VISIEBOEK jeugdopleiding ELITE FIRST DIVISION Onder 10 jaar ‘Individuele ontwikkeling staat centraal’
aanleermethodiek Stap 1: van 6 tot 10 jaar ‘Individuele ontwikkeling staat centraal’ Individuele ontwikkeling technisch inzichtelijk ‘Leren omgaan met de balweerstanden binnen de eigen positie’ -rechtstreekse tegenstander-
Karakteristieken jeugdopleiding onder 10 jaar Aanvallend voetbal Opbouw van achteruit Dieptespel Creatief en initiatiefrijk op alle posities Verdedigen als middel en niet als doel Dominantie in het duel 1 : 1 aanvallend Vasthouden eigen speelwijze onder weerstand tegenstander Belangrijke rol voor het positiespel Gezonde wil om te winnen – beleving staat centraal
Basisprincipes wedstrijdformaties 5 : 5 –8 : 8
5 tegen 5 Basisprincipes op maat van 7 jarigen 4 5 2 3 1
Algemeen: Geen vaste posities Creativiteit staat op de eerste plaats In principe moeten er 3 aanspeelmogelijkheden zijn De dieptepass gaat voor de breedtebal Dribbelen kan in elke positie De aanname is even belangrijk als de kaats 4 probeer goed diep te blijven, maak ruimte voor je medespelers. kom niet te snel naar de bal. je kan de bal in de voet vragen en in de diepte. je kan de tegenstander verrassen door een vooractie te maken. je kan aannemen, dribbelen, kaatsen of de bal vasthouden. probeer aanspeelbaar te zijn voor doel. “weg” blijven als de flankspeler opkomt met de bal. probeer aanspeelbaar te zijn, als de keeper de bal heeft als je kan mag je een actie maken 2 en 5 – sta open aan de zijlijn, met je rug naar de zijlijn. – zorg dat 4 de bal kan terugspelen. – je kan dribbelen, kaatsen, een 1 / 2 doen – als men vanop de andere flank de bal voorzet kan men voor doel komen. – wees aanspeelbaar als de keeper de bal heeft – je kan in de voet en in de diepte worden aangespeeld – als je kan, mag je een actie maken – eens wisselen van positie 3 – aanspeelbaar zijn als de keeper de bal heeft – de pas terug mogelijk maken voor de andere spelers – eerst diep proberen spelen en dan breed – inschuiven (positie laten overnemen)
1 positie kiezen om aanspeelbaar te zijn vooral meedoen met de voeten meevoetballen!! Doorschuiven – vliegende keeper Vinnig , snel en alert reageren
4 probeer goed diep te blijven, maak ruimte voor je medespelers. probeer goed diep te blijven, maak ruimte voor je medespelers. kom niet te snel naar de bal. je kan de bal in de voet vragen en in de diepte. je kan de tegenstander verrassen door een vooractie te maken. je kan aannemen, dribbelen, kaatsen of de bal vasthouden. probeer aanspeelbaar te zijn voor doel. “weg” blijven als de flankspeler opkomt met de bal. probeer aanspeelbaar te zijn, als de keeper de bal heeft als je kan mag je een actie maken Doelgerichte speler, beweeglijk en technisch sterk Bij balverlies fungeren als 1ste vedediger 4
2 5 sta open aan de zijlijn, met je rug naar de zijlijn. sta open aan de zijlijn, met je rug naar de zijlijn. zorg dat 4 de bal kan terugspelen. je kan dribbelen, kaatsen, een 1 / 2 doen, als men vanop de andere flank de bal voorzet kan je voor doel komen. wees aanspeelbaar als de keeper de bal heeft je kan in de voet en in de diepte worden aangespeeld als je kan, mag je een actie maken wisselen van positie Creatieve speler, doelgericht Ook kunnen meeverdedigen Links en Rechts kunnen passeren 2 5
3 aanspeelbaar zijn als de keeper de bal heeft aanspeelbaar zijn als de keeper de bal heeft de pas terug mogelijk maken voor de andere spelers eerst diep proberen spelen en dan breed inschuiven (positie laten overnemen) Goed kunnen inspelen, zowel diep als breed Speler met goede wedstrijdmentaliteit Speler met overzicht, sterk in duels 3
