Bezoek aan een BIJENKORF 1
Een bij weegt 1/10 van een gram. 2
Ze brengt de helft van haar gewicht – 0,05 gram – naar de bijenkorf. Ze maakt een twintigtal reizen per dag. 3
Voor 1 kg honing moet ze 50.000 reizen maken. Een kg honing vertegenwoordigt 40.000 km, hetzij een reis rond de wereld. 4
De bijen werken dag en nacht zonder pauze. 5
Zonder ooit te rusten werken ze tot aan hun dood. 6
Het uitwisselen van nectar gebeurt door contact tussen de antennes. 7
Bijen zijn uitzonderlijke schepsels. Ze zijn zeer sociabel. 8
Bijen steken soms mensen die wild gebaren of praten. Zonder de bijen is er geen goede oogst. 9
Bijen houden niet van sterke geuren (zowel goede als slechte). 10
Met honing gevulde cellen. 11
De honingcellen worden schuin gebouwd, zodat de honing er niet uit kan stromen. 12
voor de bouw van honingcellen. Gewafelde wasplaten, met draden op hun plaats gehouden, dienen als steun voor de bouw van honingcellen. 13
Elke aanwas bevat negen kaders. Het middelste is het herkenningsteken. Het is vaak vanaf dit kader dat de andere goed lopen. 14
Dezelfde honingcellen van naderbij (zie in het midden). 15
andere onderscheiden door de welving van het deksel en hun grootte. De honingcellen met deksel rechts bevatten larven van hommels. Men kan ze van andere onderscheiden door de welving van het deksel en hun grootte. 16
De KONINGIN! Hare majesteit kan tot 2.000 eitjes per dag leggen! Ze leeft 4 à 5 jaar. 17
Een werkbij leeft in de zomer 40 dagen, in de winter 5 à 6 maanden. 18
In de rij zoals in een parade… 19
20
21
Honingcellen voor de kweek van de larven. 22
ZONDER DE BIJEN IS ER GEEN GOEDE OOGST ! De bijen leven al 100 miljoen jaar op aarde. Tegenwoordig is hun bestaan bedreigd. ZONDER DE BIJEN IS ER GEEN GOEDE OOGST ! 23
j 24