Delend lidwoord Mnl. enk ham - du jambon melk - du lait Vrl. enk jam - de la confiture vlees - de la viande Stomme h/ klinker olie - de l’huile water - de l’eau Meervoud ijsjes - des glaces appels - des pommes Nederlands: geen lidwoord? Frans: delend lidwoord
Du, de la, de l’, des veranderen in: de of d’ 1. Na een ontkenning: Tu n’as pas de viande? Il n’y a pas de pommes. 2. Na een woord van hoeveelheid: Un pot de confiture - een pot jam beaucoup de glaces - veel ijsjes une bouteille d’ huile - een fles olie un litre d’eau - een liter water un paquet de café - een pak koffie