Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kan je de betekenis van de afkortingen in s = v x t benoemen
Advertisements

Omrekenen van oppervlakte- , en inhoudsmaten
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Werken met het begrip wetenschappelijk en significant.
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Rekenen met snelheid Een probleem oplossen
Tijd, afstand, snelheid.
Afstanden omrekenen Tijd omrekenen Snelheid omrekenen
Oppervlakte en inhoud.
Workshop C verhouding van inhoud, lengte en oppervlakte &
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 2
Standaardvormen Standaardnotatie Wetenschappelijke notatie
Zoek de het juiste antwoord 100 cm1 meter 100 meter1000 centimeter100 decimeter 1000 meter2000 meter meter next.
Inhoud Lengte, oppervlakte en inhoudsmaten. Tijd..
Rekenquiz. Vraag 1. Decimale getallen Zet de decimale getallen van groot naar klein. Welk getal komt er in het rode vak? 7,431,684,295,051,667,493,49.
Meten en meetkunde in het verkeer
Meten en meetkunde in het verkeer
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Les 3 omtrek oppervlakte inhoud
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Inhoud berekenen.
Les 8 meten en meetkunde in huis
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Les 8 Meten en meetkunde in huis
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Rekenen.
Metend rekenen 5de leerjaar.
Les 5 Vermenigvuldigen en delen
Les 6 Combineren van bewerkingen in berekeningen
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Les 8 Meten en Meetkunde in huis Les 9 Meten in de tuin
Meten en Meetkunde Verbanden
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Meten & Meetkunde Les 2: Tijd
Snelheid Module 3 Basisstof 3.
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Rekenen periode 3 Meten en meetkunde les 6: Meten en meetkunde in het verkeer (Les 5 figuren slaan we over)
Meten en meetkunde les 3: omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Les 7 Meten in recepten.
Hoofdstuk 28 Snelheid en tijd. Hoofdstuk 28 Snelheid en tijd.
Herhaling Verhoudingen
Les 8: meten en meetkunde in huis
Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Rekenen Verbanden les 3: Rekenen met tabellen 1 Verbanden les 5: Rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen.
GROOTHEDEN EN EENHEDEN
Les 3: Rekenen met tabellen 1 Les 4: Rekenen met tabellen 2
Les 3 verhoudingen Verhoudingen.
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
Bewegen Bewegen (c) Ing. W.Tomassen.
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 1 Meten en meetkunde: Schaal
Les 6: Breuken en procenten 4
Rekenen periode 4: Verbanden
Meten en Meetkunde Verbanden
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Les 7: woordformules gebruiken
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN. Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN.
Rekenen met verhoudingen
oppervlakte en inhoudsmaten
Transcript van de presentatie:

Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud Les 4 Samengestelde grootheden

Planning

Volgende week Van 13.00 – 15.00 voorstelling theater traxx (lokaal 1.435). Na de voorstelling: verzamelen in het lokaal.

Lesdoelen Les 3  Berekeningen maken met de omtrek, oppervlakte en inhoud van verschillende figuren Les 4  berekeningen maken met samengestelde grootheden

Kim Holland danst met de Chinezen mee M (m1) dus iedere sprong 10 M2 dus iedere sprong 100 M3 dus iedere sprong 1000

Onthouden!!! 1 dm3 = 1L

Formule Omtrek Omtrek: lengte + breedte + lengte + breedte

Formule Oppervlakte: Lengte x breedte

Formule Inhoud: Lengte x Breedte x Hoogte

Oefenen Bereken de inhoud van dit zwembad in liters. De diepte van het bad is overal 1,90 m. Inhoud = lengte x breedte x hoogte/diepte  oppervlakte x hoogte/diepte (27 m2 + 10,5 m2) x 1,90 = 71,25 m3 71,25 m3 = 71.250 dm3 = 71.250 liter 10,5 m2 27 m2

Belangrijk! Een auto rijdt 120 km/uur, dit betekent Een auto legt 120 km af, als hij een uur rijdt (=60min). Je rent 5 m/s, dit betekent: Je legt 5 meter af in één seconde

Belangrijk deze les Omrekenen van km/uur naar m/s en andersom: Een auto rijdt 30 m/s, hoeveel km/uur is dat: 30x3,6 = 108 km/uur Een auto gaat 120 km/uur, hoeveel m/s is dat? 120:3,6 = 33,3 m/s

Oefenen Je rijdt 113 km/uur. Je moet een afstand afleggen van 50 km. Hoe lang ben je onderweg? Rond af op hele minuten Stap 1: maak een verhoudingstabel en vul de gegevens in die je weet Afstand Tijd 113km 1km 50km 60 min 26,5min Stap 2: is dit het antwoord op de vraag? Nee, je moet afronden op hele minuten.  27 minuten

Oefenen De spoorlijn tussen Rotterdam en Breda is 49,4 km lang. De intercity doet 32 minuten over deze afstand. De gemiddelde snelheid is dan …… km/u. Rond af op één decimaal Stap 1: vul de gegevens die je weet in de verhoudingstabel Afstand Tijd 49,4 km 92,625 km 32 min. 1min 60min Stap 2: maak de berekening (visje)  49,4 : 32 x 60 = 92,625 Stap 3: Rond af op één decimaal, dus 92,6 km/uur

Samengestelde grootheden Onthouden!!!! 1 uur = 3600 sec. Een hardloper rent 25 meter in 10 seconden. Wat is zijn snelheid in km/uur? Stap 1: je maakt een tabel met de woorden afstand en tijd Afstand Tijd 9 Stap 2: je vult de gegevens in die je krijgt uit de som Stap 3: wat wil je weten? Afstand 25 meter Tijd 10 sec. 9000m 1sec 3600sec

Oefenen Stap 1: je maakt een tabel met de woorden afstand en tijd 1500 meter in 18 minuten en 10 seconden 1,4 Stap 2: je vult de gegevens in die je krijgt uit de som Rond je antwoord af op 1 decimaal. Afstand 1500 m Tijd 1090 sec Stap 3: wat wil je weten? Afstand 1500m Tijd 1090 sec 1 sec 1,374 = 1,4m

Huiswerk Maken les 3: 2,3, 5,10,11,13,14,20 en lestoets 3 Maken les 4: 2,5,6,10 en lestoets 4