structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Statistische uitspraken over onbekende populatiegemiddelden
Advertisements

Wat is sociologie?.
Rekenproblemen en Dyscalculie
Waarom heeft een land één taal, een standaardtaal? De bloemfiguratiehypothese Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding.
Hoofdvragen van de Sociologie Inheemsen en uitheemsen
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? Enkele simulaties op basis van weddeschaal C1-C3, in vergelijking met laatste loon en met.
Wanneer in de VS en West- Europa WAO, AOW, ZKW, WW en KBW en waarom juist toen ? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding.
Christendom in Nederland
Sociologie, Technologie en Innovatie Deel 1
De eerste mensen Paragraaf 1 Hoofdstuk 2.
Zelfdoding in Nederland
De tijd van de wereldoorlogen
Als normovertreding voordelig is, waarom dan toch normnaleving? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding van Abram de.
Paragraaf 5.4 De strijd om de school.
Patronen: Bevolkingsspreiding en cultuurgebieden
Verdediger van het Christendom
Statistiek Verzamelen Voorstellen Beschrijven Interpreteren
Is het beschavingsproces van richting veranderd? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieen Naar aanleiding van Christien Brinkgreve & Michel.
Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën
DE SOCIALE KAART VAN POLEN ( VERGELEKEN MET DE SOCIALE KAART VAN NEDERLAND ) BACHELOROPLEIDING SOCIOLOGIE Radboud Universiteit Nijmegen STUDIEJAAR
structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag
Functionalisme: basiskenmerken
Voorspellende analyse
Verlichting (18e eeuw) Tegen Absolutisme en standenmaatschappij.
1.1 Over de Nieuwe en de Nieuwste tijd
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinen en hun bestuur.
DE LAMMERS-HYPOTHESE EN DE MAARTEN-POSTMA-HYPOTHESE HEDENDAAGDSE SOCIOLOGISCHE THEORIEËN DOCENT: WOUT ULTEE 8 JANUARI 2009.
Niet-stemmen en sociale integratie
Absolutisme.
1 havo/vwo H1 §4 – Cultuur in Nederland
Theorieconstructie binnen de Sociale Wetenschappen
Hoofdvragen van de Sociologie Inheemsen en uitheemsen
De staatsinrichting van Nederland.
Remonstranten en Doopsgezinden Vergelijkenderwijs
Leesvoorkeurenonderzoek
Wanneer in de VS en West- Europa WAO, AOW, ZKW, WW en KBW en waarom juist toen? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding.
“Ontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen en schoolse kenmerken”
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
Conceptversie.
Diversiteit Kaoutar el Baghdadi 1 BASW B Informatievaardigheden.
Hoofdvragen van de Sociologie Inheemsen en uitheemsen Jochem Tolsma.
Hirschi’s structureel-functionalistische antwoord op de vraag naar kleine criminaliteit onder jongeren Wout Ultee.
Durkheim is dead, but does his theory still yield new predictions? Wout Ultee 18 september 2007 A.A. Berger, Durkheim is dead! Sherlock Holmes is introduced.
Armoede is … Sieg Monten
digibordles: spinnen rekenbegrippen
Als/dan.
Methoden & Technieken van Onderzoek
INTERVIEW. Hallo, Ik ben juf Isabelle. Ik geef les in het 1 ste leerjaar van de Sint-Stevensschool.
Fataal huiselijk geweld Emilie Leplae. Relatie tussen dader en slachtoffer Bijzondere en intense band tussen dader en slachtoffer Bloedband, liefdesrelatie,
En dan nu... RECLAME. Tijd voor reclame Hoofdpijn? Nekpijn? Rugpijn? Menstruatiepijn?... Neem een aspirine...Werkt daar waar het nodig is!!! Futloos,
Ik ben Hans, ik ben 41 jaar en ben eigenaar van de Bierenbeul.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
Mens en medemens Les 7, MHBO-traject.
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
Afronden Hoe moet je statistisch afronden? nr gehalte (mg /100g) 1
Openbaar onderwijs OBS De Carrousel - Foto: John Oud.
Eten en gegeten worden De voedselketen.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid?
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid?
Sociologische paradigma’s
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid?
Cursus 6.1 : Europa in Delen 2 KGT Lesweek 3
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid?
Titel Ondertitel.
Antwoorden H2 § 4. KA 4 en 5.
Voorspellende analyse
§3.4 Politieke stromingen
Stap je mee … De kruisweg Glaskunst Ingrid Meyvaert.
structureel-functionalistische antwoord op de vraag naar
Transcript van de presentatie:

structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag Durkheims structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag Wout Ultee

Verklaring (2) Hoe sterker personen in een godsdienstige groepering zijn geïntegreerd, des te kleiner is hun kans op zelfdoding. (3) Katholieken zijn aan het eind van de negentiende eeuw in Europa sterker in hun godsdienstige groepering geïnte-greerd dan protestanten. (1) Onder katholieken komt in Europa aan het eind van de negentiende eeuw gemiddeld minder zelfmoord voor dan onder protestanten.

