Schrijven 2.3 en 2.4 Formuleren en stijl 2.2

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Algemene Weetjes Over Tekst verklaren en het CSE.
Advertisements

HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren
Het tweede werkstuk.
De samengestelde zin.
Thinkquest2 versie 2013 info: vanaf februari 2013.
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
KOMMAGEBRUIK.
Lerarenopleiding Nederlands
H2 Grammatica zinsdelen
Vergaderen en notuleren
Het onderwerp ????????????????????.
PGO! In PGO ligt het accent op het zelf doen, je gaat actief aan de slag met vragen uit een beroep, je bestudeert praktijksituaties en leerstof die daar.
Grammatica Nederlands
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Bezoekersgerichte teksten
Toets periode 2 4 havo.
QUIZ hoofdstuk 1.
Formuleren 4 vwo.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
Nederlands Onderwerp.
Voegwoorden.
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Paragraaf 7: losstaand zinsgedeelte
Hoe gebruik ik -d & -t? Leren en oefenen Maar eerst…….
Effectief vergaderen Goed vergaderen is een kunst. Zowel van de voorzitter als van de deelnemers wordt een grote mate van vergaderdiscipline gevraagd.
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Communicatie 2 – kw 2 Les 3. Wat gaan we doen? Herhaling vorige week Feiteninterview Stagegesprekken Opdracht voor volgende week.
Vergaderen tijdens een project
Cursus Formuleren Nieuw Nederlands
Vergadertechnieken. Uit welke vaste onderdelen bestaat een vergadering? Vooraf weet iedereen wanneer en waar de vergadering plaatsvindt.Vooraf weet iedereen.
Samengestelde zin + Tussenletters in samenstellingen.
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
SAMENGESTELDE ZINNEN Hoofdzin en bijzin. Wat gaan we deze les leren? Wat zijn samengestelde zinnen? Wat is een bijzin? Wat is hoofdzin?
CURSUS FORMULEREN Paragraaf vijf en zes foutieve samentrekking en foutief beknopte bijzin.
Communicatie. Lesinhoud Doel van de les Terugblik Stof over vergaderen Vragen.
H3 Financiering van een bedrijf
Nevenschikking of onderschikking?
De vraag is je beste vriend
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Foutieve samentrekking
Opdracht Nederlands Je doet in een groepje van vijf personen een klein literatuuronderzoek. De uitkomsten van dit onderzoek beschrijf je in een verslag.
De samengestelde zin.
Grammatica Hoofdzin en bijzin.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
voorzetselvoorwerpszin
Lijdendvoorwerpszin, onderwerpszin en bijwoordelijke bijzin
Nevenschikking en onderschikking
Deel 6: Lezen Hoofdstuk 2 Notulen 1.
Deel 4: Spreken en gesprekken
Meewerkendvoorswerpzin
Bijzin als zinsdeel Gezegdezin.
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Schrijven 4.3 Formuleren en stijl 1.1
Spreken en gesprekken 2.2 en 2.3 Schrijven 1.5 en 1.6 Grammatica 3.3
Formuleren 11 havo.
Training Vergaderen Een project van: In opdracht van:
Spreken en gesprekken 4.1 en 4.2 Formuleren en stijl 3.3
Les 1: - Schrijven Spreken en gesprekken
Vwo 4 – week 39/
Samentrekking.
Samengestelde zinnen.
Nevenschikking en onderschikking
Schrijven 2.1 en 2.2 Formuleren en Stijl 2.1
Schrijven Zakelijke brief: les 4.
Hoofdstuk 2 Taalverzorging
Laat de vragen eerst even aan de docent zien!!
voorbeeld volgende bladzijde terug
volgende bladzijde terug
Schrijven 2.7 en 2.8 Formuleren en stijl 3.1
Transcript van de presentatie:

Schrijven 2.3 en 2.4 Formuleren en stijl 2.2 Les 2 Schrijven 2.3 en 2.4 Formuleren en stijl 2.2

