Economie Basis Examentraning 2018 Wat kun je allemaal doen:

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
Advertisements

Kopen en werken Hoofdstuk 5: Een eigen bedrijf
Opdracht: ‘Tel uit je winst’
EMZ2 H1 De functionele indeling
Havo 4: Werk Hoofdstuk 1: Werken of vrije tijd
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
6.1 Wat wordt de prijs? Winkeliers mogen zelf weten voor welke prijs ze hun producten verkopen. Hoe berekenen ze die prijs? Wat hebben vraag en aanbod.
H1.2 Het exploitatieoverzicht 16 november 2012
Lesplanning Binnenkomst
Paragraaf 3+4. Hoe kan het dat je besluit een nieuwe telefoon te kopen?  De mening van vrienden en familie  De eigen smaak en leeftijd  De financiële.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Internationale handel. Wisselkoersen Internationale handel Wisselkoersen Meer handel.
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
Boek 2: Kopen & Werken Hoofdstuk 7: Markten
Hoofdstuk 5 “Een eigen bedrijf”
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3 Uitgedeelde stencil Rekentrainer!
Omzet = de verkoopopbrengst in een bepaalde periode
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken,
Exploitatiebegroting
6.2 Maak je winst? Wat is het verschil tussen omzet en afzet?
Hoofdstuk 1 Waar blijft je geld?
Hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 1 Geld en Welvaart
5.1 Hoeveel kost dat? Afzet is het aantal producten dat een bedrijf verkoopt. Vermenigvuldig je de afzet met de verkoopprijs (excl. btw) dan weet je wat.
5.2 Kun je meer produceren? De productiecapaciteit is de hoeveelheid producten die een bedrijf kan produceren . Dit wordt bepaald door het aantal werknemers.
Bedrijfseconomie H3 Omzet en marge Junior accountmanager.
Arbeidsmarkt Als je op de markt loopt zie je om je heen verschillende kopers en verkopers. De vraag naar een product bestaat uit de mensen die een product.
Hoe komt de verkoopprijs van een ijsje tot stand?
Aantekeningen Hoofdstuk 1
Wat voor inkomen heb je & waar blijft je geld?
Ondernemen moet je doen
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
Aantekeningen hfst 6.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Marktaandeel Ex-BTW en In-BTW Arbeidsproductiviteit Belangrijk PROGRAMMA:
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Hoofdstuk 6 Productie.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Pag 137 t/m 143. Waar gaan we het vandaag over hebben? samenvatten vorige week / toets Prijsberekening in de detailhandel Maar nu eerst …….. Een filmpje.
Exameneenheid: Consumptie
Alle inspanningen die het bedrijf doet, noem je ook wel marketing
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
omzet, inkoopwaarde, bedrijfskosten en nettoresultaat
T4 ECONOMIE Hst 5 aan de slag!.
NEDERLAND HANDELSLAND
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Omzet-kosten-winst HAVO 3
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
3.1 PRODUCTIE.
Welkom op dag 2 van Jong Ondernemen
verwarring begrippen omzet of winst
Brutowinst en nettowinst
Vmbo 2 economie Goede producten?
De brutowinstmethode  .
Welkom havo/vwo 3..
Opfriscursus kengetallen
Examenopgave Havo M&O opgave 3
Geld en Welvaart Exameneenheid Consumptie
Vmbo 2 economie Waarom werken?
Werk, Hoofdstuk 1 en 2: Het aanbod van arbeid
Afzet = Aantal verkochte producten
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Export &import Economie: Buitenland.
Hoofdstuk 2 Van kosten naar verkoopprijs
Blok 3 Zorg of bemoeizucht?
Hoofdstuk Omzet, kosten, winst
Nederland en de rest van de wereld
inclusief WW PROTECTIONISME Invoerrechten Strenge regels Invoerverbod Contingentering (aantal afspreken)
BASISREKENVAARDIGHEDEN
BASISREKENVAARDIGHEDEN
Transcript van de presentatie:

Economie Basis Examentraning 2018 Wat kun je allemaal doen: Boek, bestudeer elke 2 dagen een hoofdstuk. Leer de begrippen en maak de examenopgaven bij het hoofdstuk. Op Ynwurk de quizlets leren H1 t/m H6 Digitrainer Oefenen.facet.onl Werk elke dag 1 tot 2 uren aan economie Wees een beetje streng en een beetje aardig voor jezelf.

