Meetkunde Verzamelingen Klas 8.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Erfelijkheid Thema 3.
Advertisements

Proefwerk H2 licht. Uitwerking.
Gelijkmatige toename en afname
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Periode 2: LICHT EN GELUID
Het elektrisch veld Hoofdstuk 3.
Z, F en X hoeken Kees Vleeming.
Figuur maken met coördinaten in vier kwadranten
Licht mengen.
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 11
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 9
Hoogtelijn.
Gereedschapskist vlakke meetkunde
Wat verandert in perspectief ? Wat verandert NIET ?
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 8
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 14
Omtrekshoeken Stelling van de constante hoek:
Gelijkvormige driehoeken
3.2 Netvlies, kegeltjes, staafjes en kleurenblindheid
Newton klas 4H H3 Lichtbeelden.
Tweedegraadsfuncties
Eigenschappen van hoeken
Gereedschapskist vlakke meetkunde
De lens De lens beelden construeren..
Een gezicht en het woord ‘liar’
Verbanden JTC’07.
B vwo vwo B - 11e editie tweede fase Jan Dijkhuis, Roeland Hiele
Wiskunde A of wiskunde B?.
Gereedschapskist vlakke meetkunde
Rechte lijnen: lineair verband. Een lijn is een verzameling van punten.
WISKUNDE IN DE TWEEDE FASE (Bovenbouw) HAVO Profiel: Vak: C&M Wi A (niet verplicht E&M Wi A N&G Wi A of Wi B N&T Wi B.
Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 5
Rekenen & Tekenen sciencmc2.nl.
‘Vormleer: punten, lijnen, vlakken, hoeken’
Meetkunde 5L herhalingsweek: 5L : ‘herhalingsweek’
Vormleer: herhaling vlakke figuren
Meetkunde 5L week 19: Vormleer: vlakke figuren – de cirkel vlakke figuren 5L week 19: ‘Vormleer: vlakke figuren – de cirkel’ niet - veelhoeken veelhoeken.
Bijeenkomst 5. Terugblik  Wat hebben we vorige bijeenkomst besproken?  Alles gelukt met het persoonlijk profiel?  Liepen jullie nog tegen dingen aan?
Uitleg bij de vragenlijst Veiligheidsbeleving
Meetkunde 5de leerjaar.
Wiskunde G3 Samenvatting H2: Parabolen
Hoofdstuk 2 Licht en kleur.
Grafiek van lineaire formule
F- en Z-hoeken Uitleg en opgave Mavo.
Kaarsenhouder PO 0303.
Practicum spiegeling. (speldenprik methode)
Wiskunde A of wiskunde B?.
2. Tweedegraadsfuncties en vergelijking cirkel
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
Opleiding meten Deel 3 V&P tol. Jo Desutter OLVTD 2006
Gelijke afstanden Gelijke afstanden Gelijke afstanden © André Snijers.
Grafieken en formules 1-1 puntgrafiek, horizontale en verticale lijnen
M A R T X I W K U N E D S 2 M18 Bewijs: de eigenschappen van hoeken gevormd door evenwijdige rechten en een snijlijn © André Snijers.
Examentraining.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
Bewijs: de eigenschap van de bissectrice van een hoek
Eigenschap en constructie van de middelloodlijn van een lijnstuk
Extra oefening Gevraagd: CD en CE zijn raaklijnen aan c(M,r)
M A R T X I W K U N E D S 2 M38 Bewijs: de eigenschappen van de zijden, hoeken en diagonalen in een vierhoek © André Snijers.
Bewijs: eigenschap van de som van de hoeken in een vierhoek
Bewijs: de eigenschap van de som van de hoeken in een driehoek
LICHT - spiegelbeeld Het spiegelbeeld.
Tellen met kaarten.
Eigenschap en constructie van de bissectrice van een hoek
Tellen met kaarten.
In het landschap bij ons in de buurt zit een geheim wapen verborgen…
Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen. Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen.
Transcript van de presentatie:

Meetkunde Verzamelingen Klas 8

Verzamelingen   Bij het woord “verzamelingen” denk je misschien aan iets dat men spaart: postzegels, oude munten, enz. Kenmerken van zo’n verzameling: Je hebt er véél van nodig, anders is het geen verzameling! Het vormt een groep die bij elkaar hoort Onderdelen kunnen sterk verschillen (postzegels van landen bijv.) Ze hebben tenminste één eigenschap gemeenschappelijk, waardoor ze bij elkaar horen. (Bijv.: postzegels doet men op een brief!)