Schrijven 2.3 - brochure Brochure  minimaal vier pagina’s met informatie of reclame (klein boekje). Visitekaartje van bedrijven. Informatie moet correct, duidelijk en volledig zijn. Brochure moet voldoen aan de volgende vijf punten: Klantgericht: tekst bevat de informatie die een klant zoekt Compact: er is geen overbodige informatie en de zinnen zijn kort Actueel: de informatie is nu geldig Overzichtelijk: je overziet de informatie in één oogopslag Overtuigend: de informatie prikkelt de lezer en zet aan tot actie

Schrijven 2.4 – verslag en notulen Verslag - Beschrijft wat je gezien, gedaan of besproken hebt (stage, verslag gesprek, sportwedstrijd). - Duidelijk en correct formuleren: anderen moeten ook snappen wat jij bedoelt. In een stageverslag ga je ook vaak in op vragen als ‘Hoe is de stage verlopen?’ en ‘Wat heb ik geleerd?’. In een gespreksverslag staan gemaakte afspraken. In een werkverslag (overdracht) noem je punten die van belang zijn voor de collega die het werk van je overneemt.

Notulen Het verslag van een vergadering noem je de notulen. Geschreven door een notulist, die tijdens het verslag aantekeningen maakt en deze later uitwerkt tot een complete tekst. Wordt vaak verstuurd/gedeeld met collega’s. Notulen bevatten meestal deze onderdelen: soort vergadering, datum, namen van de aanwezigen, agenda, samenvatting van wat per agendapunt besproken is, afspraken, datum volgende bijeenkomst. (Actiepunten – besluitenlijst).

Formuleren en stijl 2.2 – inversie Een gewone zin heeft de volgorde ‘onderwerp – persoonsvorm’: ‘Ik ga zaterdag knuffelen met mijn paard’. ‘Ik bak altijd eieren met Pinksteren’. Bij inversie staat een ander zinsdeel dan het onderwerp vooraan in de zin: ‘Zaterdag ga ik knuffelen met mijn paard’ ‘Met Pinksteren bak ik altijd eieren’

Voorkom inversiefouten Onjuist: - ‘Ik ga vrijdag op excursie en slaap ik zaterdag uit’. - ‘Vrijdag ga ik op excursie en slaap ik zaterdag uit’. Juist: - ‘Ik ga vrijdag op excursie en ik slaap zaterdag uit’. - ‘Ik ga vrijdag op excursie en dus slaap ik zaterdag uit’. - ‘Ik ga vrijdag op excursie en zaterdag slaap ik uit’. - ‘Vrijdag ga ik op excursie en ik slaap zaterdag uit’. - ‘Vrijdag ga ik op excursie en dus slaap ik zaterdag uit’. - ‘Vrijdag ga ik op excursie en zaterdag slaap ik uit’.

Samentrekking Bij een samentrekking laat je iets weg. Dat mag alleen als betekenis, functie en getal hetzelfde zijn. Bijvoorbeeld: “Martijn stooft de groenten en (Martijn) bakt het vlees” Maar niet: “Het paard wordt op stal gezet en de koeien gemolken”. De tweede persoonsvorm kan hier niet weggelaten worden, aangezien ‘paard’ enkelvoud is en ‘koeien’ meervoud. Goed is dus: “Het paard wordt op stal gezet en de koeien worden gemolken”

Foute/lelijke formuleringen met bijzinnen 1. De bijzin staat los van de hoofdzin waarbij hij hoort. - Veel honden lijden aan erfelijke ziekten of afwijkingen. Doordat ze veel te ver zijn doorgefokt  Veel honden lijden aan erfelijke ziekten of afwijkingen, doordat ze veel te ver zijn doorgefokt. Of: ‘Veel honden lijden aan erfelijke ziekten of afwijkingen. Vaak zijn ze namelijk te ver doorgefokt’. Verbind met een komma de hoofdzin me de hoofdzin, of gebruik twee zinnen. 2. De bijzin staat onnodig middenin de hoofdzin: - De vergunning van een fokker moet als hij honden te ver doorfokt, worden ingetrokken. Als een fokker honden te ver doorfokt, moet zijn vergunning ingetrokken worden. Of: ‘De vergunning van een fokker moet worden ingetrokken, als hij honden te ver doorfokt’. Zet de bijzin voorin of achterin je samengestelde zin.

Huiswerk Schrijven 2.3 en 2.4 (vanaf bladzijde 103) en Formuleren en stijl 2.2 (vanaf bladzijde 228)