5.4: Voortplanten 1HV
1. Bloemen Organen van zaadplanten Functie = voortplanting
- Nectarkliertjes
Bloemkelk Bloemkelk kelkbladeren Meestal groen van kleur Knop Bescherming tegen uitdroging en kou. Bij sommige vallen ze direct af, bij andere blijven ze langer zitten.
Bloemkroon Bloemkroon kroonbladeren Aanlokken van insecten Meestal groot, opvallend en gekleurd. Sommige klein en groen, bv grassen. Aanlokken van insecten
Mannelijk voortplantingsorgaan De meeldraden: - Helmdraad - Helmknop helmhokjes Stuifmeel (pollen) Mannelijke geslachtscel
Vrouwelijk voortplantingsorgaan Stamper (één of meerdere) Zaadbeginsel eicel Eicel vrouwelijke geslachtscel, bevat een kern.
Bestuiving Het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper. Van dezelfde soort!! Zelfbestuiving Kruisbestuiving
Insecten bloemen Insecten gaan opzoek naar nectar. Meestal grote, opvallende en geurende bloemen. Strijken langs de meeldraden en stempel. Stuifmeelkorrels zijn ruw en kleverig dus ze blijven plakken aan het insect. Bevruchting stempel van een andere bloem (moet van de zelfde soort)
Windbloemen Wind blaast het stuifmeel van de meeldraden weg. Komt toevallig op de stempel van een bloem van dezelfde soort. Kleine kans, dus maken veel stuifmeel. Stuifmeelkorrels: Licht en glad.
Windbloem Vaak klein en onopvallend
3: Bevruchting Stuifmeelkorrel op de stempel Vorming stuifmeelbuis. Kernen zoeken elkaar op.
bevruchting Als de buis een zaadbeginsel heeft bereikt, barst de top open. Kern stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen en versmelten = Bevruchting
Na de bevruchting In elk zaadbeginsel groeit een zaad. Elk zaad bevat een kiem (eicel) Het zaad bevat reservevoedsel voor het kiemplantje. Meerdere stuifmeelbuizen meerdere zaden.
Verspreiding van vruchten en zaden Wind Dieren Plant zelf
Plantenleven 1 Ontkiemen 2 Uitgroeien tot volwassen plant, met bloemen 3 Uit de bloemen ontstaan vruchten en zaden 4 Zaden worden verspreid Levenscyclus
Verschillende planten Eenjarige planten: sterven in de winter Tweejarige planten: 1e jaar ontkiemen en groeien, 2e jaar bloeien en zaden vormen Meerjarige planten: In de herfst sterven alleen bovengrondse delen af Houtachtige planten: eerste jaren geen bloemen.