuk Conflict en cultuur.
Laatste les!! Les 7/8: woordformules + oefenen voor de toets
H7 Materie §2 Het deeltjesmodel
Leerjaar 3 Nask H4 Het weer §4.
Vandaag De Alpen: wat, waar, waarom daar?
Rekenen Verhoudingen 2f
Hoofdstuk 1 Inleiding Wat gaan we doen vandaag? Opening Terugblik
Begingetal en stijggetal
Hoofdstuk Hoofdstuk 8 Licht Wat gaan we vandaag doen? Opening
Hoofdstuk Hoofdstuk 4 Elektriciteit Wat gaan we vandaag doen? Opening
Hoofdstuk 3 Wat gaan we doen? Terugblik Doel van vandaag Nieuwe stof
Module 1: Verkennen Basisstof 1: Kijken naar jezelf
De Geo 2 – Vmbo-T/Havo Hoofdstuk 3 – §3: Rivieren van ijs Eline Lems
Leerjaar 3 Nask H4 §Test jezelf.
Hoofdstuk 2: wat weet jij?
Uitkomst = begingetal x groeifactor tijd
Les 1. Let’s have a look Module 2 : Look at you!
HOOFDSTUK 5 Goniometrie Tangens.
foto 1:(kasteel) foto 2: torenkamer foto 3: foto 4: Nummer t/m 24.
Allerlei opdrachten uit het huiswerk met verhoudingstabellen
Rollenspel Europese besluitvorming
Transcript van de presentatie:

En natuurlijk wat opdrachten uit het huiswerk Woordformules En natuurlijk wat opdrachten uit het huiswerk

Weet je nog… Les 1 van dit hoofdstuk… Waarschijnlijk niet... Maar doe even alsof… Dat maakt het voor mij makkelijker…

10 + 4 x 5 = € 30

10 + 4 x 5 = € 30

10 + 4 x 5 = € 30

10 + 4 x 5 = € 30 10

10 + 4 x 1 = € 14 10

10 + 4 x 1 = € 14 10 14

10 + 4 x 2 = € 18 10 14 18

10 + 4 x 3 = € 22 10 14 18 22

10 + 4 x 4 = € 26 10 14 18 22 26

10 + 4 x 5 = € 30 10 14 18 22 26 30

10 + 4 x 6 = € 34 10 14 18 22 26 30 34

10 + 4 x 7 = € 38 10 14 18 22 26 30 34 38

10 + 4 x 8 = € 42 10 14 18 22 26 30 34 38 42

10 + 4 x 0 = € 10 10 + 4 x 1 = € 14 10 + 4 x 2 = € 18 10 + 4 x 3 = € 22 10 + 4 x 4 = € 26 10 + 4 x 5 = € 30 10 + 4 x 6 = € 34 10 + 4 x 7 = € 38 10 + 4 x 8 = € 42 10 14 18 22 26 30 34 38 42

10 + 4 x 0 = € 10 10 + 4 x 1 = € 14 10 + 4 x 2 = € 18 10 + 4 x 3 = € 22 10 + 4 x 4 = € 26 10 + 4 x 5 = € 30 10 + 4 x 6 = € 34 10 + 4 x 7 = € 38 10 + 4 x 8 = € 42 10 + 4 x .. = € … 10 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden 14 18 22 26 30 34 38 42

2 + 0,50 x 40 = € 22

2 + 0,50 x 40 = € 22

2 + 0,50 x 40 = € 22

2 + 0,50 x 40 = € 22

Bedrag in € = 2 + 0,50 x aantal foto’s

Bedrag in € = 2 + 0,50 x aantal foto’s Vaste bedrag

Bedrag in € = 2 + 0,50 x aantal foto’s Begingetal

Bedrag in € = 2 + 0,50 x aantal foto’s Bedrag per foto

Bedrag in € = 2 + 0,50 x aantal foto’s stijggetal

Bedrag in € = 2 + 0,50 x aantal foto’s Begingetal stijggetal

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Begingetal stijggetal 10 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Begingetal stijggetal 10 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Begingetal stijggetal 10 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Begingetal stijggetal +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 10 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Begingetal stijggetal +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 10 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Maak 29 t/m 38 Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Begingetal stijggetal +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 10 14 18 22 26 30 34 38 42

Begingetal

Begingetal stijggetal

Begingetal stijggetal 4

Begingetal stijggetal 4 10

Begingetal stijggetal 4 10 16

Begingetal stijggetal 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Begingetal stijggetal 10 x 0,60 4 10 16 22 28 34

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Maak 29 t/m 38 Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Begingetal stijggetal +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 10 14 18 22 26 30 34 38 42

Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Maak 29 t/m 38 Bedrag in € = 10 + 4 x aantal ronden Begingetal stijggetal +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 +4 10 14 18 22 26 30 34 38 42