Video and Radio NU Engels unit 5.1.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Instructie grammatica
Advertisements

Question Tags unit 6 gr 2.1.
Everything you need to know for your test in the test week!
Interrogative sentences
LEESVAARDIGHEID Tips & Tricks.
Grammar Chapter 4 – G2 If + past simple. Je wist al dat je voor het woordje als in het Engels if kunt gebuiken. We gaan hier even mee verder. Het kan.
Woordvolgorde met woorden van tijd
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Persoonlijke voornaamwoorden
past simple en present perfect
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
Deltion College Engels B1 Schrijven [Edu/003] thema: what have I done wrong…? can-do : kan s/ brieven schrijven over persoonlijke zaken © Anne Beeker.
Monday, 30 March 2015 maandag 30 maart 2015 Leonard Cohen is still on stage This must be a miracle at his age I’m sure that you like this song Enjoy.
Deltion College Engels B1 Spreken [Edu/001] thema: song texts can-do : kan een onderwerp dat mij interesseert op een redelijk vlotte manier beschrijven.
Lesson 5. Today’s lesson Check homework Grammar: present perfect Presentations Spelling basics.
Deltion College Engels B1 Lezen [Edu/002] thema: But I ‘ve read it in… can-do : kan hoofdthema en belangrijkste argumenten begrijpen van eenvoudige teksten.
PRESENT PERFECT SIMPLE TENSE WB p , TB p89-91.
Question tags.
Ontkenningen in de Past Simple
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
Future Tenses by Nathalie French ©. Just like in Dutch, we can talk about things that take place in the present, the past or the future
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen aangeplakte vragen? 2. Aangeplakte vragen na am, is, are, can, could, will, have 3. Aangeplakte vragen na andere.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen some en any? 2. Wanneer gebruik je some? 3. Wanneer gebruik je any? 4. Woorden met some en any erin 5. Samenvatting.
 Grammar year 1 Everything you need to know for your test in the test week!
 De actie is in het verleden begonnen en beëindigd  Duidelijke tijdsbepaling!!
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Present continuous De tegenwoordige tijd met –ing vorm.
Grammar – period 2.
The Passive Year 4.
Ontwerpen Naam auteur(s) Drs. Nadine Kim de Boer Vakgebied Engels
De Onvoltooid Verleden Tijd
Welkom in de Top-2000 kerkdienst
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
The past simple Grammar.
Toekomende tijd: met “going to”
Ontkenningen in de Present Simple (t.t.)
Present simple Grammar.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Dictionary Skills!?.
Chapter 4 Going out Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Past Simple vs Present Perfect
Korte vragen aan het eind van de zin
Betrekkelijk voornaamwoorden
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Today: Chapter 2 Discuss SO 2 What to study for your test?
Grammar in a Nutshell Skills 1.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
New Interface Grammar: Unit 1.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
Unit 2: LESSON 2 practicing the grammar: betrekkelijke voornaamwoorden
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
English 23 April 2018.
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Past Simple Wat is de Past Simple? Wanneer gebruik je de Past Simple?
Assignment: calling for a meeting about internet use at work
Present Perfect Wat is de present perfect?
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Who/which voornaamwoorden
THEME 12 TOPIC 1 Repetitie Theme 12.
Matthew 16 “But who do you say that I am?”  Simon Peter replied, “You are the Christ, the Son of the living God.”  And Jesus answered him, “Blessed are.
Hoe maak je zinnen vragend in het Engels.
Past simple vs present perfect
Present Simple vs Present Continuous
Gerund or Infinitive 6.4.
Past simple vs present perfect
Transcript van de presentatie:

Video and Radio NU Engels unit 5.1

Vocabulary boost See handout Video and radio

Grammar – The negative With not: be, modals (can, could, should, will, would), have got, have done With don’t/doesn’t (present simple other verbs) With didn’t (past simple other verbs)

The negative with not

The negative with don’t, doesn’t, didn’t

Video and Radio NU Engels unit 5.2

Coherence (Coherentie) De manier waarop een gesproken of geschreven tekst conceptueel samenhangt en/of door de luisteraar als inhoudelijk samenhangend wordt ervaren. Wanneer is coherentie goed? - Je gebruikt voeg- en verwijswoorden (signaalwoorden/verbindingswoorden en pronomen/voornaamwoorden) Je brengt opbouw aan met bepaalde strategieen, bijv. opsomming, volgorde van tijd of activiteiten

Vocabulary boost Signal words (signaalwoorden) He was offered a job but he didn’t take it. (contrast) First we ate, then we watched a film. (volgorde van tijd) We are working on various projects, such as patients’ filing system and the use of media in the healhtcare. (illustratie) Welke andere signaalwoorden ken je?

Signaalwoorden geven een signaal dat er een bepaald verband staat tussen zinsdelen, zinnen of alinea’s. Het signaalwoord geeft zelf het verband aan. 

Signaalwoorden NU Engels Deel A p. 158 Handout Signaalwoorden (Wiki)

Video and Radio NU Engels unit 5.3

Coherence (Coherentie) Personal pronouns (persoonlijke voornaamwoorden) I met him at the party last night. Onderwerpsvorm (I) Niet-onderwerpsvorm – meewerkend of lijdend voorwerp (him) Het herhalen van dezelfde woorden klinkt niet goed. Je moet dan voornaamwoorden gebruiken. This is Peter. I met him at the party last night.

Video and Radio NU Engels unit 5.4

Gerund (ing-vorm als zelfstandig naamwoord) De gerund - een werkwoordsvorm dat eindigt op -ing en wordt gebruikt alsof het een zelfstandig naamwoord is. Gebruik: - Als het onderwerp van de zin  Working night shifts is too hard for me. Na bepaalde werkwoorden (bv. like, love, hate, enjoy, go)  I like dancing.  Let’s go swimming. Na een voorzetsel  Thank you for inviting us.

Gerund: understading context I’m thinking about last weekend.  thinking is een werkwoord Thinking is not my strongest quality. It’s just too complicated.  thinking is de gerund