Voorbeeld 1 (V1, V2, enz. staat voor een verzameling ) V1: Alle leerlingen uit de klas 8D vormen een verzameling. V2: Leerlingen die al 14 jaar zijn. V3: Leerlingen in Nederland die al 14 jaar zijn. Dat is een veel grotere, andere verzameling. V2 is een deel van V3, want leerlingen uit de klas die 14 jaar zijn, behoren óók tot de kinderen in Nederland die 14 jaar zijn. Dus V2 en V3 overlappen elkaar! V1 en V3 hebben iets met elkaar gemeen. Soms kan een element dus tot meerdere verzamelingen behoren.

Voorbeeld 2: V1= alle leerlingen uit 8D V2= alle meisjes uit 8D Elk meisje zit in beide verzamelingen! Voorbeeld 3: V1=alle jongens van klas 8D V2=alle oranje bromfietsen in Amsterdam Beide verzamelingen hebben géén overlapping, dus geen doorsnede. Dit heet een “lege verzameling”. (Doorsnede is wat twee verzamelingen gemeenschappelijk hebben. Symbool: ∩ )  

Definitie: ► Een verzameling is een groep van dingen (=objecten) die een gemeenschappelijke eigenschap hebben ◄ De objecten die tot de verzameling behoren heten elementen. Omgekeerd: een element dat die eigenschap niet heeft, behoort dus ook niet tot de verzameling. Het is daarom belangrijk precies te omschrijven wat de gemeenschappelijke eigenschap is. We gaan nu kijken naar wiskundige verzamelingen!

Soorten verzamelingen lijnfiguren Oppervlaktefiguren

Som 1 Gegeven: een cirkel met straal r=4cm en middelpunt M. Teken de verzameling van alle punten die verder dan 3cm van het middelpunt M liggen (kleur dit gebied rood) Teken de verzameling van alle punten die minder ver dan 4 cm van het middelpunt M liggen (kleur dit gebied blauw) Geef met een aanwijspijl aan welk gebied binnen beide verzamelingen ligt, dus de doorsnede. Schrijf de formules op van beide verzamelingen.

Gegeven: een cirkel met straal r=4cm en middelpunt M Som 2 Gegeven: een cirkel met straal r=4cm en middelpunt M Teken de verzameling van alle punten die verder dan 3cm van punt M liggen (rood) Teken de verzameling van alle punten die minder ver dan 2cm van punt M liggen (geel) Hoe zit het met het gebied waar beide puntverzamelingen samenvallen? (doorsnede) Leg uit. Schrijf de formules op van beide verzamelingen.  

Som 3 Gegeven: een cirkel met straal r=4cm en middelpunt M Teken de verzameling van alle punten die op 3cm en minder liggen vanaf het middelpunt (geel) Teken de verzameling van alle punten die op 2cm en meer liggen vanaf het middelpunt (blauw). Geef met een aanwijspijl aan welk gebied binnen beide verzamelingen ligt. Geef de formules van beide verzamelingen.

Lezen van gecodeerde verzameling formules: Opgave 1 V1 = {alle P│d(P,M) >3cm (rood)   V2 = {alle P│d(P,M) < 4cm (blauw) Opgave 2 V1 = {alle P│d(P,M) >3cm V2 = {alle P│d(M,M)<2cm Opgave 3 V1 = {alle P │d (P,M) ≤ 3cm (=geel) V2 = {alle P │d (P,M) ≥ 2cm (=Blauw)

Meetkundige figuren als puntverzameling  Som 4 Teken de verzameling V4 van alle punten P waarvoor geldt, dat hun afstand tot een vast punt M gelijk is “r”. (r kan elk gewenst aantal cm zijn) Schrijf ook de notatie op.   Som 5 Teken de verzameling V5 van alle punten P waarvoor geldt. Dat hun afstand tot lijn “l” gelijk is aan d. (d kan elk gewenst aantal cm zijn) Som 6 Teken de verzameling V6 van alle punten P, waarvoor geldt dat hun afstand tot twee punten A en B gelijk zijn . Som 7 Teken de verzameling V7 van alle punten P waarvoor geldt, dat hun afstand tot twee evenwijdige lijnen l1 en l2 gelijk zijn.

Opgave 4

Opgave 5

Opgave 6

Opgave 7

Constructie van de parabool op ruitjespapier van 1cm:   Trek vanuit het brandpunt F concentrische cirkels met stralen van 1cm, 2cm, 3cm, 4cm enz. enz. Zo ver als je op je papier kunt komen Kijk naar de cirkel met straal=2cm. Bepaal het punt waar een hoogtelijn op l een afstand heeft van 2cm tot die cirkel Kijk naar de cirkel met straal=3cm. Bepaal het punt waar een hoogtelijn op l een afstand heeft van 3cm tot die cirkel Kijk naar de cirkel met straal=4cm. Bepaal het punt waar een hoogtelijn op l een afstand heeft van 4cm tot die cirkel Enz. enz. Verbind de ontstane punten, gaande vanuit P en je hebt de rechter helft van de parabool Spiegel nu alles op de linker helft van je papier en je hebt de hele parabool