Van olla vogala tot Poldernederlands Door Dr. Jan Stroop Universiteit van Amsterdam
Parcours 1. Vóór-Nederlands en Oud-Nederlands 2. Middelnederlands (1100-1500) 3. Vroeg-nieuw-Nederlands; ’t ontstaan van ’t ABN (1500-1700) 4. 18e en 19e eeuw; schrijftaal versus spreektaal 5. Hedendaags Nederlands
Vóór-Nederlands en Oud-Nederlands College 1: Vóór-Nederlands en Oud-Nederlands
Taal is SPRAAK Spraak begint 40.000 jaar geleden, zegt men, of zelfs 500.000 jaar geleden oudste schrift: Sumerisch: 5300 jaar geleden oudste geschreven Nederlands ca 1500 jaar geleden schrift is dus secundair Nog steeds trouwens!
Kleitablet met Sumerisch spijkerschrift (± 2400 v.Chr
Hoe te bepalen wanneer spraak ontstaan is? Anatomie gehoorgang en middenoor wijst op vroege spraak / Hendrik Spiering (NRC-Handelsblad 26/27 juni 2004; p. 47 Maar vooral ’t tongbot is bepalend! *) Bij Neanderthalers en de oermensen die zo’n 500.000 jaar geleden leefden is dat aangetroffen Dus kan de gesproken taal, teruggaan tot ca. 500.000 jaar geleden.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Taalfamilie
één oertaal? verschillen te groot en divers er zijn wel universele kenmerken: Alle talen hebben klinkers en medeklinkers
Andere universalia Alle talen hebben: eigen woordenschat (lexicon) met diverse woordsoorten (ww., zn., telw…) Grammatica met volgorde regels, o.a. Volgorde: onderwerp - object Bijv.nw vóór zn, dan ook telwrd vóór zn
VERWANTSCHAP sommige talen zijn zozeer verwant: die moeten wel afstammen van één vóórtaal In 1583 viel de jezuït Thomas Stephens de overeenkomst Indisch - Latijn op Marcus Zuerius van Boxhorn (1612-1653) zag de gelijkenis tussen Nederlands, Grieks, Latijn Perzisch, Baltische en Slavische talen; “een Indo-europsese taalfamilie” *) William Jones (1786), die tussen Latijn, Grieks, Farsi en Sanskriet
Voorwaarde voor verwantschap Betreft voornamelijk woorden vorm én betekenis moeten identiek zijn Die heten tegenwoordig ‘cognaten’ zulke overeenkomsten zijn geen toeval Zie ‘mother’
Indo-Europees grootste talenfamilie genoemd naar de twee continenten subs. de uiterste talen: Indisch en Europees Gesproken rond 3600 v. Chr. In zuidelijk Rusland (of in Turkije) *) Verband resp. met ’n bepaalde manier van begraven danwel De verspreiding van cognaten
Laat-Proto-Indo-Europese taal volgens de Koerganhypothese.
