Shock en vloeistoftherapie.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Vocht & Voeding tijdens Inspanning
Advertisements

Hyponatriemie en de hersenen
Shock SHOCK en uitwendige bloedingen nemen een bijzondere positie in tussen ‘stoornissen in de vitale functies’ en ‘plaatselijke stoornissen’
Chronische nierinsufficiëntie
Je lichaam in balans suikerbalans waterbalans.
Hitteletsels In dit hoofdstuk komt aan de orde: Achtergrondinformatie Hittekramp Hitte-uitputting Hittestuwing Hitteberoerte Zonnebrand.
Water en zouthuishouding
Hartfalen De voedingsadviezen Barbara K. van Dam
Workshop + EHBO bij de hond.
Nefrotisch syndroom.
Medicijnen.
Transport Bloed en bloedsomloop Informatie en animaties over het bloed.
Anatomie / fysiologie Nieren 3 Bloeddruk AFI1
Vulling Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?
Hyponatriemie Maartje Salomons.
Urogenitale aandoeningen
Paragraaf 10.3 Cellen in Bad.
Ziekte van Addison.
Wees niet bang, maar alert
SHOCK.
2012.
SHOCK.
Vocht huishouding.
Bloedonderzoek.
1 T-onderwijs 30 Twee vermoeide mannen met een ernstige chronische aandoening.
Shock en vloeistoftherapie.
Hoofdstuk 10 Paragraaf 1: Goed geregeld. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 1  Maken paragraaf 1.
Verdrinking.
Valkuilen bij laboratorium onderzoek
VPH Les 3.
HbA1c Leonie van der Heul Klinisch chemicus io Symposium 17 jan 2014.
DM wat vertel je de patiënt? S. Tamis 5 november 2015.
Bloedonderzoek.
Johan Bugel Campus Winschoten. Hoeveelheid bloed Johan Bugel Campus Winschoten  Man 5 liter  Vrouw 4,5 liter.
Rekenen met concentratie
Diëten Niet alleen om af te vallen!. Veel mensen volgen een dieet uit medische noodzaak Natriumbeperkt Energiebeperkt Vetarm Antiallergisch dieet Maagdieet.
1 SHOCK door Petri Snel lotusdocent Sandra van Poortvliet, lotusdocent Joyce Snel, lotusinstructeur Marjane Austin, aspirant lotus.
Het uitscheidingsstelsel
Shock en vloeistoftherapie.. Wat is shock? Onvoldoende perfusie = doorbloeding van de weefsels. Waardoor de weefsels te weinig zuurstof krijgen.
Lever en Nieren Les 1 di 2de uur ’11 Uitleg lever en nieren en opdracht Les 2 wo 3de uur ’11 Uitleg bloedonderzoek formulier, maken.
Allergie & Anafylactische shock
Diabetes.
Na het sporten.
Zorg voor de ademhaling:
Welkom! Lekker aan de slag met Verpleegkundig Rekenen
Noorderpoort PRS Pijn Thorax
Welkom! Lekker aan de slag met Verpleegkundig Rekenen
Toedieningswegen medicatie
Uitscheidingsstelsel
EHBO Deel 2.
CE Hond & Kat Week 7 Gezondheid.
Actief bloedverlies en Shock
Warmteletsels Achtergrondinformatie De stofwisseling:
Voeren en Verzorgen Niveau 4 Blok 2.
Voeren en Verzorgen Niveau 4 Blok 2.
Hoofdstuk 3. Werking, dosering en vergoeding
Blok 3 Gezondheid en gedrag
Stofwisseling (metabolisme), uitdroging en oedeem
Doe de niercheck.
Welkom! Lekker aan de slag met Verpleegkundig Rekenen
Circulatie pathologie
Bloed en afweer pathologie
Diabetes.
Zorg voor de ademhaling:
Toedieningswegen medicatie
Diersoortverdieping honden en katten
Hoofdstuk 3 Levenslange diëten
Transcript van de presentatie:

Shock en vloeistoftherapie.

