De Gouden Eeuw en de Natuur

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Industralisatie en Ismen.
Advertisements

P 3.2 Kwetsbaar ecosysteem
Oerbos Bialowieza, Polen – Wit-Rusland
Het Nationale Park De Hoge Veluwe: een ‘groene schatkamer’.
Paragraaf 1.3 Jagers worden boeren.
Nationaal Landschap Laag Holland in ontwikkeling
Grote ontdekkingsreizen en hun gevolgen
De economie in de gouden eeuw
Hoofdstuk 5 Werelden van verschil
De Republiek in een tijd van vorsten
Op welke manier veranderden de landbouw en het landschap op de Nederlandse zandgronden en hoe komt dat?
1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.4.
De Republiek in een tijd van vorsten
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.4.
Nederland Les 9: De Gouden Eeuw
Hoofdstuk 5 |de Verenigde Staten worden een wereldmacht.
Landbouw in Oostenrijk en NL
P 1.2 Ethiopië, een paradijs boven de evenaar
Indonesië.
Basisboek BB 88: wereldecosystemen
De Republiek in Europa.
Geschiedenis = het doen en denken van mensen in het verleden.
H2 De economie van de Gouden Eeuw
Vooraf: van - naar.
Landschapszones op aarde
Overeenkomst broedvogelbevolking.
Westerse wereld.
De economie in de gouden eeuw
Kolonialisme en slavernij
2 vmbo-T/havo 2 landschap, §6 en 7
Paragraaf 1.4 Leven van de landbouw.
Hoofdstuk 4 De Nederlanden
D. Doorlopers: Het dagelijkse leven in het ancien regime
Flora en fauna.
Paragraaf 1 De welvaart neemt toe.
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Grote Ontdekkingsreizen en hun gevolgen
1 VWO Hoofdstuk 1 Bevolking § 2 - 4
H6 Imperialisme §6.4 De verovering van Afrika Wat moet je weten aan het eind van de les? Hoe de contacten tussen Europa en Afrika voor 1884 waren Waarom.
H5.2 Europeanen ontdekken de wereld
Geologie van Nederland
Carbon Footprint Link tussen Milieubewustzijn en Bedrijfsresultaat 24 april 2012, Theun Vellinga.
Jaap Wijdenes WEIDEVOGEL BESCHERMING. Inleiding Film Informatie Anekdotes Belevenissen.
Tijd van Regenten en Vorsten 1600 – 1700
Koning van de weide Kening fan ‘e Greide Pittima reale Nationale vogel
Koloniale verleden.
VOC en de reis naar Azië Woensdag 11 november.
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
Blok 2 Milieuvervuiling,
Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders
Voedsel verbouwen Thema 2 – blok 2.
Ontdekking en verovering 2.2 De Europese expansie begint
Nederland en Indonesië
“De steden komen weer tot bloei”
Imperialisme H6 geschiedenis Memo.
Natura 2000/fauna voorzieningen
Na de laatste ijstijd: het Holoceen
VROEG MODERNE TIJD Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van de wereldeconomie.
Natuur in Nederland Hoe gaat het met de natuur in Nederland?
VOC en de reis naar Azië Woensdag 11 november.
Blok 2 Milieuvervuiling,
De natuur in Nederland Hoe gaat het met de natuur in Nederland?
1.10 Globalisering van de landbouw en de EU
3.7 Amazonia: de betekenis (SE)
§1.2 Jagers worden boeren In deze paragraaf leer je over:
§6.3 Nederland en de wereld
1 In deze paragraaf leer je over: Uitvinding van de landbouw Landbouwsamenlevingen Ingrijpende verandering §1.2 Jagers worden boeren © Noordhoff Uitgevers.
Transcript van de presentatie:

De Gouden Eeuw en de Natuur Jan Luiten van Zanden

Discussie: economische groei en duurzaamheid Ging economische groei in verleden ten koste van natuur? Gouden Eeuw: ongekende groei BBP per hoofd, urbanisatie, overzeese expansie Wat waren gevolgen voor natuur en milieu? Project biodiversiteit in Nederland Website Athena-research.nl

