Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.)
Karel en grote problemen
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Tijd van monniken en ridders
Kerstening van Noordwest-Europa - werkwijze
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
Leven op een palts Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
5.1 Leenheren en leenmannen
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
De standen Door God gegeven taak:
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
De kerk in de Middeleeuwen
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 1: Clovis, de Kloosters en Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders en.
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 11: Het Christendom in Europa Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders.
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Karel en grote problemen
Europa wordt christelijk
Verbreiding van het Christendom in Europa.
Machtige heren, halfvrije boeren
Middeleeuwen.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Paragraaf 3, trouw aan de heer
Een nieuw geloof: het christendom
Een Christelijke samenleving
Monniken en Ridders Hoofdstuk 3.
Tijd van steden en staten
Paragraaf 2, leven op een domein
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Tijd van Monniken en Ridders
§4 Christendom in Europa
Waarom bekeert Clovis zich tot christendom?
H 3 Monniken en ridders§ 3.4 Christendom in Europa Wat moet je weten aan het eind van de les? Hoe de hiërarchie van de rooms katholieke kerk in elkaar.
Tijd van Monniken en Ridders
H3.2 Europa wordt Christelijk
Monniken en ridders 5.4 De opkomst van de Islam
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Paragraaf 4.3 De strijd tussen paus en keizer
Cursus 1.4 Tien Tijdvakken Klas 1 BK Lesweek 1
Cursus 1.4 Tien Tijdvakken Klas 1 KGT Lesweek 2
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Europa wordt christelijk
Cursus 2.3 Het Leven van de Eerste Boeren Klas 1 BK Lesweek 4
OPKOMST VAN HET CHRISTENDOM
Cursus 3.2 : Romeinse Samenleving 1 BK Lesweek 4
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 BK Lesweek 3
THEMA 3 – LES 3 HET KLOOSTERLEVEN.
Ontdekkers en Hervormers
Hoofdstuk 3: De Grieken Klas 1 KGT Lesweek 6
Cursus 3.2 : Romeinse Samenleving 1 KGT Lesweek 1
THEMA 3 – LES 2 KERK EN KLOOSTER.
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 BK Lesweek 2
Rampen in de Middeleeuwen
Cursus 5.3 : Het ontstaan van de Arabische Wereld 1 BB Lesweek 2
Steden en kruistochten
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
§2.1 Van stad tot wereldrijk
§2.3 De opkomst van het christendom
Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.)
Transcript van de presentatie:

Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1 Mens en Maatschappij Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1 Handboek blz. 55

Planner Vertraagde Week P4 : Cursus 5.2 – Monniken en Ridders Lesweek 1, P5: Cursus 5.2 – Monniken en Ridders Lesweek 2, P5: Cursus 5.3 – Ontstaan van de Arabische Wereld Lesweek 3, P5: Cursus 5.2 – 5.3 - Kruistochten Lesweek 4, P5: Cursus 5.2 – 5.3 - Kruistochten Lesweek 5, P5: Toets 5.1 – 5.4 Vertraagde Week P5: Uitloopweek

500 – 1000 Deze les: Ik kan in eigen woorden uitleggen hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde en gebruik daarbij het woord graafschappen. Ik kan uitleggen waarom Karel de Grote geestelijken nodig had. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een priester en een monnik/non. Ik kan in eigen woorden uitleggen waarom heren en horigen elkaar nodig hadden. Je leert de volgende begrippen: Heren, horige, geestelijke, monnik, priester, graafschap, graven en kan deze in eigen woorden uitleggen.

500 – 1000 Einde van de Romeinen Het Romeinse Rijk valt rond 500 na Christus uiteen. Door wie? De Romeinen worden verslagen door allerlei Germaanse Stammen (zoals de Galliërs uit Asterix en Obelix.) Waarom? Het rijk is te groot geworden en de Romeinen hebben veel ruzie onder elkaar. Gevolg? Er blijven veel stammen over in Europa met eigen gebiedjes en weinig grote steden.

Tijdvak 3 : Monniken en Ridders 500 – 1000 Tijdvak 3 : Monniken en Ridders

500 – 1000 Karel de Grote

Karel de Grote 500 – 1000 Het Romeinse Rijk bestond niet meer. Europa bestond uit allerlei kleine gebieden die door de Franse Koningen veroverd werden. Karel de Grote kwam aan het hoofd van dit rijk te staan. Machtig rijk met dezelfde wetten en regels.

500 – 1000 Karel de Grote Karel liet zich net zoals de Romeinen tot keizer kronen. Het rijk was te groot om alleen te besturen -> Verdeelde zijn rijk in graafschappen. Bestuurd door graven. Deze groep mensen noem je ook wel de adel. De graven moesten: 1. Aan hem trouw zweren. 2. Raad geven. 3. Soldaten leveren. Valkhof in Nijmegen

500 – 1000 Willibrord Rond het jaar 700 waren er nog veel Germaanse stammen in Nederland: Bataven en Friezen. Veel mensen waren dan ook niet christelijk en geloofden in verschillende goden (net als de Romeinen). Hij bekeerde veel Germanen tot het christendom. Heeft de eerste christelijke kerk in Nederland laten bouwen.

500 – 1000 Geestelijken Karel wilde al de mensen in zijn rijk christelijk maken. Hij was door de paus (leider van de kerk) benoemt en daardoor zouden veel christenen ook naar hem luisteren. Hij had daarvoor geestelijken zoals Willibrord nodig. Soorten Geestelijken: 1. Priesters: Leiding over de kerk in dorpen en steden. Zij gaven preken. 2. Monniken en nonnen: Leefden afgezonderd in kloosters. Vulden hun dag met bidden en werken (boeken overschrijven)

500 – 1000 Heren en Horigen Meesten mensen waren in deze tijd boer en werkten op het land om eten te maken en om te kunnen overleven. Boeren werkten op een stuk land waar de heer (bijv. een graaf) de baas over was. Deze boeren noem je ook wel horigen. Zij ‘hoorden’ bij het stuk land van de heer en mochten dit dan ook niet verlaten. Een deel van wat zij op het land produceerden moesten zij afstaan aan de heer en zij moesten allerlei klusjes voor hem doen. In ruil daarvoor kregen zij bescherming van de heer. Een heer kan heel veel zijn: een ridder, rijke boer, graaf maar het is wel iemand die door de koning is benoemd.