Wat is shock? Onvoldoende perfusie = doorbloeding van de weefsels. Waardoor de weefsels te weinig zuurstof krijgen.

Vraag: Shock is een onvoldoende doorbloeding. Hoe zou je dit kunnen herkennen in je algemeen onderzoek?

Shock en algemeen onderzoek Ademhaling: versneld en oppervlakkig Pols: versneld en zwak Temp: eerst normaal, later laag Huid: koud aanvoelen, later ook turgor > 1 sec Slijmvliezen: bleek, CRT > 1 sec Lymfeknopen: --

Meer symptomen van shock: Spierzwakte Oligurie / anurie: weinig of geen urineproductie

Oorzaken van shock: Hypovolemie: te weinig ( bloed) volume in het vaatbed: bloedverlies, uitdroging Allergische reacties: vaatverwijding tgv histamine release, bloeddruk daalt Septicaemie: Tgv endotoxinen vaatverwijding. (Cardiogene shock): bloeddrukdaling tgv verminderde pompfunctie hart. Neurogene shock: bij stress of pijn komen endorphines vrij, die bloeddrukdaling veroorzaken.

Vraag: Shock is een onvoldoende doorbloeding. Hoe zou je dit kunnen behandelen?

Behandeling van shock: Voldoende ventilatie / extra zuurstof. Stop aanwezige bloedingen. Vul vaatbed op met behulp van infuus. ( Herstel afwijkende pH en electrolytenbalans) Verbeter of stabiliseer lichaamstemp. Toedienen bep. Medicijnen ( cortico’s)

Opdracht: Deze knuffels zijn zwaar in shock. Stabiliseer ze

Vloeistof therapie Waarom: DEHYDRATIE. Niet alleen vocht tekort. Tevens: elektrolyt tekort. Verschuiving pH balans.

Hydratie toestand De hydratie toestand kun je op 3 manieren onderzoeken. Via de anamnese. Via lichamelijk onderzoek. Via laboratorium onderzoek.

Anamnese. Eet / drinkt de hond nog? Hoe lang heeft het dier al klachten? Is er sprake van braken / diarree? Hoe oud is het dier?

Lichamelijk onderzoek. Turgor. Diep liggende ogen. Droge, rode slijmvliezen/ later bleek S.g. urine ↑ ; pols ↑ ; (T omlaag)

Laboratorium onderzoek. Hematocriet bepaling. De hematocriet is de verhouding tussen het bloedcelvolume en het totale bloedvolume. Bij zoogdieren meestal rond 0,4

Elektrolyt veranderingen. Bij braken verlies van: H+, Na+, K+, Cl- Bij diarree verlies van: Na+, K+ en HCO3- Bij chron. Nierproblemen: Na+, evt K+ en HCO3- Onthoudt: Bij verschillende ziekteprocessen krijg je verschillende samenstelling van bloed.

Dehydratie types. Isotone dehydratie: verlies in gelijke mate van vocht en elektrolyten. Hypotone dehydratie: meer electrolyten dan vocht verlies. Hypertone dehydratie: meer vocht dan electrolyten verlies. Consequentie voor keuze infuus vloeistof! Onthoudt: Afhankelijk van het ziekteproces kan de beste infuusvloeistof variëren. Maar: fysiologische zoutoplossing is altijd goed!

Zuur- base evenwicht. Alkalose: dier verliest zuur, pH stijgt. Bij chronisch braken Acidose: dier verliest HCO3-, pH daalt. Bij chronische diarree, suikerziekte en nieraandoeningen.

Bepaling nierfunctie. Soortelijk gewicht urine hoger dan 1.025 Concentratie ureum in bloed: 3,0- 6,5 mmol/ liter Concentratie creatinine in bloed: ≤50 + lich gew. ( ureum en creatinine zijn afbraakproducten,die via urine worden uitgescheiden) Bij deze waarden kan de nierfunctie nog normaal zijn. Een verlaging van het sg en/ of een verhoging van plasma concentraties ureum en creatinine: Kan een aanwijzing zijn voor nierfalen.

