Kunstmeststoffen Les 4 test.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Uw apotheek. Voor betrouwbare zorg dichtbij
Advertisements

Zoutreacties.
Klas 4. Oplosbaarheid Tabel 45 g = goed oplosbaar. m = matig oplosbaar s = slecht oplosbaar Oplosbaar  splitst in ionen Niet oplosbaar  blijft een vaste.
Zouten.
Magnesiumbromide Natriumfosfaat suiker MgBr2  Mg Br-
§5.2 - Neerslagreacties.
Zouten in water.
mol molariteit percentage promillage ppm
Hoofdstuk 3 §1 en §2 Stoffen en hun eigenschappen.
Een zout herkennen 4GT Nask2 Hoofdstuk 5.5.
2.2: Meer kennis, meer voedsel
Evenwichten De K ev is dus afhankelijk van de temperatuur !!!! Als de temperatuur stijgt zal het evenwicht reageren naar de endotherme kant.
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Scheikunde leerjaar 2.
Stappenplan neerslagreacties
Chemische bindingen Kelly van Helden.
Verdunningen berekenen
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
Paragraaf 1.2 Les 3: Hoe blijven planten stevig?.
Herhaling neerslag Vooral het rekenen…. Neerslag I Frits heeft 20 ml van een 0.20 M natriumcarbonaatoplossing en wil de carbonaationen hieruit verwijderen.
Rekenen met concentratie
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 1
Rekenen aan reacties 4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6.
Bemestingsplan Hoe werkt dat?. voorbeeld Op een serie van feesten heb je bonnen voor Nasi, Pils en Kroketten. Na het vorige feestje had je nog 6 nasibonnen,
Organische meststoffen test. Terugblik Wat hebben we de afgelopen 3 weken gedaan?
Wat hebben planten nodig?
Kunstmeststoffen test.
Voeren en verzorgen Klas D21 MBO Doetinchem
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Kunstmeststoffen test.
Glasteelt Samenvatting M. Ruhé.
Vloeibaar kunstmest.
Organische meststoffen
Kunstmeststoffen 2 test.
Soorten meststoffen test.
Organische meststoffen
Toedienen meststoffen
Kunstmeststoffen 1 test.
Organische meststoffen
Ion aantonen Welk zout zit in het potje
Slecht oplosbare ionencombinaties
Organische meststoffen
Scheikunde leerjaar 2.
Water, bodem en bemesting
Anorganische meststoffen
Tarief berekenen LG31 IBS 1.3 – les 1.
Tarief berekenen LG32 IBS 2.3 – les 1.
Zouten 6.3.
Bemesting.
Bemesting klas 2 De Groene Welle.
Organische meststoffen
Toedienen meststoffen
Kunstmeststoffen 2 test.
Organische meststoffen
Kunstmeststoffen Les 5.
Kunstmeststoffen Les 3 test.
Hoofdstuk 3 Wat gaan we doen? Terugblik Doel van vandaag Nieuwe stof
Bodem en substraat.
Hoofdstuk 3 Wat gaan we doen? Terugblik Doel van vandaag Nieuwe stof
Anorganische meststoffen
Kunstmeststoffen Les 2 test.
Zuurgraad Periode 8; Les 6.
Kunstmeststoffen Les 2 test.
Organische meststoffen
Organische meststoffen
Bodem & Bemesting.
Kunstmeststoffen Les 3 test.
pH sturen is niet altijd makkelijk.
Bemesting van bodem en substraat
Transcript van de presentatie:

Kunstmeststoffen Les 4 test

Wat hebben we vorige week gedaan? Terugblik Wat hebben we vorige week gedaan?

Oplosbaarheid De meststoffen die gebruikt worden bij substraatteelten moeten goed oplosbaar zijn. Zouten die niet oplossen, kunnen ook niet in ionen splitsen en kunnen dus niet bijdragen aan de voeding van de plant. Meststoffen voor de teelt op substraat moeten restloos oplosbaar zijn. Alleen dan zijn ze vrij van schadelijke of onnodige vulstoffen. Deze vulstoffen kunnen er bovendien voor zorgen dat leidingen verstopt raken.

Oplosbaarheid Er zijn eenvoudige vuistregels om meststoffen te beoordelen op hun geschiktheid voor teelten op substraat:   Alle nitraten zijn goed oplosbaar. Alle chloriden zijn goed oplosbaar. Alle sulfaten, behalve CaSO4 en MgSO4.H2O (kieseriet), zijn goed oplosbaar. Alle natrium-, kalium- en ammoniumzouten zijn goed oplosbaar. De overige zouten zijn slecht oplosbaar. Telers/kwekers op substraat hebben steun aan deze regels bij het kiezen van geschikte meststof voor hun teeltmedium.