Structuur van de verklaring Algemene hypothese Bijkomende veronderstelling Empirische regelmatigheid

Structuur van de verklaring Structuur van de voorspelling = Structuur van de voorspelling Verklaring Andere bijkomende veronderstelling Zelfde algemene hypothese Voorspelde regelmatigheid

Voorspelling (2) Hoe sterker personen in een godsdienstige groepering zijn geïntegreerd, des te kleiner is hun kans op zelfdoding. (4) Katholieken die weinig onderwijs hebben genoten, zijn sterker in hun godsdienstige groepering geïntegreerd dan katholieken die veel onderwijs hebben genoten. (5) Katholieken die weinig onderwijs hebben genoten, bezitten een kleinere kans op zelfdoding dan katholieken die veel onderwijs hebben gehad.

Tweede verklaring (7) Naarmate personen sterker in een gezinsverband zijn geïntegreerd, is hun kans op zelfdoding kleiner. (8) Gehuwden zijn sterker geïntegreerd in een gezinsver-band dan ongehuwden. (6) Gehuwden bezitten een kleinere kans op zelfdoding dan ongehuwden.

Tweede voorspelling (7) Naarmate personen sterker in een gezinsverband zijn geïntegreerd, is hun kans op zelfdoding kleiner. (9) Gehuwden met kinderen zijn sterker in een gezinsver-band geïntegreerd dan gehuwden zonder kinderen. (10) Gehuwden met kinderen bezitten een kleinere kans op zelfdoding dan gehuwden zonder kinderen.

Generalisering van de twee algemene hypothesen (14) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepering van een samenleving, is hun zelfdodingkans kleiner. (15) Een godsdienstige groepering is een interme-diaire groepering. (16) Een gezinsverband is een intermediaire groepe-ring. (2) Hoe sterker personen in een godsdienstige groepe-ring zijn geïntegreerd, des te kleiner is hun kans op zelfdoding. (7) Naarmate personen ster-ker in een gezinsverband zijn geïntegreerd, is hun kans op zelfdoding kleiner.

Structuur van de generalisering Structuur van de verklaring = Structuur van de verklaring Andere algemene hypothese Ene algemene hypothese Zelfde meer algemene hypothese Andere bijkomende veronderstelling Ene bijkomende veronderstelling

De generalisering gegeneraliseerd tot Durkheims integratiehypothese (18) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepering van een samenleving, is de kans groter dat zij de norm van deze groepering over zelfdoding naleven. (19) Alle intermediaire groeperingen van alle samenle-vingen delen een norm die zelfdoding afkeurt. (14) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepering van een samenleving, is hun zelfdodingkans kleiner.

Structuur van de generalisering Structuur van de concretisering = Structuur van de concretisering Bijkomende veronderstelling Nog meer algemene hypothese Meer algemene hypothese

Durkheims integratiehypothese geconcretiseerd: eerste stap (18) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepering van een samenleving, is de kans groter dat zij de norm van deze groepering over zelfdoding naleven. (20) Hoewel de meeste intermediaire groeperingen van welke samenleving dan ook een norm hebben die zelf-doding afkeurt, zijn er in sommige samenlevingen wel eens intermediaire groeperingen met een norm die zelfdoding onder bepaalde omstandigheden billijkt. (21) Naarmate personen sterker geïntegreerd zijn in intermediaire groeperingen die zelfdoding onder bepaalde omstandigheden billijken, is hun kans op zelfdoding groter.

Durkheims integratiehypothese geconcretiseerd: tweede stap (21) Naarmate personen sterker geïntegreerd zijn in intermediaire groeperingen die zelfdoding onder bepaalde omstandigheden billijken, is hun kans op zelfdoding groter. (22) Het leger is een groepering die zelfdoding soms billijkt. (23) Naarmate personen sterker geïntegreerd zijn in het leger, is hun kans op zelfdoding groter.

Durkheims integratiehypothese geconcretiseerd: een voorspelde regelmatigheid als derde stap (23) Naarmate personen sterker geïntegreerd zijn in het leger, is hun kans op zelfdoding groter. (24) Officieren zijn sterker geïntegreerd in het leger dan soldaten. (25) Officieren vertonen een grotere kans op zelfdoding dan soldaten.

Durkheims integratiehypothese gegeneraliseerd tot Ultee’s integratiehypothese (26) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepering van een samenleving, leven ze om het even welke norm van deze groepering sterker na. (27) Intermediaire groeperingen hebben een norm over zelfdoding. (18) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepering van een samenleving, is de kans groter dat zij de norm van deze groepering over zelfdoding naleven.

Ultee’s integratiehypothese geconcretiseerd tot Hirschi’s integratiehypothese Tot de volgende keer!