Basisprincipes op maat van 8 en 9 jarigen 8 tegen 8 Basisprincipes op maat van 8 en 9 jarigen 9 11 7 10 2 3 5 1
Algemeen: Ankerpositie en ankerpositie gelinkte posities Creativiteit staat op de eerste plaats In principe moeten er 3 aanspeelmogelijkheden zijn De dieptepass gaat voor de breedtebal Dribbelen kan in elke positie De aanname is even belangrijk als de kaats
1 positie kiezen om aanspeelbaar te zijn vooral meedoen met de voeten meevoetballen!! Doorschuiven – vliegende keeper Snelheid Techniek : sterker worden in 1:1 Speler met winnaarsmentaliteit Ballen pakken met handen i.p.v. voeten
3 actief deelnemen in balbezit aanspeelbaar zijn als de keeper de bal heeft de pas terug mogelijk maken voor de andere spelers eerst diep proberen spelen en dan breed inschuiven (positie laten overnemen) als er ruimte is mag de speler indribbelen met de bal aan de voet Speler met leiderscapaciteiten Sterk in 1:1 verdedigend Goede inspeelpas
2 5 maak het veld zo breed mogelijk sta open aan de zijlijn, met je rug naar de zijlijn. zorg dat men de bal kan in -en terugspelen. je kan dribbelen, kaatsen, een 1 / 2 doen wees aanspeelbaar als de keeper de bal heeft je kan in de voet en in de diepte worden aangespeeld als je kan, mag je een actie maken eens wisselen van positie als er ruimte is, mag men indribbelen met de bal aan de voet
7 11 sta open aan de zijlijn, met je rug naar de zijlijn. je kan dribbelen, kaatsen, een 1 / 2 doen, als men vanop de andere flank de bal voorzet kan je voor doel komen. je kan in de voet en in de diepte worden aangespeeld als je kan, mag je een actie maken probeer het veld zo groot mogelijk te maken Tweevoetige dribbel (binnendoor, buitenom) Inzicht bij passing en voorzet
° Eerst diep blijven, dan pas naar bal toe bewegen 10 10 ° Eerst diep blijven, dan pas naar bal toe bewegen ° Schuine staan bij aanname ° Eerste keus : doordraaien ° Tweevoetige speler met voeldoende uithouding ° Motor van de ploeg ° Speler met spelinzicht ° Balcontrole kunnen uitvoeren met man in de rug ° Gezond agressieve speler
9 probeer goed diep te blijven, maak ruimte voor je medespelers. kom niet te snel naar de bal. je kan de bal in de voet vragen en in de diepte. je kan de tegenstander verrassen door een vooractie te maken. je kan aannemen, dribbelen, kaatsen of de bal vasthouden. probeer aanspeelbaar te zijn voor doel. “weg” blijven als de flankspeler opkomt met de bal. probeer aanspeelbaar te zijn, als de keeper de bal heeft als je kan mag je een actie maken doelgericht zijn
Opleidingsvormen
Individuele ontwikkeling Leeftijdseigen vormen 1 / 2 x per week Collectieve ontwikkeling Spelbedoelingen
Doelstellingen oefenvormen Dribbel –en drijfvormen: baas over de bal worden van meester worden over de bal zo snel mogelijk naar doelgerichtheid met de bal! hulpmiddel: kleine ballen Balvaardigheidsvormen: ontwikkelen van beide voeten links en rechtse oriëntering ontwikkelen creativiteit aan de bal met beide voeten kunnen passeren van een tegenstander schijnactie kunnen maken en veranderen van kant het naar de grond brengen van een stuitende bal en speelklaar leggen kunnen kappen en draaien in verschillende richtingen kunnen hoog houden van de bal op diverse manieren kunnen omgaan met een bal in een kleine ruimte Hulpmiddel: kleine ballen
Pass –en trapvormen: verbeteren pass –en trappen, aan –en meenemen met beide voeten de basis van het passen –en trappen en het aan –en meenemen ontwikkelen. dus: standaardsituaties aanbieden vooractie – in de voet aanspelen - bal aannemen met de buitenste voet inspelen met binnenkant voet over de grond inspelen door de bal over de grond (wreefbal) een vooractie kunnen maken schijn uit de dekking komen en aannemen, kaatsen open staan aan de buitenkant, aan –en meenemen, kaatsen kunnen aannemen met de buitenste voet kunnen inspelen met de buitenste voet controle houden over de bal na het inspelen, gevolgd door aan –en meenemen, dribbelen, duel 1 : 1, schieten op doel Uitspelen van de 1 – 2 combinatie
