Grondgebondenheid in de melkveehouderij VHL, Leeuwarden 24-9-2018 Alfons Beldman, Co Daatselaar
Agenda 09:15 Ontwikkelingen Nederlandse melkveehouderij 09:40 Introductie grondgebondenheid 10:05 Introductie cases melkveebedrijven 10:15 Pauze 10:30 Cases in groepjes 11:15 Gezamenlijk bespreken resultaten 12:00 Samenvatten resultaten Waar verdieping? Wat ontbreekt? Etc. 12:30 Einde
Dairy sector Netherlands 2005 2010 2015 2017(E) Total milk production (x billion kg) 10.5 11.6 13.3 14.1 Nr of dairy farms (x 1.000) 19.5 17.4 16.5 16.2 Grass and feed crops (x 100.000 ha) 8.9 8.7 8.8 Nr of cows (x 1 million) 1.43 1.48 1.63 1.64 Intensity (x 1000 kg melk/ha feed crops) 11.8 13.4 15.1 15.9 Milk yield/cow (kg) 7300 7900 8200 8569 Nr of cows per farm 73 85 99 101
Dutch dairy destination of milk and contribution to the economy 45 thousand fte’s in dairy farming and processing industry Dutch dairy destination of milk and contribution to the economy 25 companies and 53 dairy plants 55.6% cheese 13.7% milkpowder Export revenues € 6.4 billion 55% cheese, 14 % milkpowder, 7 % drinking milk, brond zuivelNL Contribution to trade surplus: 7% Source: Zuivelnl
Development farm structure 2005-2016 Cows/ha feed crops Number of cows
Duurzame Zuivelketen
Aanleiding Duurzame Zuivelketen (vanaf 2008)
Duurzame Zuivelketen nu
Visie Duurzame Zuivelketen Streven naar een zuivelsector die toekomstbestendig en verantwoord is. veilig en met plezier werken, een goed inkomen verdienen, kwalitatief hoogwaardige voeding produceren, met respect omgaan met dieren en milieu en door de Nederlandse samenleving gewaardeerd worden.
Verantwoorde ontwikkeling Nederlandse melkveehouderij Grondgebonden melkveehouderij Weidegang handhaven op niveau 2012 Gezinsbedrijf blijft basis Ontwikkelen binnen milieurandvoorwaarden Ongewenste bedrijven: geen vergunning, geen afname melk door zuivelondernemingen
Doelen Duurzame Zuivelketen Meer informatie: http://www.duurzamezuivelketen.nl
Samenvatting resultaten DZK
Grondgebondenheid en DZK Grondgebondenheid onderdeel van de visie van DZK Eind 2017 heeft de stuurgroep van DZK een commissie ingesteld om “tot een gedragen voorstel te komen van de invulling van grondgebondenheid voor de melkveehouderij en daarbij een stip op de horizon richting 2025 te plaatsen” Bindend advies
Visie ministerie van LNV “Het moet dus anders: van voortdurende verlaging van de kostprijs van producten naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen. In de periode tot 2030 vindt een omslag plaats “waardoor veehouders steeds meer voer gebruiken dat zij zelf hebben geteeld of hebben aangekocht van bij voorkeur lokale of regionale producenten. Ook benutten zij in het veevoer steeds meer rest- en bijproducten uit de humane voedingsindustrie.”
Commissie grondgebondenheid Ingesteld door LTO en NZO: Middelen/wegen om tot toekomstbestendige melkveehouderij in Nederland te komen In principe goede omstandigheden voor melkveehouderij in Nederland Koele zomers, zachte winters Geschikte grond, behoorlijk deel goed (en alleen) bruikbaar voor grasland Veel kennis opgebouwd in afgelopen eeuwen Maar:
Terug naar grondgebondenheid In laatste 50 jaar veestapel per bedrijf meer gegroeid dan hoeveelheid grond per bedrijf Voer komt van verder, mest moet naar verder Koe wordt minder zichtbaar: wat gebeurt er achter die stalmuren? Minder grondgebonden Gevolgen onder andere: Acceptatie door maatschappij afgenomen Druk op milieu toegenomen Economisch kwetsbaarder geworden Antwoord: meer grondgebonden melkveehouderij
Grondgebondenheid, waarom?
