§2.1 Van stad tot wereldrijk In deze paragraaf leer je over: Het Romeinse rijk De republiek Rome Veroveringen Romeinse provincies © Noordhoff Uitgevers
Het Romeinse rijk Rond 3000 v.C. begon de tijd van Grieken en Romeinen. Dat tijdvak duurde tot 500 n.C. In dat tijdvak vormden de gebieden rond de Middellandse Zee lange tijd één groot en machtig rijk: het Romeinse rijk. Rijk: een heel groot gebied met één bestuur. © Noordhoff Uitgevers
De republiek Rome Het Romeinse rijk ontstond vanuit de stad Rome. Vanaf 500 v.C. was Rome een staat zonder vorst, een republiek. Het bestuur was in handen van 300 rijke mannen. Zij waren de baas in de politiek. Politiek: alles wat te maken heeft met het bestuur van een land. © Noordhoff Uitgevers
Veroveringen De Romeinen begonnen vanaf 400 v.C. gebieden buiten Rome te veroveren. Eerst veroverden ze Italië. Daarna breidde het Romeinse rijk zich uit naar Europa, Afrika en Azië. De Romeinse soldaten waren goed getraind. Ze wonnen veel oorlogen tegen andere volken. In 27 v.C. kwam de macht over het grote rijk in handen van één vorst, een keizer. © Noordhoff Uitgevers
© Noordhoff Uitgevers
Romeinse soldaten in gevecht met Germanen. © Noordhoff Uitgevers
Romeinse provincies De Romeinen deelden het rijk op in kleinere gebieden. Deze provincies kregen bestuurders die in opdracht van Rome werkten. De Romeinen zorgden voor orde en rust in de provincies. In ruil daarvoor moest de bevolking belasting (geld of goederen) aan de bestuurders betalen. © Noordhoff Uitgevers