Planten 4 VMBO BB Thema 1
Voortplanting Geslachtelijke voortplanting Zaadcel en eicel smelten samen, er ontstaat een nieuw genotype Via geslachtelijke voortplanting kunnen er nieuwe variaties ontstaan
Ongeslachtelijke Voortplanting Deling(mitose) – Bij eencellige wieren De nakomelingen hebben hetzelfde genotype als de ouders 24
Ongeslachtelijke Voortplanting Stekken – Stuk stengel of blad afsnijden
Ongeslachtelijke Voortplanting Knollen – Verdikte stengel die reserve voedsel bevat (aardappel, radijs)
Ongeslachtelijke Voortplanting Bollen – Een bol heeft een bolschijf met rokken. Rokken – verdikte bladeren met reserve voedsel Eindknop - hieruit ontstaat de plant Knoppen – Hieruit ontstaan nieuwe bollen
Ongeslachtelijke Voortplanting Uitlopers - Een plant vormt uitlopers waaruit een nieuwe plant ontstaat.
Ongeslachtelijke Voortplanting Wortelstokken - Ondergrondse uitlopers die nieuwe planten vormen. -Lelie der Dalen
Ongeslachtelijke Voortplanting Bij oculeren wordt een stukje bast van de plant gehaald. Een knoop van een andere plant wordt onder de bast geschoven.
Nieuwe erfelijke eigenschappen Nieuwe erfelijke eigenschappen ontstaan alleen bij het samensmelten van een eicel en een zaadcel, dus geslachtelijke voortplanting.
Bouw en functie bloemen Bloemkelk – Krans van groene bladeren rond een bloem Kelkbladeren – De bladeren van een bloemkelk, soms vergroeid. Beschermen de bloem tegen uitdroging en kou als de bloem nog in de knop zit Bloemkroon – krans van geleurde bloemenbladeren , de kroonbladeren Kroonbladeren - de krans van gekleurde bloembladeren. Fel van kleur voor aanlokken insecten. Kunnen vergroeid of los zijn
Meeldraden – mannelijke voortplantingsorganen Helmdraad – stengel van het meeldraad Helmknop – kop van het meeldraad Hier ontstaat stuifmeel Stuifmeel – bestaat uit stuifmeelkorrels, mannelijke geslachtscel Stamper – vrouwlijke geslachtsorgaan Stempel – neemt stuifmeel op Stijl – hierdoor groeien de stuifmeelkorrels naar de zaadbeginsels Vruchtbeginsel – Bevat zaadbeginsels die kunnen uitgroeien tot een zaad, elk zaadbeginsel bevat één eicel
Stamper
Meeldraad
Bloem onderdelen
Mannelijke / vrouwelijk bloemen
Bestuiving door insecten Bloem is opvallend van kleur Bloemen zijn groot Kleverig stuifmeel Nectar Ruiken lekker
Bestuiving door de wind Geen opvallende kroonbladeren Klein en groene bloemen Geen nectar Ruiken niet Lange meeldraden buiten de bloem Grote stempels buiten de bloem