verspreiding
https://nl.wikipedia.org/wiki/Indo-Europeanen#/media/File:Indo-European_expansion_according_to_Atkinson_%26_Gray_(Anatolian_hypothesis).png
De Indo-Europese talen 1 Germaans (53 talen) 2 Italisch / Romaans (48 talen) 3 Baltisch (47 talen) 4 Slavisch (19 talen) 5 Keltisch (7 talen) 6 Iraans (87 talen) 7 Indisch (219 talen) 8 Grieks (6 talen) 9 Albanees (4 talen) 10 Armeens (1 taal) 11 Anatolisch (8 talen)† 12 Tochaars (2 talen) † 13 Thracisch (3 talen) † 14 Venetisch (1 taal) † 15 Frygisch (1 taal) † 16 Illyrisch (1 taal) † 17 Oud-Macedonisch (1 taal) †
stamboom
Meerdere theorieën De stamboomtheorie De golftheorie Combinaties Veranderingen veroorzaakt door: Separatie Menging Conflicten Interne dynamiek
Yuval Noah Harari, Sapiens Culturen veranderen door: Veranderende omgevingsfactoren Interactie met naburige culturen Eigen interne dynamiek
Vergelijkende taalwetenschap Opgekomen in de 19e eeuw Ontdekking nieuwe vormen van verwantschap O.a. door de systematische klankverandering
De Germaanse talen in Europa
De Germaanse talen ’t Germaans zondert zich af: 1000 tot 500 v.Chr. O.a. en vooral door de “Lautverschiebung”, Jakob Grimm formuleerde (1822) de “Lautgesätze” Betreffen een aantal medeklinkers
Germaanse klankverschuiving Betreft een groep medeklinkers PIE > Proto-Germaans 3e 2e 1e reeks bh > b > p > f (v) dh > d > t > þ gh > g > k > X gwh > gw > kw > Xw
’t Latijn en ’t Sanskriet (Oud-Indisch) vertegenwoordigen ’t Indo-europees
stemloze plofklanken veranderen in stemloze wrijfklanken p > f/v capere > heffen; pater > vader; pecus > vee; pellis > vel; piscis > vis t > þ > d tres > drie; ; tu > du; frater > got. broþar > broeder; dentem > got. tunþus > tand k > X cornu > hoorn; cor > hart; kw > Xw > h/w/Ø quod > got. ƕa > wat, hoe; aqua > got. aƕa> aa/ij/ee; *Xwoja > hui; *Xwajja > wei
stemhebbende plofklanken worden stemloos b > p scabere > scheppen; labium > lip(pe) d > t domare > temmen; decem > tien; sedere > zitten; videre > weten g > k genu > knie; gena > kin; gustus > ……. gw > kw vivus > got. qius > kwik
stemhebbende geaspireerde plofklanken > stemhebbende plofklanken. bh > b bharati (Skr) > fero > baren; nebula > nevel dh > d mádhu (Skr) > mede; medius > midden gh > g hortus > gaard; hostis > gast; vehere > be-wegen
Indo-europese klinkers voor achter gesloten *i *u (= oe) midden *e *o open *a
Klinkerdriehoek Nederlands
Vergelijk Germaans- Romaans: woorden
Hoogduitse klankverschuiving Waardoor ’t Duits en ’t Nederlands verschillen 4e tot de 8e eeuw p→ff schlafen, Schiff <> slaap, schip p→pf Pflug, Apfel, Kopf <>ploeg, appel, kop, t→ss essen, dass, aus <> eten, dat, uit t→tz Zeit, Katze <> tijd, kat k→ch machen, ich <> maken, ik
Nederduits <> Hoogduits
De Lage Landen: de voorgeschiedenis Oudste mensensporen in Nederland en Vlaanderen zijn 250.000 tot 350.000 jaar oud. eerste millennium voor de jaartelling: Kelten verdreven en/of vermengden zich met de oorspronkelijke bevolking eerste eeuwen voor de jaartelling: Germanen
Praegermaanse relicten Plaatsnamen: Megen, Chaam (= Kaam), Leuven Waternamen: Demer, Aar (in: ter Aar, Langeraar, enz), Leie De "apa" –namen (Gennep, Nispen enz.) Een aantal zijn nog vóór-Indo-europees: Isère/Jizera/Isar/IJzer
De historie begint met geschreven getuigenissen
Een oude bladzijde
dat zinnetje
Wat overgeleverd is wad* [doorwaadbare plaats]Vadam, bij Tacitus, nu Wadenooien (Gld.) <ca. 107>, Lex Salica (Latijn, 6e eeuw) aantal (plaats)namen (8e eeuw) enkele doopbeloften, toverbezweringen Wachtendonkse psalmen (9e of 10e e.) Leidse Willeram (ca 1060) Hebban olla vogala (ca. 1070) Evangeliarium van Munsterbilzen (1130)
