Als de som en het verschil gegeven zijn.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Dichtheid Dit hoofdstuk gaat over dichtheid. Dichtheid is een eigenschap van een stof, en is voor iedere stof anders.
Advertisements

REKENEN.
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Omtrekshoeken Stelling van de constante hoek:
Chemische reacties De mol.
JWO eerste ronde 2003 –probleem 13
Natuurkunde 1.3 Meten en 1.4 Massa. Door Sylvia en Arniko.
Statistiekbegrippen en hoe je ze berekent!!
H2 Lineaire Verbanden.
Begrippen hoofdstuk 3.
Op de maan opdracht 10.
Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.
Gelijkwaardige formules
Vergelijkingen oplossen
Ongelijke verdeling 3 Gemengde oefeningen.
Vraagstuk: ongelijke verdeling ( type 1)
Rekenen met verdeelsleutels
Ongelijke verdeling met som en verschil
SPAAR JE RUG! Controleer en draag je eigen boekentas.
Gecijferdheid les 1.4 Grootst gemene deler Kleinst gemene veelvoud
Toepassingen 5L week 2: ‘Vakantieherinneringen’ Ik bereken het gemiddelde: 1.Ik tel alle waarden op. 2.Ik deel dat door het totaal aantal waarden. 3.Het.
Als/dan.
Toepassingen 5L week 13: ‘Herhaling’ 5L week 13: ‘Herhaling’
Toepassingen 5L week 22: ‘Herhaling’ 5L week 22: ‘Herhaling’
 Drie soorten opgaven: ◦ vanuit de prijs exclusief btw ◦ vanuit een btw-bedrag ◦ vanuit de prijs inclusief btw.
Toepassingen 5L week 18: ‘tv venster op de wereld’ procent winst ongelijke verdeling tijdstip en tijdsduur korting gemiddelde prijsberekening 5L week 18:
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Kennisbasis Rekenen Domein 2: Verhoudingen, Procenten, Breuken en Kommagetallen Workshop 1 Rotterdam, september.
Reken- Ben je er klaar voor?.
Optellen en aftrekken met breuken. Coopertest Wat? Een uithoudingstest die meet welke afstand je kan lopen in 12 minuten.
Toepassingen 5L week 19: ‘Goed zorgen voor’ een mengsel bestaat uit verschillende grondstoffen in een bepaalde verhouding eenheidprijs van een mengsel.
Toepassingen 5L week 16: ‘Op tocht door vrijetijdsland’ ongelijke verdeling op basis van verschil of som van de delen op basis van verhouding tussen de.
Blok 1A Quiz week 1. 1 Welk getal hoort tussen 101 – 200? AB CD Waar horen de andere getallen?
Verhaalsommen groep 8. Peter doet mee aan de 10 km hardlopen. De baan is 400 m per ronde. Hoeveel ronden moet Peter lopen? a)15c) 20 b) 25d) 30.
Kansverdelingen Kansverdelingen Inleiding In deze presentatie gaan we kijken naar hoe kansen zijn verdeeld. We gaan in op verschillende.
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Procentuele verandering berekenen. Hoe doe ik dat?! T2 JUNI 2016.
Les 2 getallen: grote getallen
Toepassingen 5de leerjaar.
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
Lesbrief Vervoer H2.
Lesbrief procenten.
Deze les Even herhalen: hoofdrekensommen Grafieken aflezen waar moet je ook alweer op letten? Stapeldiagram sportdag bespreken Voorbeeldexamenvragen Uitleg.
Standaard normaalverdeling
Toepassingen 5L week 26: ‘In het tuincenter’
Rekenen met procentuele afname
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Les 6 Combineren van bewerkingen in berekeningen
Rekenen Verhoudingen 2f
Terugrekenen met procenten
Wiskunde A of wiskunde B?.
Hoofdstuk 7: Handelsrekenen
De regel van drieën De regel van drieën is een oplossingsmethode.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Rekenen met kommagetallen
Rekenen MZ4.
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
Les 6: Breuken en procenten 4
Logistieke kwaliteitsprocessen
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Rekenen Verhoudingen 2f
Ongelijke verdeling 3 Gemengde oefeningen.
Rekenen Les 2: Oriëntatie.
Tellen met kaarten.
Kommagetallen vermenigvuldigen en delen
Vererving van kwantitatieve kenmerken
G6 2 Vergelijkingen van de vorm x+a=b, ax=b en ax+b=c oplossen M A R T
Transcript van de presentatie:

Als de som en het verschil gegeven zijn. Ongelijke verdeling 1 Als de som en het verschil gegeven zijn.

