Voeding Melkvee
Water en droge stof Om voedermiddelen met elkaar te kunnen vergelijken rekenen we alles om naar droge stof In rantsoenen altijd de verschillende componenten omrekenen in: kg ds/koe/dag
Droge stof en water: vers gras 18 % ds
Droge stof en water: kuilgras opt. 40 % ds
Droge stof en water: snijmais opt. 38 % ds
Droge stof en water: brok 90 % ds
Voedermiddelen Ruwvoer en krachtvoer Koe is herkauwer Ruwvoer nodig om koe gezond te houden Alleen krachtvoer niet mogelijk Gemiddeld 2/3 ruwvoer en 1/3 krachtvoer
Ruwvoeders Lang, stengelig Veel ruwe celstof Weinig geconcentreerd Wisselend droge stof gehalte Weinig of geen bewerkingen ondergaan Natuurlijke voedingsbron voor koe Stimuleren penswerking en houden koe gezond Maat voor penswerking is structuurwaarde SW SW totale rantsoen altijd > 1
Ruwvoeders en Structuurwaarde Grasproducten Vers gras SW = 1,5 - 1,9 Kuilgras SW = 2,5 – 3,4 Hooi SW = 3,0 – 4,0 Graszaadhooi SW = 4,2 Stro SW = 4,3
Ruwvoeders en Structuurwaarde Snijmais SW = 1,6 Gehele Planten Silage SW = 2,5 Klaver rode ingekuild SW = 2,8 Luzerne SW = 3,9
Krachtvoeders Geconcentreerd Enkelvoudig of samengesteld Hoog droge stof gehalte Nevenproduct uit industrie (bewerkt) Niet positief werkend op penswerking SW meestal < 1 Duur
Krachtvoeders Soja (schroot/schilfers) SW = 0,15 Raap (schroot/schilfers) SW = 0,30 Graan geplet SW = 0,20 Graan meel SW = 0,10 Mais meel SW = 0,10 Bietenpulp gedroogd SW = 0,30 Citruspulp SW = 0,20 Brok (gemiddeld) SW = 0,30
Pens 150 tot 200 liter inhoud Linksboven in de koe 60 – 70 % van de vertering vindt hier plaats Vertering vindt plaats door micro organismen: zij zijn nodig voor de werkelijk vertering Pens pH = 5,8 Pens score
Speeksel heeft twee functies: A. Buffer: Speeksel met een pH-waarde van ongeveer 8.2 werkt als een buffer in de pens. Dit betekent dat speeksel ervoor zorgt dat zuurproducerende voedingsstoffen, zoals granen, melasse, aardappelen en voederbieten, de pH waarde niet te veel laten dalen. B. Onderdrukken van schuim. Speeksel kan het risico op zwelling verminderen, omdat het ook een schuimonderdrukkend effect in de pens heeft.
Pensverzuring SARA pH daalt als gevolg van verzurende voedermiddelen Wanneer pH < 5,5 dan sprake van pensverzuring Wanneer pH < 4,5 dan acute vergiftiging Dus zorg voor geleidelijk aanbod van krachtvoer-achtigen Zorg voor voldoende structuur SW ook bij hoogproductief vee > 1 Herkauw activiteit 60-75 (sensor !)
