Zouten 6.4.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Energie Reactiesnelheid Chemisch evenwicht
Advertisements

CHEMISCH EVENWICHT.
Soorten evenwichten 5 Havo.
Scheikunde 3HV H3 chemische reacties Les 5
Zoutreacties.
Klas 4. Oplosbaarheid Tabel 45 g = goed oplosbaar. m = matig oplosbaar s = slecht oplosbaar Oplosbaar  splitst in ionen Niet oplosbaar  blijft een vaste.
Magnesiumbromide Natriumfosfaat suiker MgBr2  Mg Br-
Chemical equilibrium Hoofdstuk 13 Cristy, Corine, Paul, Wouter
Oefeningen op berekeningen met “chemisch evenwicht”
Diffusie, osmose en plasmolyse.
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
DEELBAARHEID Een stof kan in kleinere deeltjes gesplitst worden.
3.5 Kloppen de alcoholpercentages op de verpakkingen?
§5.2 - Neerslagreacties.
Zouten in water.
Een scheikundig sprookje
Chemische reacties Reactieschema: Beginstoffen -> reactieproducten
Opstellen van zuur-base reacties
Evenwichtsvoorwaarde
Toepassen van neerslag
Reactiesnelheid Evenwichten
Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 3 Havo en VWO.
7. CHEMISCHE EVENWICHTEN
De productie van ammoniak
V5 Chemische evenwicht H11.
Verstoring van het chemisch evenwicht
Paragraaf 3.1.
Temperatuur en volume: uitzetten of krimpen
Hoofdstuk 3 §1 en §2 Stoffen en hun eigenschappen.
Een zout herkennen 4GT Nask2 Hoofdstuk 5.5.
Scheikunde een natuurwetenschap
4T Nask2 Chemische reacties 2.3
4.4 Chemische reacties 4T Nask1 H4 Stoffen.
Zoutoplossingen bij elkaar brengen
Evenwichtsvoorwaarde = Kev
Evenwichten De K ev is dus afhankelijk van de temperatuur !!!! Als de temperatuur stijgt zal het evenwicht reageren naar de endotherme kant.
Reactieschema’s maken
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
pijl rechts volgende; pijl links vorige
1.5 De snelheid van een reactie
Zuivere stof Dezelfde bouwstenen, meestal moleculen
Scheikunde leerjaar 2.
De chemische concentratie
Chemische bindingen Kelly van Helden.
Scheikunde 4 W&L.
Verdunningen berekenen
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
Zuren en basen Zwakke zuren Hfst 14.8 t/m
HO13 Chemisch evenwicht College 5a, ACH21 (HO13a) Eddy van der Linden.
HOOFDSTUK 6 ZUREN EN BASEN
Rekenen met concentratie
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 1
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
H6 Zuren en basen.
Hoofdstuk 2 Chemische reacties
Hoofdstuk 4 Mengen en scheiden
Scheikunde klas 3 Herhaling
Scheikunde Chemie overal
8.3 Soorten stoffen, soorten reacties
8.6 Van reactieschema naar reactievergelijking
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Milieu Jaar 1 Periode 3.
Scheikunde leerjaar 2.
Scheikunde Chemie overal
Zouten 6.3.
Opstellen reactie vergelijking
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Scheikunde, een wetenschap
Coëfficiënt: 4 4 NH3.
Transcript van de presentatie:

Zouten 6.4

Omkeerbare reacties Beginstof  reactieproduct reactieproduct  beginstof Bijvoorbeeld kristalwater CoCl2 · 6 H2O (s)  CoCl2 (s) + 6 H2O (g) rood blauw CoCl2 (s) + 6 H2O (g)  CoCl2 · 6 H2O (s) blauw rood Reacties verlopen tegelijkertijd onder vrijwel gelijke omstandigheden.

Evenwichtstoestand Chemische evenwicht Twee omkeerbare reactie verlopen tegelijkertijd met dezelfde snelheid Concentratie verandert niet Chemische evenwicht = dynamische evenwicht Wanneer de stoffen blijven reageren Evenwicht in reactievergelijking CoCl2 · 6 H2O (s) ⇌ CoCl2 (s) + 6 H2O (g) Dubbele pijl  twee tegengesteld gerichte reactie tegelijkertijd verlopen met dezelfde snelheid

Verschillende soorten evenwichten Verdelingsevenwicht Hydrofobe stof (I2) extraheren uit een hydrofiel oplosmiddel (H2O) met hydrofobe oplosmiddel (wasbenzine) Homogeen evenwicht Stoffen in dezelfde toestand (meestal gasvormig en/of opgelost) Opgelost koolstofdioxide met gasvormig koolstofdioxide Heterogeen evenwicht Stoffen in verschillende toestand Verzadigd oplossing. Hierdoor vinden 2 reactie plaats: een oplos- en neerslagreactie I2 (aq) ⇌ I2 (wasbenzine) CO2(aq) ⇌ CO2(g) CaSO4(S) ⇌ Ca2+(aq) + SO42-(aq)

Huiswerk Opdracht 30, 32 t/m 36

Huiswerk antwoorden 30. Reacties die onder vrijwel gelijke omstandigheden tegelijkertijd kunnen verlopen 32a. Als twee omkeerbare reacties tegelijkertijd met dezelfde snelheden verlopen en als de concentraties van de stoffen in het reactievat niet meer veranderen. b. Het hangt van de ligging van het evenwicht af of de concentratie van de beginstoffen groter is dan die van de reactieproducten of omgekeerd. Ze zullen maar zelden aan elkaar gelijk zijn.