Voorbeeld De cd van Piet en de cd van Els kosten samen 30 euro. De cd van Els kost 4 euro meer. Hoeveel kost de cd van Piet ? Hoeveel kost de cd van Els ? We weten dus dat de som 30 is en het verschil 4. Hoe lossen we zulke vraagstukken op ?

Eerst maken we een schema P Vervolgens 3-delig stappenplan 30 E = Twee grootheden (of getallen) bepalen waarvan we enkel de som en het verschil kennen, doen we als volgt : De cd van Piet en de cd van Els kosten samen 30 euro. De cd van Els kost 4 euro meer. Hoeveel kost de cd van Piet ? Hoeveel kost de cd van Els ? samen 30 euro 4 euro meer. Eerst maken we een schema P Vervolgens 3-delig stappenplan 30 Neem het verschil af van het totaal (de som van de twee delen). 30 – 4 = 26 E = P + 4 Verdeel dan in twee gelijke delen. 26 : 2 = 13 Even controleren… 13 euro is de prijs van de goedkoopste cd, dus van Piet. De cd van Els kost inderdaad 4 euro meer en samen kosten ze 30 euro. 13 + 17 = 30 Het tweede getal vinden we door het verschil toe te voegen bij het juist gevonden eerste getal. 13 + 4 = 17 17 euro is de prijs van de duurste cd, dus van Els.

Nog even oefenen Vader en Ruben wegen samen 130 kg. Vader weegt 40 kg meer dan Ruben. Bepaal het gewicht van beide personen. V = R + 40 Schema 130 R 130 – 40 = 90 90 : 2 = 45 Even controleren… Vader weegt inderdaad 40 kg meer, samen wegen ze 130 kg. 45 + 40 = 85 Ruben weegt 45 kg. Vader weegt 85 kg.

Ralf is drie jaar jonger dan zijn zus Petra. Samen zijn ze 19 jaar. Hoe oud zijn beide personen ? R = P - 3 Schema 19 P = R + 3 19 – 3 = 16 Even controleren… 16 : 2 = 8 Ralf is inderdaad 3 jaar jonger, en samen zijn ze 19 jaar. 8 + 3 = 11 Ralf is 8 jaar. Petra is 11 jaar.

Twee jongens wegen samen 87 kg. Hun verschil in gewicht bedraagt 5 kg. Bereken het gewicht van beide jongens. J1 = J2 + 5 Schema 87 J2 87 – 5 = 82 Even controleren… 82 : 2 = 41 Het verschil tussen beide gewichten is 5 kg en samen wegen ze 87 kg. 41 + 5= 46 Eén jongen weegt 41 kg. De andere jongen weegt 46 kg.

Wim is vijf jaar ouder dan Ben. Samen zijn ze 17 jaar. Hoe oud is Wim ? Hoe oud is Ben ? W = B + 5 Schema 17 B Even controleren… 17 – 5 = 12 Wim is inderdaad 5 jaar ouder, en samen zijn ze 17 jaar. 12 : 2 = 6 6 + 5 = 11 Ben is 6 jaar. Wim is 11 jaar.

De vrachtwagens wegen 12 ton en 18 ton. Twee vrachtwagens vervoeren Samen 30 ton bouwafval. De grootste vrachtwagen vervoert 6 ton meer dan de andere vrachtwagen. Bereken het gewicht dat beide vrachtwagens vervoeren. V1 = V2 + 6 Schema 30 30 – 6 = 24 V2 Even controleren… 24 : 2 = 12 Het verschil tussen beide gewichten is 6 ton en samen wegen ze 30 ton. 12 + 6= 18 De vrachtwagens wegen 12 ton en 18 ton.

Elke is 10 cm kleiner dan haar broer Jan. Samen zijn ze 2m 50cm groot. Hoe groot is Jan ? Hoe groot is Elke ? E = J - 10 Schema 250 Even controleren… = E + 10 J 250 – 1 0 = 240 Elke is inderdaad 10cm kleiner, en samen zijn ze 2m 50cm. 240 : 2 = 120 120 + 10 = 130 Elke is 1m 20cm groot. Jan is 1m 30cm groot.