Periode 1350-1800 Ingeklemd tussen Grote Ontginningen Middeleeuwen: ontstaan Nederlandse landschappen, ontbossing Industriële Revolutie: bevolkingsgroei (van 2,1 naar 17+ miljoen), economische groei, urbanisatie, infrastructuur, vervuiling Soort stabiliteit (LeRoy Ladurie ‘Histoire Immobile’), maar juist niet in Nederland

Bevolking van Nederland: van 0,8 naar 2,1 miljoen

Gouden Eeuw Zwarte Dood Franse Bezetting

Wat zijn gevolgen geweest? Veranderingen in landbouw en landschap - west-Nederland: opkomst gespecialiseerde veehouderij - oost-Nederland: beheer gemene gronden door marken - duinen: het konijn als exoot Jacht Visserij: binnenwateren, Noordzee, Spitsbergen Vogelen: reigersbossen, eendekooien en vinkenbanen Overzee: VOC in Zuid-Afrika en Sri Lanka Is men ook anders tegen de natuur gaan aankijken?

Landschapsverandering: laag Nederland Ontstaan veenweidegebied in laag Nederland Grote ontginningen 900-1250: akkerbouw op veen Erosie, verveningen, stijging waterspiegel Crisis vanaf ca 1370 in akkerbouw Sint Elisabethvloed 1421 Specialisatie op melkveehouderij, invoer granen uit Oostzee Weidegebied met weidevogels: grutto, tureluur, kievit, kemphaan, scholekster

Opbrengst tienden

Nieuw landschap Veenweidegebied is ‘cultuurproduct’ (half-natuur – Westhoff) Dichtheid weidevogels ‘onnatuurlijk’ – komen oorspronkelijk van toendra, heide, duinen Vonden in weidegebied nieuwe habitat Ingebed in Nl/Friese cultuur: kievitseieren Discussie over historische ups en downs; Recent sterke achteruitgang Maar hoogtepunt in 19e eeuw, of halverwege 20e eeuw? Door meer intensieve bemesting?

Landschapsverandering: hoog Nederland Transitie van Middeleeuwen tot 19e eeuw: Late Middeleeuwen: veel bos, gebruikt voor akeren varkens, jacht op wild 18e/19e eeuw: bos grotendeels verdwenen, plaatsgemaakt voor heidevelden en zandverstuivingen Ecologische ‘degeneratie’?

Hoog Nederland: rol marken Woeste gronden beheerd door markegenootschappen Probeerden gebruikt te reguleren: beperking akeren, kappen bos (brandhout, timmerhout), weidegronden (aantal stuks vee) Intensivering landbouw en groei areaal: plaggenbemesting: plaggen van heide nodig voor potstal (schepen en runderen) Marken beperkt succesvol: lange termijn verlies biodiversiteit bos -> zandverstuiving Ook hier: landschap is cultuurproduct

Duinen als konijnen’warande’ Konijn is exoot, rond 1300 in Nl ingevoerd vanuit zuiden Oorsprong Spanje? Rol Romeinen en Franse kloosterlingen in verspreiding Duinen als woeste gronden geclaimd door Graaf van Holland Vanaf 1300 ingericht voor teelt konijnen: waranda’s, door graaf verpacht Concurrenten (vos, roofvogels) onderdrukt Consumptie vlees en bont Konijnen verwilderen: plaag voor landbouw Na 1700 konijnenteelt over hoogtepunt

Jacht Feodaal recht, kleine elite (2000 jagers in 18e eeuw) Slechte reputatie: doden als vermaak Maar eerste ‘natuurbescherming’ (van de ‘wouden’) was gericht op in stand houden jachtgebieden Plakkaten laten zien hoe jacht gereguleerd werd Geleidelijk werd wild schaarser, en begon met meer restricties in te voeren: start/einde jachtseizoen, verbod te effectieve vangstmethoden Toch verdwijnt meeste wild (wolf, wild zwijn, edelhert) en vogels (kraanvogel, **** Jacht door vorst van Holland naar Utrecht/Gelderland;

