5 weken les van mevrouw stals

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Lesplanning Binnenkomst
Advertisements

Hoe ga je te werk bij aardrijkskunde?
Wat moet je elke les bij je hebben? handboekwerkboek Potlood: hiermee maak je de opgaven. Pen: hiermee kijk je na, je verbetert fouten met pen en gumt.
Welkom bij het vak economie!
Marketing College 13 Wat weten we nog?.
Rekenen.
Aantekeningen Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1 Budgetlijn A3b.
H4 Statistiek Beelddiagram
Mw. Sloot (SLT) en Margo Franssen (MF1)
Kwaliteit. Theorie en Toetsing Theorie is te vinden op Wordt vandaag klassikaal.
 Hier worden leningen of kredieten verstrekt 2 deelmarkten: Geldmarkt: Kortlopende kredieten (1 a 2 jr) Kapitaalmarkt: Langlopende kredieten (langer.
Antwoorden oefenvragen stencil 2 2 Brutoloon € 2600 Inkomensafhankelijke bijdrage zvw€ 100 – Loonheffing€ 500 – Werknemersdeel werknemersverzekeringen.
Wat gaan we vandaag doen?  Voorbereiding op toets 17 mei 2016 lesuur 7  Eerst luister je / noteer je wat er in de toets komt. Vervolgens mag je:  Naar.
Aantekeningen hoofdstuk 2. Arbeidsovereenkomst 4.3 Wat moet je doen? Om in Nederland aan het werk te mogen is het verplicht om een arbeidsovereenkomst.
Grammatica leren. Inleiding Ook de grammatica kun je leren. De grammatica zijn eigenlijk de spelregels van de taal. Regel kun je leren en toepassen. Hieronder.
Stencil omzet kosten winst H3 18 MEI Wat gaan we vandaag doen?  - HW controle  - Wat heb je tot nu toe gedaan?  - Huiswerk klassikaal nakijken.
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Hoofdstuk 9 M&O JUNI 2016 H3. Wat gaan we doen? - Hoofdstuk 9 M&O - Introductievragen - Uitleg / aantekeningen - Sommen maken.
Les 1. Wat voor les krijgen we nu? Tijdens de lessen over hoofdstuk 9, 10 en 11 krijg je op een andere manier les. Het doel is om je zelfstandigheid te.
Instructie hfst 1 klas 3tl. Koopkracht Koopkracht= hoeveel kun je kopen met je geld Inflatie= algemene prijsstijging Koopkrachtstijging= loonstijging.
Procentuele verandering berekenen. Hoe doe ik dat?! T2 JUNI 2016.
Vmbo 2 economie Overheid overbodig?
R. Stals – Timmermans VMBO-T 4 SG. Sint Ursula Horn
Welkom havo 4..
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Hoofdstuk 7.1.
kennis- en informatieavond leerjaar 2 september schooljaar
Omzet-kosten-winst HAVO 3
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 3..
Welkom Havo 5..
Keuzes maken Hoofdstuk 1 H3 & v3.
Hoofdstuk 7.2 Les 1.
Paragraaf 2.3 Wat willen zij dat je koopt?.
Vmbo 2 economie Overheid overbodig?
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les
H3 Financiering van een bedrijf
Welkom Havo 5..
Hoofdstuk 9 M&O + in groepjes Havo3 iPad.
Vmbo 2 economie Goede producten?
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
Welkom havo 3..
Welkom VWO 5..
Beste Havo 4..
Welkom Havo 5..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom havo/vwo 3..
Vmbo 2 economie Ben jij een kritische koper ?
Welkom 4 Havo..
Welkom 4 Havo..
Economisch bekeken Mavo 4
Vmbo 2 economie Goede producten?
Mens & Maatschappij Leerjaar 2
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Havo en vwo 3 Versie stencil hst 9 voor leerlingen
Welkom 8 mei 2018.
Budgetlijn.
S.O. H7 MATERIE §Test jezelf
Rekenen periode 4: Verbanden
Wat gaan we vandaag doen
Inflatie en koopkracht
Hoofdstuk 3 Water Wat gaan we doen vandaag? Opening
Procedures aan begin van het jaar
Transcript van de presentatie:

5 weken les van mevrouw stals T3a T3b T3c ECONOMIE 5 weken les van mevrouw stals

Welkom! Wat gaan we vandaag doen? - Wie is mevrouw Stals? - Afspraak - Wat heb ik de aankomende lessen nodig? - Inventarisatie / informatie - Lesplanning

Wie is mevrouw Stals Renée Stals - Timmermans 28 jaar Weert Vrouw van Frank Mama van Sophie Dansen Zingen ???

Afspraak Je gedraagt je. Respect voor elkaar. Luisteren wanneer ik aan het woord ben. Luisteren wanneer een klasgenoot aan het woord is. Je hebt je economie spullen bij en op orde. Je huiswerk is af. Steek je vinger op als je iets wilt vragen. Je neemt goede zin mee.