Grondgebondenheid streefbeeld 2040 Gras is de basis van het rantsoen van de koe Een melkveehouder sluit zoveel mogelijk de kringloop op eigen bedrijf en/of sluit voer (gras + voedergewassen)- en mestkringloop op buurtniveau Kringloop bij/co producten sluiten op nationaal niveau Uitsluitend in Europa geteeld aanvullend (kracht)voer
Grondgebondenheid: lokale kringlopen
Grondgebondenheid: streefbeeld 2040
Kengetal % eiwit van eigen land Zoveel mogelijk aspecten ‘vangen’ in 1 kengetal Ingewikkelder dan GVE/ha of fosfaatplaatsing Laat, volgens Commissie, meer ruimte voor eigen keuzes van ondernemer Zet aan tot meer gras: gras eiwitrijker dan mais Meer weiden Meer mogelijkheden weidevogelbeheer e.d. (vooral blijvend) grasland goed voor bodem Minder afhankelijk van voeraanvoer/mestafzet Minder transport Wel mogelijkheid tot buurtcontracten...
Definitie percentage eiwit van eigen land Begin: eiwit geoogst van eigen land zonder verkoop, gedeeld door eiwit opgenomen door eigen veestapel Gaat goed als beginvoorraden = eindvoorraden. Dat is nooit helemaal het geval Bedrijven die voer verkopen, komen relatief laag uit Voer wel gegroeid op eigen land maar niet opgenomen door eigen veestapel Momenteel: eiwit geoogst van eigen land inclusief verkoop, gedeeld door eiwit dat door de eigen veestapel is opgenomen Wellicht beter: welk deel van door eigen veestapel opgenomen eiwit is van eigen land? Is te bepalen met Kringloopwijzer-invoergegevens
Kengetal % eiwit van eigen land
intensief midden extensief klein midden groot
Cases Groot Midden en Groot Intensief bedrijfsopzet % eiwit eigen land 63 49 Aantal ha 88,2 72,5 % grasland 85,6 81,7 Aantal koeien 162 188 Aantal kalveren 0-1 jr 54 60 Aantal jongvee > 1 jr 53 59 Melkkoeien per ha 1,86 2,68 Kg melk bedrijf 1.387.000 1.698.000 Kg melk per koe 8573 9029
Cases Groot Midden en Groot Intensief enkele resultaten Vervangings-% melkk 26,1 25,8 Dagen weiden 182 162 Eiwitgehalte rantsoen 163 158 Rantsoen droge stof % uit vers gras 12 9 % uit gecons. Gras 38 30 % uit mais 19 28 % uit bijproducten 5 8 % uit krachtvoer 26 25 Opbrengst gras/ha 10.700 12.100 Opbrengst mais/ha 16.800 16.600
Aan de slag (1) In groepjes Welke maatregelen kan een melkveehouder nemen om het % eiwit van eigen bedrijf te verhogen?
Aan de slag (2) Beide cases halen de 65% nog niet Welke maatregelen om dat wel te realiseren? Bv. grond kopen In welke mate/hoeveelheid een maatregel invullen? Bv. Groot Midden + 2 ha, Groot Intensief + 10 ha Wat betekent de maatregel/het pakket van maatregelen? Kosten en opbrengsten? Investeringen? Effecten op bv. CO2, ammoniak, fosfaatoverschot Effecten op uitstraling (bv. meer weiden) Presentatie/bespreking per groep van bevindingen
Groepen presenteren resultaten aan elkaar, inclusief bevraging en reflectie