Thema 4 Mens en Milieu.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Thema 4, Mens en Milieu Misschien niet het meest “sexy”onderwerp
Advertisements

Eutrofiëring = voedselrijker worden van bodem en oppervlaktewater. Bijv. door overbemesting (vooral stikstofzouten en fosfaat) met mest / kunstmest.
Oppervlaktewater (rivieren, kanalen, meren , zee)
Ecologie VWO 5.
Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4
Voor de groeiende wereldbevolking
Luchtvervuiling Emissie uitstoot van gassen in de lucht
Water BEGRIPPEN Oppervlaktewater = rivieren, kanalen, meren, de zee etc. (i.t.t. het water in de bodem) Zelfreinigend vermogen van water= mineralisatie.
13.3 t/m 13.5 Voedselketens / Voedselpiramides / Biomassa / BPP /NPP / Eutrofiëring.
LEVENSKENMERKEN.
2.2: Meer kennis, meer voedsel
Bs. 132 t/m Bs. 134 Gemaakt door: Daniëla en Rosa
T1. Afval en milieu B1. Soorten afval B2. Stoffen in de natuur
Mens en milieu 5H. Landbouw Bemesten  kan leiden tot uitspoeling – Kunstmest (nitraat/NO3 - en fosfaat/PO4 3-) – Stalmest (reducenten zetten dit om tot.
Ben je er klaar voor? Druk dan op de knop:
Basisstof 9: Autotroof en Heterotroof
Basisstof 3: Kringlopen Basisstof 4: Piramides Basisstof 5: Populaties
VWO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
Verbranding en Ademhaling
HAVO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO B deel 1
Hoofdstuk 12: Mens en milieu
MENS EN MILIEU THEMA 3.
Stikstofkringloop Koolstofkringloop
Thema 2 PLANTEN Basisstof 4 BLADEREN.
1 Thema 3 Mens en milieu B1 en B2.
Stofwisseling Thema 1.
De lucht De lucht (een mengeling van vooral stikstof, kooldioxide en zuurstof) raakt vervuild door uitstoot van gassen.
Ecologie Thema1.
Leskaart fotosynthese en verbranding Leskaart broeikaseffect
Stofwisseling. Organische stof is een stof die gemaakt is in een levend wezen Bevat energie Koolhydraten eiwitten vetten Anorganische stof is een stof.
De mens en zijn milieu ZW4 Hoofdstuk 4. §1 De mens en het milieu Milieu: de omgeving waarin een organisme leeft Mens en milieu: de mens en zijn omgeving.
MENS EN MILIEU Relatie mens en milieu
Thema Leven Les 5 Metabolisme.
ADEMHALING Gaswisseling = uitwisselen van zuurstof tegen koolstofdioxide.
Thema 9 Milieu.
Soorten meststoffen test.
Nog enkel begrippen..
Trailer 'dansen op de vulkaan'
Eutrofiëring.
Ecologie' 17 .
Koolstofkringloop CO2 → ↑ ↓ ←.
Verbranding en ademhaling
Klik hier om naar mijn site te gaan
Gaswisseling 4 VMBO - GT.
Verbranding en Ademhaling
Organische meststoffen
Thema 4 Mens en Milieu.
Verbranding en ademhaling
Thema 3 ecologie.
Koolstofkringloop Lucht Planten fotosynthese Plantaardige
Ecologie Hoofdstuk 6.
413 – ECOLOGIE.
Ademhaling - verbranding
Ben je er klaar voor? Druk dan op de knop:
Het ademhalings-spel Ben je er klaar voor? Tip: Adem diep in,
T3. Verbranding en ademhaling
Eiwitten op je bordje Context 2.
dierlijke cel en een plantaardige cel
Organische meststoffen
Hoofdstuk 2 Natuur en milieu
Transcript van de presentatie:

Thema 4 Mens en Milieu

Optimale Productie (1) Gebruik van Mest (Kunst en Stal) Bodembewerking Uitspoeling door het oogsten van gewassen Door mest weer toevoegen van mineralen Bodembewerking Betere bodem voor groei planten Meer zuurstof in de bodem Bescherming tegen ziekten Chemische bestrijding Biologische bestrijding