Pensscore Linksachter de koe Opname, verteringssnelheid, en doorstroomsnelheid
Weende analyse (koolhydraten)
Energie Suikers, zetmeel, ruwe celstof en ruw vet leveren energie Maat voor de energie = VEM Voeder Eenheid Melk
Energie Verteerbaarheid belangrijke variabele Opname: Hoge opname passagesnelheid neemt toe en daarmee verteerbaarheid af Lage opname hogere verteerbaarheid Energie tekort: Minder melk Lager eiwit % Slepende melkziekte
Energie benutting
VEM waarden per kg ds Vers gras 950 - 1100 VEM Kuilgras 700 - 900 VEM Hooi 700 - 800 VEM Snijmais 950 – 1050 VEM Bietenperspulp 950 VEM Bierbostel 950 VEM Luzerne 675 VEM Stro 500 VEM Brok 1000 VEM Soja 1025 VEM
Energie behoefte: onderhoud Energie die nodig is voor het dier “aan de praat te houden” Afhankelijk van ras, gewicht, omgevingstemperatuur Gemiddelde melkkoe 5323 VEM voor onderhoud Iedere 50 kg lichaamsgewicht hoger of lager vraagt 320 VEM Uitgaande van een weidende HF koe is 6000 VEM voor onderhoud reëler Jersey – koeien: 3 jersey’s = 2 HF’s Droge koeien hebben een duidelijk hogere onderhoudsbehoefte (tot 7500 VEM) ONDERHOUD KOE = 5500 VEM
Onderhoud
Energie: melkproductie Voor een goede berekening eerst melk corrigeren op gehalten: Fat and Protein Corrected Milk FPCM = (0,337 + 0,116 x % F + 0,06 x % P) x M M = werkelijke melkgift per dag % F = vetpercentage % P = eiwitpercentage
Energie: melkproductie Onze melkkoeien vragen voor de productie van iedere liter FPCM: 460 VEM Toeslag voor groei: 1e Kalfs 660 VEM 2e Kalfs 330 VEM Toeslag voor dracht: zie CVB boekje Toeslag voor groei: per kg 3000/3300 VEM Gewichtsverlies: per kg 2000/2500 VEM Toeslag voor weidegang: 20 % van onderhoud
Ruw Eiwit Bijna alle eiwitten bevatten 16 % N Weet je het N-gehalte van het voer? Vermenigvuldig met 6,25 = ruw eiwit gehalte (eiwit factor)
Eiwitvertering in de koe Ruw Eiwit (RE) in voer bestaat uit twee soorten: 1. Bestendig eiwit passeert onafgebroken pens 2. Onbestendig eiwit door pensmicroben afgebroken en omgezet in microbieel eiwit Bestendig en microbieel eiwit wordt in dunne darm opgenomen en benut door de koe Darm Verteerbaar Eiwit DVE
Ruw Eiwit voedermiddelen g/kg ds Vers gras 120-280 Kuilgras 180-230 Hooi 100-200 Stro 41 Snijmais 90 Luzerne 170 Bietenperspulp 84 Bierbostel 240 Soja 450 Brok 120-350
Eiwitvertering Om het eiwit af te breken en om te zetten in microbieel eiwit is energie nodig Die energie moet er dan wel zijn! Het kan dus zijn dat je meer dan genoeg eiwit voert, maar te krap energie. Gevolg is te weinig opbouw van microbieel eiwit. Er moet een balans zijn tussen in hoeveelheid eiwit die wordt afgebroken en de hiervoor benodigde hoeveelheid energie: de OEB
OEB / kg ds van voedermiddelen Vers gras + 40-100 Kuil gras + 40-100 Hooi + 5 - 30 Stro - 18 Luzerne + 23 Snijmais - 30 Bietenperspulp - 60 Bierbostel + 55 Soja + 35 Brok variabel
OEB Onbestendig Eiwit Balans Voorbeeld Koe krijgt alleen maar vers gras: OEB = +100 Dan een overmaat aan eiwit en te weinig energie om dit te kunnen benutten Dan wordt de overmaat aan het eiwit via urine uitgescheiden Ureum in melk stijgt tot wel boven 35
OEB Onbestendig Eiwit Balans Voorbeeld alleen snijmais: OEB = -50 Er is veel energie maar te weinig eiwit wat afgebroken kan worden Eiwit is hier beperkende factor, overmaat aan energie Slechte vertering Voeropname loopt terug
OEB Onbestendig Eiwit Balans Voor melkkoeien altijd OEB >>0 (???) Beter: OEB in totale rantsoen + 100 -200 Zo altijd wat reserve (-150 ???) Ouder jongvee > 250 kg OEB van 0 is toelaatbaar Ouder vleesvee: tijdelijk negatief OEB toelaatbaar
MPR: overzicht geeft aan hoe je voert