Wat heb je tijdens de lessen nodig? Boek Schrift / klapper Mapje of iets dergelijks om losse blaadjes van mij fatsoenlijk te bewaren Rekenmachine Etui (pen, potlood, gum, geo, markeerstift, etc.) Agenda i.v.m. planning Heb je geen agenda? Dan noteer je de laatste lesweken in je schrift, zodat je een planning kan opnemen voor jezelf. www.mevrouwstals.wordpress.com

Inventarisatie / informatie Wie zijn jullie? Moet ik nog iets belangrijks weten? Klassenplattegrond? Wie staat onvoldoende? Tevreden met plattegrond? Groepjes?  G + Onv elkaar helpen? Inventarisatie: wie moet nog dingen inhalen (begrippen hst 8)? Inventarisatie: wat stond nog op de planning? Inventarisatie: lesboek, begrippenlijst (dezelfde als dat ik heb?), stencils? 2 lessen economie per week i.p.v. 3 Lesstof wordt dus minder dan gepland 9 lessen, daarna PWW

Dit kan nog een beetje veranderen Lesplanning Dit kan nog een beetje veranderen les datum planning 1 22 mei Kennismaking, inventarisatie (uitleg hst 1) 2 24 mei Hst 1 3 29 mei Hst 1 (8e uur toetsen inhalen) 4 31 mei Hst 1 en 2 5 5 juni Hst 2 6 7 juni Hst 1+2 begrippentoets (ben je dan ziek? Dan in toetsvrije week wél inhalen!) 7 12 juni Uitleg dingen die niet goed in het boek staan, maar wel getoetst worden 8 14 juni Oefenen hst 1 & 2 Oefentoets hst 1 & 2 voor punt? (= extra cijfer in Magister? Toetsvrije week..!?) 9 19 juni Laatste lesdag Oefenen hst 1 & 2 21 juni Start PWW PW stof: hst 1 & 2 ec VMBO GT4

Blz. 9 Commerciële reclame = merkenreclame Ideële reclame = informatieve reclame

Marketinginstrumenten (6 P’s) = Marketingmix Product Prijs Plaats Promotie Personeel Presentatie -beleid Blz. 13 markeren Maak: 10,14,15 & samenvatting

Samenvatting 1.1 Voor het vervullen van behoeften heb je middelen nodig, zoals geld bezittingen en tijd. In de economie zijn de meeste producten schaars, want er zijn productie-middelen opgeofferd om ze te maken. Bedrijven richten zich vaak op een bepaalde doelgroep. Als je bij je aankopen door mensen in je omgeving wordt beïnvloed, noem je dat sociale beïnvloeding. Reclame met als doel meer producten te verkopen is commerciële reclame. Winkels gebruiken verschillende marketinginstrumenten die je ook wel de zes P’s noemt.

Paragraaf 1.2/1.3 extra opdrachtenblad Ik heb een extra opdrachtenblad gemaakt met sommen die belangrijk zijn voor de pww.

Welkom bij economie! Aanwezigheid controleren Begrippentoets hst 8,3 + 8,4 Wie Wanneer NOTEREN! Klassikaal: indexcijfers / CPI / Reëel inkomen Oefenopgaven maken

Paragraaf 1.4 klassikale uitleg Indexcijfer = nieuw getal : getal in het basisjaar x 100 Eigenlijk is het hetzelfde als: wat : waarvan x 100  maar nu zonder %-teken Of deel : geheel x 100  ook hier zonder %-teken

Bereken het indexcijfer voor 2011 & 2013 Jaar Indexcijfer Prijs 2011 € 45,- 2012 100 € 50,- 2013 € 53,50 45 : 50 x 100 = 90 53,50 : 50 x 100 = 107 Indexcijfer 100 prijs 50 1 45 100 : 50 x 45 = 90 Of: nieuw getal : oud getal x 100

Bereken de ontbrekende prijzen Jaar Indexcijfer Prijs 2011 98 2012 100 € 50,- 2013 103 2014 102 2015 105 € 49,- € 51,50 € 51,- € 52,50 Klaar? Bereken het gemiddelde indexcijfer. Indexcijfer 100 1 98 prijs 50 508 : 5 = 101,6 Afgerond 102

Indexcijfers in een verhaaltje In het basisjaar is de prijs van een I-Phone 8 plus € 810,00. Men verwacht dat de prijs 10 jaar later € 688,50 zal zijn. A) Bereken het indexcijfer voor een I-Phone 8 plus, over 10 jaar. B) Met hoeveel procent is de prijs van de I-Phone 8 plus gedaald? B) Stel dat het indexcijfer één jaar later 99 bedraagt. Bereken de prijs die daarbij hoort. 688,50 : 810 x 100 = 85 100 – 85 = 15  dus 15% daling Controleberekening: (nieuw – oud) : oud x 100 % 688,50 – 810 : 810 x 100% = - 15% 810 : 100 x 99 = 801,90 Dus: € 801,90

Lees CPI blz. 23 !

Indexcijfers lonen & prijzen Jaar Lonen CPI 2016 106 104 2017 107 105 2018 109 Wat zie je? Wat betekent het? Ben je er op vooruit of achteruit gegaan? Inflatie of deflatie? Hoeveel ben je er daadwerkelijk op vooruit gegaan als je 2018 vergelijkt t.o.v. 2017? Anders verwoord: bereken je reële inkomen in 2018 als je het vergelijkt met 2017. Nominale loonstijging  109 – 107 : 107 x 100% = 1,87% Inflatie  107 – 105 : 105 x 100% = 1,9% Reële verandering  je bent er 0,03% op achteruit gegaan (1,9 – 1,87 = 0,03)

DOEN: Lees paragraaf 1.4 nog eens goed door. Snap je iets niet? NU kun je nog vragen stellen. Maak de samenvatting op blz. 25 Maak oefenvragen (blz. 28 t/m 31: 3, 4, 8, 9 12, 15, 16, 19, 20 21, 24, 26, 27, 29 32, 33, 34 Noteer duidelijk het nummer van de som en laat tussen elk antwoord een witregel Feedback?