33a. Niet juist. De concentraties van hoeven niet aan elkaar gelijk te zijn b. Niet jusit. Er verlopen twee tegengesteld gerichte reacties. De snelheden zijn van deze reacties zijn even groot. 34a. 2 SO2 (g) + O2 (g) ⇌ 2 SO3 (g) b. [SO3] is veel groter dan [SO2] en [O2] 35. Zie dia 4 36a. Ag+ (aq) + Cl- (aq)  AgCl (s) b. Er stelt zich een heterogeen evenwicht in c. Rechts, AgCl is slecht oplosbaar

De evenwichtsvoorwaarde Concentratiebreuk Een formule waarin de concentraties van de reagerende stoffen in een bepaalde verhouding worden weergegeven In de teller de molariteit van de product (eindstof) In de noemer de molariteit van de beginstof De macht is gelijk aan de coëfficiënt Bijvoorbeeld: N2O4 (g)  2 NO2 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡 𝑐𝑜ë𝑓𝑓𝑖𝑐𝑖ë𝑛𝑡 𝑏𝑒𝑔𝑖𝑛𝑠𝑡𝑜𝑓 𝑐𝑜ë𝑓𝑓𝑖𝑐𝑖ë𝑛𝑡 =𝐸𝑣𝑒𝑛𝑤𝑖𝑐ℎ𝑡𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑁𝑂 2 2 𝑁 2 𝑂 4 1 =𝐾=0,20

Voorwaarden ALLEEN molariteiten van opgeloste stoffen en gassen (g) en (aq) GEEN vaste stoffen en vloeistoffen (l) en (s) Je kunt op elk moment de molariteit bepalen Als de concentraties niet meer veranderen heb je een vaste waarde Evenwichtsvoorwaarde

Evenwichtsconstante (K) De constante waarde van de concentratiebreuk van een evenwichtsmengsel bij een bepaalde temperatuur Waarde K is alleen afhankelijk van temperatuur en niet van druk, hoeveelheid of andere zaken.

Aflopende reactie maken Een van de reagerende stoffen weg halen Verwijderen van een eindstof laat de reactie naar rechts aflopen Verwijderen van een beginstof laat de reactie naar links aflopen Verhitten van calciumcarbonaat: CaCO3 (s) ⇌ CaO (s) + CO2 (g) Afzuiging van koolstofdioxide Reactie naar links kan niet meer plaatsvinden Alle CaCO3 worden omgezet in CaO en CO2 Evenwicht is naar rechts aflopend gemaakt

Huiswerk Maak opdracht 37 t/m 43

Huiswerk antwoorden 37a. Formule waarin de concentraties van de beginstoffen en reactieproducten in een bepaalde verhouding worden weergegeven. b. Je kunt voor elke reactie een concentratiebreuk opstellen, maar alleen als een evenwicht is bereikt, krijgt de concentratiebreuk een constante waarde. c. De evenwichtsvoorwaarde luidt: concentratiebreuk = K d. De constante waarde die de concentratiebreuk bereikt in de evenwichtstoestand e. Evenwichtsconstante is alleen afhankelijk van de temperatuur.

38a. b. [Ca2+] [CO32-] c. 39a. b. 𝐻 2 𝑂 2 𝐻 2 2 [ 𝑂 2 ] 𝐻 2 𝑂 2 𝐻 2 2 [ 𝑂 2 ] 𝑁𝐻 3 2 [ 𝑁 2 ] 𝐻 2 3 𝐶𝑂 2 [ 𝑂 2 ] 𝐶𝑂 2 2 =𝐾 [𝐻 𝑆 − ] [ 𝐻 + ] [ 𝐻 2 𝑆] =𝐾 [𝐹 𝑒 3+ ] 𝐹 𝑒 2+ [𝐴 𝑔 + ] =𝐾

𝑁𝑂 2 2 𝑁 2 𝑂 4 1 =𝐾 40a. b. 4,5 c. Buis 1 = 2,02/3,0 = 1,3 Buis 2 = 3,02/2,0 = 4,5 Buis 3 = 5,02/5,6 = 4,5 Buis 4 = 5,12/3,5 = 7,4 Alleen in de buizen 2 en 3 heeft zich een evenwicht ingesteld 41a. 0,50 – 0,40 = 0,10 mol NO2 b. NO2: N2O4 = 2:1, dus 0,10/2 = 0,050 mol c. 0,750 + 0,050 = 0,80 mol N2O4 d. 0,40/0,80 =0,2 e. 0,50 mol NO2 = 100%, 0,10 mol omgezet dus 0,10 * 100 / 0,50 = 20%

42. Verwijderen van een eindstof laat de reactie naar rechts aflopen 42. Verwijderen van een eindstof laat de reactie naar rechts aflopen. Verwijderen van een beginstof laat de reactie naar links aflopen 43. Als CO2 (g) wordt weggenomen, kan de reactie niet naar link verlopen. Het evenwicht loop dan af naar rechts. Na enige tijd is er geen CO2 (aq) en dus geen ’prik’ meer in de fles aanwezig