H1,Waar heb jij behoefte aan? Begrippen kennen blz 9 basisbehoeften overige behoeften zelfvoorziening collectieve voorzieningen doelgroep commerciële reclame merkreclame ideële reclame marketing instrumenten 6P’s (volgende dia) consumentenorganisaties , komen op voor belangen consument wat staat er in de warenwet wat is er geregeld in de wet productaansprakelijkheid keurmerken

Productbeleid = welk product, kwaliteit van het product Prijsbeleid = duur/goedkoop Plaatsbeleid = waar? plaats van de zaak, in de winkel, schap? Promotiebeleid = Hoe krijg ik aandacht? Reclame, sponsoring Personeelsbeleid = Vakkundig en klantvriendelijk. Presentatiebeleid = Uitstraling.

Een Yellow pineapple pizza kost in New York €7,95 Een Yellow pineapple pizza kost in Amsterdam €5,95 Bereken hoeveel % de pizza in New York duurder is Er worden in Nederland 163,6 miljoen pizza’s per jaar verkocht, waarvan 1,3 miljoen Yellow pineapple pizza’s. Hoeveel % Yellow pineapple worden er jaarlijks verkocht?

H2 Geld moet rollen Begroting directie ruil indirecte ruil krediet en kredietkosten rente functies van geld:ruilmiddel/rekenmiddel/spaarmiddel spaarmotieven: voor rente/voor een bepaald doel/uit voorzorg persoonlijke lening/koop op afbetaling Inkomensvormen:arbeid/bezit/overdracht soorten uitgaven: dagelijks/vaste/incidentele wat is een begroting budgettering

Op een spaarrekening staat €22500,- Je krijgt 1,2% rente Op een spaarrekening staat €22500,- Je krijgt 1,2% rente. Welk bedrag aan rente krijg je na 5 jaar? Op een spaarrekening staat €1500,- Je krijgt 0,2% rente. Welk bedrag aan rente krijg je na 5 maanden? Je leent €10,000,- Je betaald in 36 maandelijkse termijn €300 Hoeveel bedragen de kredietkosten?

H3 We gaan voor de winst omzet afzet bedrijfskosten inkoopwaarde winst verlies btw consumentenprijs arbeidsproductiviteit productiecapaciteit, de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken maatschappelijke kosten

omzet inkoopwaarde - brutowinst bedrijfskosten - nettowinst inkoopprijs brutowinstopslag + verkoopprijs ex btw btw + consumentenprijs

Omzet. 125. 000. inkoopwaarde -. 25. 000 brutowinst bedrijfskosten - Omzet 125.000 inkoopwaarde - 25.000 brutowinst bedrijfskosten - 110.000 nettowinst/verlies Inkoopprijs 39.00 brutowinstopslag + 30% verkoopprijs ex btw btw + 21% consumentenprijs

H4 Werkt dat zo? arbeidsovereenkomst brutoloon deeltijdbaan nettoloon vacature arbeidsvoorwaarden cao arbeidstijdenwet arbowet structurele-, conjuncturele-, frictie-, seizoenswerkeloosheid beroepsbevolking, >15 tot pensioen die werk hebben of zoeken arbeidsmarkt, vraag naar arbeid van werkgevers en aanbod van werknemers

H5 Nederland Handelsland europese unie export import invoerrechten exportwaarde importwaarde betalingsbalans open economie gesloten economie Europa zonder grenzen betekent: vrij verkeer personen vrij verkeer goederen vrij verkeer van kapitaal eurozone emu vrijhandel protectiemaatregelen: invoerrechten invoerverbod contingentering exportsubsidie

In 2017 heeft Nederland voor €468 miljard aan goederen geëxporteerd In 2017 heeft Nederland voor €468 miljard aan goederen geëxporteerd. Dat was een stijging van 10% t.o.v 2016 Er ging in 2017 voor €101 miljard goederen naar Duitsland. Hoeveel % ging naar Duitsland? Hoeveel bedroeg de export voor de stijging van 10%? Wat betekent de Brexit voor Europa?

H6 Welvaart wereldwijd? kenmerken ontwikkelingslanden welvaart, mate waarin in je behoeften kunt voorzien hulpbronnen en infrastructuur wereldbank, helpt bij leningen microkrediet wto, vrijhandel bevorderen ontwikkelingssamenwerking, noodhulp/structurele hulp fairtrade

Klassikale toets digitrainer