Waardoor zo weinig bewaard? Oudnederlandse teksten:“geen waarde” Lodewijk de Vrome (778-840) heeft de ‘heidense’ geschriften verbrand Humanisten hergebruikten perkament met Oudnederlands erop Rooms-katholieke kerk was ook negatief Kortom: Oudnederlands had geen status
Lex Salica Lex Salica (Latijn, 6e eeuw) Handschrift eind 8e eeuw Bevat paar honderd woorden : durpello, fe, hano, hengist, thritig, skart, rosridi en dit zinnetje "Maltho thi afrio lito“ [ik] meld je: ik maak je vrij, halfvrije‘
Wachtendonckse psalmen (midden 10e eeuw) Interlineaire vertaling uit ’t Latijn Vernoemd naar de Luikse kanunnik Arnoldus van Wachtendonck, 16e eeuw Die had ’t ms in bezit fragmenten in diverse afschriften bewaard
Psalm 54, 6 timor et tremor venit super me et contexit me tenebra furchta in biuonga quamon ouer mi in bethecoda mi thuisternussi ‘vrees en beving kwamen over me en bedekten me duisternis’
Psalm 54, 7 et dixi quis dabit mihi pinnas sicut columbae et volabo et requiescam in ic quad uuie sal geuan mi fetheron also duuon in ic fliugon sal in raston sal En ik zei wie zal geven me vederen als een duif en ik vliegen zal en rusten zal
Evangeliarium van Munsterbilzen Bevat alleen deze zin: Tesi samanunga vvas edele unde scona (Munsterbilzen, 1130) ‘Deze verzameling (= gezelschap) was edel en schoon’
dat zinnetje (ca. 1070)
De geschiedenis ervan In 1932 ontdekt door Kenneth Sisam Abdij van Rochester Nu te Oxford, Bodleian Library Dateert uit 3e kwart 11e eeuw Lang niet ’t oudste Nederlands
Origineel en vertaling (H)abent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. Quid expectamus nunc. Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu Hebben alle vogele nesten begonnen tenzij ik en jij . wat beiden we nu
Hoe ga je spellen??? Naar ’t voorbeeld van ’t Latijn Klanken die overeen komen eender gespeld: b, d, c (=k), f, p, v (vaak als u), r, l, m, n, s, t klanken die het Latijn niet heeft: X > h, z > s, w > vv of uu
Hoe spel je klinkers? korte klinkers en lange klinkers Latijn heeft maar 5 tekens Aanvankelijk lange klinkers met één teken: jar, gemakt Later een markering: jaer, jaar of jair Na korte klinker de medeklinker verdubbeld: vgl. padden, paden
Kenmerken oud-Nederlands Auslautsverhärtung: uuort (nom) – uuordes (gen.); Onl. fluot tegenover Ond. flōd. Xs > s:– Onl. uosso mv. vgl. Duits Fuchs Nnl: oud , naast Duits alt, Eng. old Nnl: stichten naast Duits stiften,Onl: stihtan, Klinkers voltonig: hebban, olla, in = en
De klemtoon Indo-europees had een vrij woordaccent In ’t Germaans verschuift dat naar de 1e syllabe Met alle gevolgen vandien: Reductie klinkers in onbeklemtoonde syll. Hebben, alle Verdwijnen van naamvallen
Vormleer Nog een grote rijkdom aan vormen Werkwoordsuitgangen geven persoon en getal aan Voorbeeld verbuiging znw.: namo namon namin namono namin namon namon namon
Zinsleer Nauwelijks enige zekerheid Vertalingen, woord op woord
LITERATUUR, N. van der Sijs, Dialectatlas van het Nederlands, Amsterdam 2011 Marijke van der Wal (en Cor van Bree), Geschiedenis van het Nederlands, Utrecht 1994 A. Quak & J.M. van der Horst, Inleiding Oudnederlands, Leuven 2002
En nog een keer ’t zinnetje uit 1070, met daaronder de herspelling zoals die na ongeveer 1100 geschreven had kunnen worden
hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hi(c) (e)nda thu uu(at) unbida(n) (uu)e nu hebben olle vogele nestes hegonnen henase hik ende du wat onbiden we nu
- belangrijkste verschil: de klinkers in de onbeklemtoonde syllaben zijn gereduceerd. - dat proces in 1100 praktisch voltooid - dat is het criterium bij uitstek om een tekst tot ’t Middelnederlands te rekenen.
EINDE