Optimale Productie (2) Verandering erfelijke eigenschappen Veredeling Recombinant DNA Kunstmatige Inseminatie In Vitrofertilisatie Betere voeding Krachtvoer met energierijke stoffen, mineralen, geneesmiddelen en hormonen

Gangbare Akkerbouw Monocultuur met daardoor hoge kans op Plagen De Grond raakt uitgeput Gebruik Chemische bestrijdingsmiddelen Niet selectief Resistentie Accumulatie Vervuiling Oppervlaktewater

Accumulatie Het percentage gifstoffen in de biomassa van een schakel wordt steeds hoger. Hoe hoger een dier in de voedselketen staat, hoe hoger het percentage gifstoffen in dat dier.

Intensieve Veehouderij Ook wel bio-industrie genoemd Veel dieren op weinig grond Mestoverschot Voer voor dieren wordt gekocht

Gangbare Tuinbouw Glastuinbouw Hoog energieverbruik Veel chemische bestrijdingsmiddelen

Biologische Landbouw Milieuvriendelijk Geen monocultuur Vruchtwisseling Geen kunstmest Bestrijding met natuurlijke vijanden Geen intensieve veeteelt: scharreldieren

Verzuring Oorzaken: Gevolgen: Het verkeer stoot zwaveldioxide en stikstofoxide uit. Hierdoor ontstaan zwavelzuur en salpeterzuur, een deel hiervan komt met de regen naar beneden (zure regen) Bio-industrie stoot ammoniakgas uit. Gevolgen: Uitspoeling van de grond Beschadiging planten (wortelharen, fotosynthese en gevoeligheid voor ziektes) Dode meren Beschadiging beeldhouwwerken

Vermesting Veel mineralen in het water, voedselrijk water Zelfreinigend vermogen Reducenten breken organische stoffen af, hierdoor komen mineralen vrij Waterbloei Veel algen daardoor wordt het water troebel Algen Watervlooien Brasem Snoek

Afvalverwerken Gescheiden inzamelen Recycling Hergebruiken Composteren Verbranden Storten

Oefenvragen In een meertje is het water helemaal groen en troebel. Een gevolg is dat veel soorten waterplanten zich minder goed ontwikkelen en sterven. Dit geldt vooral voor waterplanten die zich geheel onder het water bevinden. Leg uit waardoor deze waterplanten zich minder goed ontwikkelen en sterven.

In de afbeelding zijn de voedselrelaties tussen een aantal organismen in de zee weergegeven. Door lozing van industrieel komt er afvalwater in het zeewater. In welk van de genoemde dieren zal per gram lichaamsgewicht de grootste hoeveelheid zware metalen worden aangetroffen? Plantaardig Plankton Garnalen Wormen Vissen Pinquïns

Thema 6 Gaswisseling

Gaswisseling Koudbloedig  Warmbloedig Celmembraan, Kieuwen, de Huid en Longen Afhankelijk van de bouw van het organisme

Water + Koolstofdioxide + Energie Verbranding Glucose + Zuurstof Water + Koolstofdioxide + Energie Glucose is de brandstof Water en Koolstofdioxide zijn de verbrandingsproducten

Ademhalen Neusademhaling  Mondademhaling Lucht wordt via de neus verwarmd De Lucht wordt via de neus gezuiverd Via de neus wordt de lucht vochtig gemaakt Lucht wordt door de neus gekeurd

Ademhalen Slikken Verslikken Huig staat open Huig sluit neusholte af Stortklepje staat open Strotklepje sluit luchtpijp af Strotklepje staat open Lucht stroomt van de neusholte naar de luchtpijp en omgekeerd Voedsel kan van de mondholte in de slokdarm komen Voedsel gaat van de mondholte de neusholte en de luchtpijp in

Ademhaling bij de mens http://www.bioplek.org/animaties/longen/ademhalingsspieren.html

Oefenvraag Twee erlenmeyers zijn gevuld met wat kalkwater. Via een slangetje wordt gedurende enkele minuten in- en uitgeademd. Bij inademen komt de lucht door erlenmeyer 1 en bij uitademen door erlenmeyer 2. De pijlen geven de richting van de lucht weer. In welke erlenmeyer wordt het kalkwater het eerste troebel, leg het antwoord uit.

Kalkwater  1 2