NU Engels 3/4 Lezen
Inhoud van de leeshoofdstukken (units 1-4)
Uitleg en tips
Uitleg en tips Woordenschat
Uitleg en tips Woordenschat Grammatica
Uitleg en tips Woordenschat Grammatica Leesopdrachten
Uitleg en tips Woordenschat Grammatica Leesopdrachten Exam exercise
Uitleg en tips Woordenschat Grammatica Leesopdrachten Exam exercise Self-test
Slim lezen: Leesstrategieën Scannen Skimmen Intensief lezen
Woordenschat Leren in context Eigen woordenlijsten maken Woorden/Uitdrukkingen actief gebruiken
Tekstsoorten Borden Korte berichten Instructies Advertenties/Reclame Brieven / E-mails Het nieuws / Kranten Verslagen
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs)
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs) Hoeveelheid (Quantifiers)
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs) Hoeveelheid (Quantifiers) Trappen van vergelijking (Comparison)
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs) Hoeveelheid (Quantifiers) Trappen van vergelijking (Comparison) Vragende zinnen (Questions)
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs) Hoeveelheid (Quantifiers) Trappen van vergelijking (Comparison) Vragende zinnen (Questions) Bezit (Genitive)
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs) Hoeveelheid (Quantifiers) Trappen van vergelijking (Comparison) Vragende zinnen (Questions) Bezit (Genitive) Bezittelijke voornaamwoorden (Possessive pronouns)
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs) Hoeveelheid (Quantifiers) Trappen van vergelijking (Comparison) Vragende zinnen (Questions) Bezit (Genitive) Bezittelijke voornaamwoorden (Possessive pronouns) Hoofdtelwoorden en Rangtelwoorden (Numerals)
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs) Hoeveelheid (Quantifiers) Trappen van vergelijking (Comparison) Vragende zinnen (Questions) Bezit (Genitive) Bezittelijke voornaamwoorden (Possessive pronouns) Hoofdtelwoorden en Rangtelwoorden (Numerals) Gebiedende wijs (Imperative)
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs) Hoeveelheid (Quantifiers) Trappen van vergelijking (Comparison) Vragende zinnen (Questions) Bezit (Genitive) Bezittelijke voornaamwoorden (Possessive pronouns) Hoofdtelwoorden en Rangtelwoorden (Numerals) Gebiedende wijs (Imperative) Voorzetsels (Prepositions)
Grammatica Modale werkwoorden (modal verbs) Hoeveelheid (Quantifiers) Trappen van vergelijking (Comparison) Vragende zinnen (Questions) Bezit (Genitive) Bezittelijke voornaamwoorden (Possessive pronouns) Hoofdtelwoorden en Rangtelwoorden (Numerals) Gebiedende wijs (Imperative) Voorzetsels (Prepositions) Tijden (Tenses): Present simple, present continuous, past simple, present perfect