‘Vogelen en Vissen’ Belangrijke bron werk laag nederland rond 1500 Relatief stabiele vormen van exploitative – beperkte invloed op populaties (Thijsse over vinkenbanen) Grote varieteit aan directe exploitative natuur Binnenvisserij (paling, snoek), riviervisserij (zalm en steur) Vogelen: Opkomst eendenkooien Teloorgang reigersbossen: vraag veranderd? Opkomst vinkenbanen

Eendenkooien

Reigersbossen: Schollevaarseiland

Algemene trends Natuur veelal geexploiteerd via ‘feodale’ eigendomsrechten en beheer door landheer Voorbeelden: duinen, marken, jacht, Mix van stabilisatie (als strategie) en geleidelijke erosie populatie (door collectieve actie problemen & bevolkingsgroei) Omslag na 1800: Verlichting schaft ‘feodaliteit’ af: marken opgeheven, jacht gedemocratiseerd Nieuwe ideologie: ‘woeste gronden’ en ‘ongedierte’ moet plaats maken voor ‘vooruitgang’

Buiten de landsgrenzen Economie Republiek niet aangrenzen gebonden Haringvangst: stabile, geen aanslag op populatie(s) (Poulsen) Walvisvaart: Spitsbergen: exploitative ‘naieve’ populatie – eerst zeer hoge opbrengsten, later uitputting, verplaatsing naar Groenland

VOC in Zuid-Afrika en Azië Maritius en de Dodo: paradijselijk begin (onbewoond eiland met maagdelijke, ‘naieve’ fauna en flora) Door VOC geannexeerd en leeggeplunderd 1603: ‘ende noch vinghen wij alhier waeter schiltpadden, rochen, harders, platte visschen gelijk als brasem, en de oyck salmenetten, ende noch vinghen wij met hoecken seer groote visschen…… somma hier is soo overvloedich van visch dat het qualyck is om te geloven’. ‘Item van de gedierten dy er haer opt land onthouden, als schildpadden, walchvogels (de bekende dodo’s), flamenchus, ganssen, endtvoegelen zoo velthoenderen groot en kleyn, Indiaenschen ravers, oyck duyven, daer syn oyck roostarte duyven, daer menich man sieck aff geweest is, hier syn oyck menichte van grauwe papegaeyen, ende oyck groene met langhe starten, waarvander sommighe gevanghen wordden”

De overvloed van Mauritius’ ‘megafauna’

VOC en de olifant Kaap de Goede Hoop 1652 Deels ‘naieve’ natuur – San en Khoikhoi vaak geen ernstige bedreiging ‘megafauna’ VOC uit op handel in ivoor en heeft geweren en paarden Ivoor in trek in Europa, Japan en India Grootschalige jacht op olifanten: van 8.000 in 1650 naar enkele honderden in 1800 Alleen nog in bosgebieden in Zuid-kust Alleen olifanten zonder slagtanden overleven

Addo Elephantspark

VOC en olifant: Sri Lanka VOC neemt systeem olifantenjacht over dat al bestond ‘perfectioneert’ het met ‘kraalmethode’

Sri Lanka Indische olifant & bossen in binnenland Markt in India en Perzië; oorlogvoering, ceremonies,werkkracht Olifant gemiddeld 2000 gulden waard (ivoor 1 gulden per pond) Ook daar ‘genetic drift’ richting slagtandloze olifanten VOC oogst selectief (geen vrouwtjes, import mannetjes) Totale populatie op peil, Kwaliteit daalt?

Conclusies Algehele beeld: geleidelijke achteruitgang natuur (maar niet zo snel als in 19e eeuw) Traag is gebieden met heldere beheersmethoden en eigendomsrechten (Nl., Sri Lanka) Snel, dramatisch in ‘lege’ gebieden: Spitsbergen, Mauritius, Kaapkolonie Grotere diversiteit misschien alleen in centrum: weidegebied laag Nederland

Interventies in natuur Mauritius: Uitsterven dodo en veel endemische planten en diersoorten Kaapkolonie: uitsterven Quagga Indische en Afrikaanse olifanten zonder slagtanden Veenweide gebied: weidevogels afkomstig uit toendra, heide, duinen, strand