Voorraadvorming De teler/kweker heeft een voorraad van de verschillende meststoffen. Deze voorraad kan bestaan uit: • zakken met vaste meststoffen (25 kg); • jerrycans met vloeibare meststoffen ( 20 l); • vaten met vloeibare meststoffen (500 - 2000 l). Kunstmeststoffen moeten in vochtvrije ruimten worden bewaard. De meeste vloeibare vormen dienen vorstvrij, boven circa 5 °C, te worden opgeslagen. Met deze aangeleverde meststoffen maakt de teler/kweker voorraadoplossingen voor de gewassen die hij teelt. De voorraadvorming kan handmatig, maar ook mechanisch aangemaakt worden.

Voorraadvorming handmatig maken Met de meststoffen uit de zakken en jerrycans maakt de teler/kweker volgens een recept handmatig een voorraadoplossing aan. Bij de meeste bedrijven gebeurt dit met behulp van twee voedingsbakken, de A- en B-bak, elk 1 m3 groot. In elke bak wordt een hoeveelheid meststof opgelost in water. Zo ontstaat in de bakken een voorraadoplossing. Iedere bak is gereserveerd voor bepaalde soorten meststoffen. De afspraak is: • Bak A bevat altijd de Ca2+ zouten en het ijzerchelaat. • Bak B bevat altijd de sulfaten en fosfaten.

Voorraadvorming De achtergrond van deze afspraak is, dat Ca2+ en SO4 2- in geconcentreerde vorm met elkaar gaan reageren en neerslag gaan vormen van gips (CaSO4). In sterk verdunde oplossingen, is dit geen probleem. Maar in geconcentreerde vorm moeten de Ca2+ -ionen gehouden worden van de SO4 2- -ionen en ook van H2PO4- om gipsneerslag en verstopping te voorkomen. Na menging met water worden dan alle ionen bij elkaar gebracht en vormen ze de voedingsstof die naar de plant gaat.

Voorraadvorming Er zijn twee mogelijkheden om de voedingsoplossingen in voorraad te houden: 1. In geconcentreerde vorm; 2. Door te verdunnen tot een kant-en-klare voedingsstof. De geconcentreerde vorm wordt in de praktijk het meest toegepast. Hierbij blijven de voorraadoplossingen in de A- en B-bak. Op het moment dat bemesting nodig is, wordt uit de bakken wat oplossing onttrokken en toegevoegd aan het gietwater.

Voorraadvorming

Voorraadvorming

Nakijken opdrachten

Nakijken opdracht niveau 2

Nakijken opdracht niveau 2

Nakijken opdracht niveau 2

Nakijken opdracht niveau 2

Nakijken opdracht niveau 2

Nakijken opdracht niveau 3/4

260:26= 10 x 100 = 1000 kg kalkammonsalpeter Kunstmeststoffen Uitwerking opdracht 1a 260:26= 10 x 100 = 1000 kg kalkammonsalpeter Controle: 1% van 1000 = 10 10 x 26 = 260 kg N

Kunstmeststoffen Uitwerking opdracht 1b 80 : 40 = 2 x 100 = 200 kg Kali 40 Controle: 1% van 200 = 2 2 x 40 = 80 kg K

Kunstmeststoffen Uitwerking opdracht 2a: 110 : 22 = 5 x 100 = 500 kg Magnesammonsalpeter Uitwerking opdracht 2b: 135 : 27 = 5 x 100 = 500 kg Kieseriet

Kunstmeststoffen

Kunstmeststoffen

Opgave 4 Advies: Meststoffen: 85 kg N / 120 kg P / 150 kg Mg Meststoffen: Chilisalpeter, 16%N Magnesammonsalpeter, 22%N Kalkammonsalpeter, 26%N Superfosfaat, 20%P Patentkali, 30%K en 10% Mg Kieseriet, 27% Mg Maak een keuze en bereken de benodigde hoeveelheden meststoffen. 

Opgave 5 Advies: 135 kg N 100 kg P 175 kg K 180 kg Mg   Kies zelf meststoffen en bereken de benodigde hoeveelheden meststoffen.

Praktijkopdracht

Evaluatie Hoe ging het vandaag?