Hoe leer je geschiedenis?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren
Advertisements

Hoe kun je informatie het beste in het geheugen opslaan?
De leesstrategie voor begrijpend lezen
tekstbegrip Probleem; hoeveelheid vragen bij tekst.
Hoe ga je te werk bij aardrijkskunde?
De beste manier om woorden aan te pakken…
Het geven van een workshop
Workshop begripsvorming
Historisch redeneren en denken vakdidactiek 21-3
Geschiedenis havo 4 - een introductie
PRESENTATIES IN A NUTSHELL.
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Intensief lezen Lees de tekst grondig door en duid kernwoorden en/of –zinnen aan. Doe dit zo. Hoe doe je dit? Volg de pijl en dan zie je het symbooltje.
OFC28 mediawijsheid les 7 leren door te maken
Samenvatten.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
Vorige week Menukaart/woordweb Verzorgingsstaat
Freemind.
De dag vóór het examen Schrijf de data en uren waarop je examen moet doen op een groot vel papier en hang het goed zichtbaar op! Leg alles wat je voor.
Portfolio Presentatie
Welkom bij het mooiste vak van de wereld
Hoe leer je geschiedenis?
Wat is geschiedenis en wat heb je eraan? § 1.1 & 1.2
Het belang van plannen.
Reclame Masters | Ik en reclame!
Lezen: doe het goed voor
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
Woordjes leren.
Leesvaardig Examentraining.
Centraal Examen Nederlands
Groep 6 Begrijpend lezen
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 BK Lesweek 5
Mysteriespel: De moord op Willem van Oranje
Les 2 – Hfst 1 – wat zijn drugs en hoe werken ze?
Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
1. Wat gaan we vandaag doen ?
Groep 7 Begrijpend lezen lezen
In 2017 ga jij: je diploma halen;
Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 KGT Lesweek 5
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Ongeschreven en geschreven bronnen
Kennismaking met programmeren
Cursus 1.3 Reis door de tijd Klas 1 KGT Lesweek 3
Aantekeningen maken en navertellen
Toetsen? Doe het zelf!.
Ongeschreven en geschreven bronnen
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 3
Paragraaf lezen h5 Feiten, meningen en argumenten
Les 1 Doelgroep: mbo niveau 4 – taalreferentieniveau 3F Docent: Anja Vergeer-Negenman Nederlands leesvaardigheid.
Kennismaking met programmeren
Helpen bij huiswerk en plannen
Les 2: gegevens samenvatten
Posters voor in het geschiedenislokaal
Historisch redeneren + taalgericht vakonderwijs (bijeenkomst 3)
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 1
Oorcheck op het mbo 8 Over Gehoor & gehoorschade
diagnostische toets leesvaardigheid
Pak je boeken! Paragraaf 3.4!
Inleiding.
Communiceren met knipperen
nibi conferentie 2019 Annnemieke Gemmink, CLV
IS EEN WALVIS WEL EENS BANG IN HET DONKER? LES 7 : DIEPSTE PLEK.
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Paragraaf 3 Rivieren van ijs
lezen Feiten, meningen en argumenten
Grenzen en identiteit: Rusland
Zelfstandig maken van opdrachten
STUDIEHULP VOOR SCHOLIEREN DEEL 1 Beter Leren
Digitale toetsen Quayn.
Transcript van de presentatie:

Hoe leer je geschiedenis?

Wat moet ik leren? Neem eerst de tekst een keer globaal door. Dit heb je natuurlijk al uitgebreid gedaan bij het maken van de AO’s Leer de begrippen die bij de AO’s horen. Alle belangrijke begrippen heb je al meerdere keren bekeken; mee gewerkt. Leer de aantekeningen (PowerPointsheets). Lees eerst de paragraaf, leer vervolgens de aantekening bij die paragraaf. Lees de les- en leerdoelen. Begrijp je alles? Kan je alles uitleggen? Zo niet, ga dan naar de betreffende paragraaf. Of kijk even naar de AO die er bij hoort. Zorg dat je de personen, jaartallen en feiten kent. Zo krijg je bv. altijd een chronologievraag Was er extra materiaal (bijvoorbeeld de documentaire vragen/antwoorden)?

Vaardigheden Welke vaardigheden moeten je beheersen? Alle vaardigheden zijn uitgebreid voorbij gekomen. Dat zijn: Uit kunnen leggen hoe je kennis/bewustzijn van standplaatsgebondenheid je helpt bij het begrijpen van historische bronnen. Kunnen uitleggen (mondeling) dat zonder geschiedenis niets te begrijpen valt. kan met bronnen werken, , hen in context plaatsen. kan het verschil tussen primaire en secundaire bronnen duiden. kan het verschil tussen feit en mening duiden. Uit kunnen leggen wat het verschil is tussen geschreven en ongeschreven bronnen en hoe deze kunnen worden gebruik om het verleden te begrijpen. Feit en mening van elkaar kunnen onderscheiden. Soorten samenlevingen kunnen onderscheiden. Welke ken je? Wat zijn de belangrijkste verschillen?

Hoe? Dé manier bestaat niet. Dit gaat om structuur, die helpt bij het leren. Hoe groter de hoeveelheid stof, hoe meer je moet onthouden. Onthouden doe je door te herhalen De één zal iets sneller onthouden dan de ander. Stel vragen over de stof Wat zou de docent jou kunnen vragen? Bedenk zelf toetsvragen Combineer horen, zien en doen Lees de tekst een keer hardop (zien en horen) Maak een samenvatting per paragraaf voor jezelf (doen)

Verdeel het werk Alles in één keer leren is teveel. Na één dag ben je c.a. 80% vergeten. Je moet dus herhalen, daardoor groeit het percentage van wat je onthoudt. Verdeel daarom je werk in stukjes. Neem de paragrafen als uitgangspunt. Neem de tijd. Liever 5 x 20 minuten dan 1 x een heel uur

Bij de toets Vergeet je uitleg niet als dit gevraagd wordt: geen uitleg, geen punten. Moet je twee redenen geven, doe dit dan. Schrijf er niet meer op, deze worden niet nagekeken. Als er bij een vraag wordt verwezen naar een bron, gebruik dan de bron in je antwoord. Een beeldelement bij een afbeelding: dit kan ook de tekst in de prent zijn! Lees goed de vragen door, evenals het onder- of bovenschrift bij een bron.