Hoofdstuk 4 | Aan het werk! (basis)

Rekenen: Gemiddelde bruto uurloon Vraag 1) In 2014 was het gemiddelde bruto uurloon van jongeren € 8,23. In 2015 daalde het gemiddelde bruto uurloon met 4 % ten opzichte van 2014. Bereken het gemiddelde bruto uurloon in 2015. Rond je antwoord af op 2 decimalen. Uitwerking: : 100 x 4 € 8,23 € 0,0823 € 0,32 100 % 1 % 4 % : 100 x 4 Het gemiddelde bruto uurloon in 2015 is € 8,23 - € 0,32 = € 7,91

Wettelijk minimum(jeugd)loon (bij 40 uur per week) Rekenen: Minimumloon jeugdloon Vraag 2) Dirk Jan is 15 jaar. In zijn vrije tijd werkt hij bij een supermarkt. Hij verdient daar 15 % meer dan het minimumjeugdloon. In oktober werkt Dirk Jan 18 uur. Netto ontvangt € 50,05. Welk bedrag is op zijn brutoloon ingehouden? Uitwerking: Dirk Jan verdient per uur: € 108,40 : 40 = € 2,71 € 2,71 x 1,15 = € 3,12 per uur In maand November werkt Dirk Jan 18 uur. Het brutoloon is: € 3,12 x 18 uur = € 56,16 Omdat Dirk Jan € 50,05 ontvangt wordt er dus € 56,16 - € 50,05 = € 6,11 ingehouden. Wettelijk minimum(jeugd)loon (bij 40 uur per week) Leeftijd Per maand Per week 22 jaar en ouder € 1.565,40 € 361,25 17 jaar € 618,35 € 142,70 16 jaar € 540,05 € 124,65 15 jaar € 469,60 € 108,40

Rekenen: Wekloosheid Vraag 3) In Noordoost Friesland is 8% van de beroepsbevolking werkloos. Dat zijn in totaal 11.782 personen. Bereken het aantal personen van de totale beroepsbevolking in Noordoost Friesland. Uitwerking: 8 % is 11.782 1 % is 1.472,75 (11.782 : 8 ) We zijn op zoek naar 100 % 1.472,75 x 100 = 147.275 Conclusie: De totale beroepsbevolking in Noordoost Friesland is 147.275

Rekenen: Deel van geheel Vraag 4) In 2017 werkten er in totaal 8.940.000 mensen. In de grafiek hieronder zie je hoe die verdeeld zijn over verschillende sectoren. Hoeveel procent van alle werkenden had een baan in de industrie? Rond je antwoord af op één decimaal. Uitwerking: Voor het berekenen van deze vraag heb je de volgende formule nodig: Percentage = 𝑑𝑒𝑒𝑙 𝑣𝑎𝑛 𝑡𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑡𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 ∗100% Percentage = 1.384.000 8.940.000 ∗100% Percentage industrie = 15,5 % Conclusie: 15,5 % van alle werkenden had een baan in de industrie.

Tips & Tricks Voor een goede voorbereiding Maak alle huiswerkopgaven. Controleer alle huiswerkopgaven. Verbeter de fouten en kijk waarom het antwoord onjuist was. Maak een samenvatting. Leer de begrippen door gebruik te maken van de Quizlet die op Ynwurk staat. Oefen de opgaven uit deze PowerPoint meerdere keren. Tijdens de toets Lees de vraag goed, desnoods lees je de vraag 2 of 3 keer. Noteer de berekening bij de rekenopgaven. Maak eerst de opgaven die je snapt. Verlies niet teveel kostbare tijd aan de ‘moeilijke vragen’. Maak eerst de vragen die je begrijpt.