Nierfunctie. Teveel ureum in bloed: Uremie. Oorzaak voor de nieren: pre- renaal. Oorzaak in de nieren: renaal. Oorzaak na de nieren: post- renaal. Voorbeeld pre renaal: uitdroging, shock. Nier krijgt domweg te weinig bloed, om urine aan te maken

Vloeistof therapie. Doel: Aanvullen van tekorten. Onderhoudstherapie. Aanvullen verdere verliezen.

Vloeistof therapie. Welke vloeistoffen zijn er? Waterige elektrolyt oplossingen. Parenterale voedingen. Plasma vervangende middelen. Bloed.

Waterige elektrolyt oplossingen. Bijvoorbeeld: Isolectrol. Bicarbonaat. Lactetrol.( Ringerlactaat, Hartmann) Fysiologisch zout.

Parenterale voeding. Bijvoorbeeld: Glucose 30% Aminosol 5% Amynin Par-enteraal betekent: naast het maagdarmkanaal, dus voeding gaat niet via het maagdarmkanaal (=enteraal), maar via het bloed (of subcutaan)

Bloed Bij hond gaat eerste transfusie i.h.a. altijd goed (tweede niet!) Bij kat: bloedgroepen! Transfusie reacties! Bloedtransfusies: specialistenwerk Bloedtransfusie nodig bij Ht < 0,15

Wijze van toedienen vloeistof Oraal: via de bek Intraveneus: via een ader. Subcutaan: onderhuids. Intraperitoneaal: in de buikholte. Oraal en subcutaan: bij uitgedroogd dier gaat dit (te) langzaam!!! Echter: iv prikken bij uitgedroogd dier erg lastig

Toedieningssnelheid.(iv) Onderhouds infuus: Hond: 50 ml/ kg/ 24 uur Kat: 80 ml/ kg/ 24 uur Waakinfuus: 10 ml/ kg/ 24 uur Geforceerde diurese: 100 ml/ kg/ 24 uur (= “stortinfuus”) Alle vloeistof die je intraveneus geeft: het hart moet het wel tijdig kunnen wegpompen. Bij te hoge infuussnelheid (en zeker als de nieren ook minder werken): Dan tank je het vaatbed te vol af: gaat het “overlopen”. Dit overlopen gebeurt in de longen: longoedeem m.a.g benauwdheid en zelfs stikken.

Toedieningssnelheid (iv) Stel hond 20 kg, waakinfuus: Nodig: 20*10 ml = 200 ml infuus per 24 uur Dus per minuut: 200/(24*60) = 0,14 ml/ minuut 1 ml = 20 druppels: ongeveer 3 druppels per minuut

Toedieningssnelheid (iv) Stel hond 20 kg, onderhoudsinfuus: Nodig: 20*50 ml = 1000 ml infuus per 24 uur Dus per minuut: 1000/(24*60) = 0,7 ml/ minuut 1 ml = 20 druppels: ongeveer 14 druppels per minuut

Toedieningssnelheid (iv) Stel hond 20 kg, stort infuus: Nodig: 20*100 ml = 2000 ml infuus per 24 uur Dus per minuut: 2000/(24*60) = 1,4 ml/ minuut 1 ml = 20 druppels: ongeveer 30 druppels per minuut

Demo druppelsnelheid

infuus Opdracht: bekijk het filmpje. Noteer voor jezelf 3 aandachtspunten. http://provisioning.ontwikkelcentrum.nl/objects//OC-33070-2-4d/OC-33070-2-4d.html Stel aan een klasgenoot een vraag over dit filmpje.

Rekenen! Bereken de druppelsnelheid bij: Kat 2,5 kg; onderhoudsinfuus Sint Bernhard 83 kg, waakinfuus Dobermann pincher, 29 kg, stortinfuus Kat 6,3 kg, waakinfuus Cavalier king Charles spaniel 5,2 kg, onderhoudsinfuus

VRAGEN?