Positiespelen: kunnen uitspelen van man méér situaties de basisprincipes van het positiespel kunnen uitvoeren keuze kunnen maken bij 3 afspeelmogelijkheden steeds minimuum 3 spelers bereikbaar kunnen omgaan met de basisprincipes van het positiespel Duelvormen: balbezit leren houden in het duel creativiteit staat voorop balverlies: heroveren van de bal met de directe tegenstander in de rug met de tegenstander naast je met de tegenstander voor je Trainingsvormen: leren omgaan met de balweerstanden binnen de eigen positie technische benadering de opbouw de terugspeelbal inspelen van een speler aan de buitenkant de aanval via de flank ruimte maken voor jezelf inspelen van een speler in de diepte
Wedstrijdvormen: omgaan met de balweerstanden binnen de eigen positie kunnen spelen binnen een formatie herkennen van het moment balbezit en de basisprincipes die hierbij gelden herkennen van het moment balbezit tegenpartij en de basisprincipes die hierbij gelden vertalen van de spelbedoelingen binnen deze vormen Tikspelen: bewegingservaring opdoen omgaan met bewegen in een kleine ruimte wendbaar zijn zonder te vallen snelvoetenwerk stimuleren
Hoe ga ik om met de scheidsrechter? Spelhervattingen: Omgaan met de corner, de aftrap, de ingooi en de vrije trap Coaching: Coachwoorden gebruiken op training en in de wedstrijd: Kaats, vrij, speel, draai door,… Discipline : Omgaan met de interne afspraken GBA Zelfstandigheid in de kleedkamer Hoe ga ik om met mijn materiaal Mentaal: Hoe ga ik om met de scheidsrechter? Hoe ga ik om met andere trainers, begeleiders en personeel van GBA? De fairplay gedachte bijbrengen Waarom ben ik wisselspeler? Hoe ga ik om met een doelpunt - tegendoelpunt? Hoe ga ik om met zelfstandigheid? Hoe ga ik om met mijn ouders? Hoe ga ik om met mijn medespelers?
INDIVIDUELE ONTWIKKELING Leeftijdseigen vormen
BASICS leeftijdseigen vormen van 7 tot 8 jaar Balvaardigheidsvormen: De verschillende balvaardigheidsoefeningen van Coerver. In kleine driehoekjes Recht t.o.v. elkaar, met terugdraaien In een afgebakende ruimte Duelvormen met tweetallen Statische oefeningen aan kegel V – vormen aan kegel In vierkant jongleren/ aan –en meenemen van de bal Dribbel –en drijfvormen: Leren omgaan met de balweerstanden Stedenspel in een afgebakende ruimte met poortjes Oversteekspel Pass –en trapvormen: Passen, aannemen, meenemen en volgen Aanspelen in de voet – voet, kaats, diepte – duel 1 : 1 –– met schieten op doel Driehoek Vierkant/rechthoek Ruitvorm Positiespelen: In één ruimte (vierkant of rechthoek) Met vaste verdedigers – of met omschakeling (kaatsers) 4 : 1 4 : 2 4 : 3 5 : 2 5 : 3 2 : 2 + 2 3 : 3 + 2
4 spelers en keeper spelen tegen 2 verdedigers (en keeper?) Duelvormen: Posities: duel 1 : 1 met de tegenstander recht voor je - loskomen van de tegenstander en 1 : 1 - openstaan met rug naar de zijlijn en 1 : 1 - duel 1 : 1 en de tegenstander naast je. Scoren: met lijnverdedigen - met klein doeltje - met groot doel en keeper - met inspelen van medemaat. 1 : 1 2 : 1 2 : 2 3 : 2 3 : 3 Trainingsvormen: 4 spelers en keeper spelen tegen 2 verdedigers (en keeper?) Met 1 groot doel en 2 kleine doelen – met 4 kleine doelen. 4 : 1 4 : 2 4 : 3 positietraining 5 : 2 5 : 3 5 : 4 positietraining Wedstrijdvormen: Met 2 grote doelen en keepers, met 4 kleine doelen, lijnvoetbal 4 : 4 5 : 5 4 : 4 + 2 5 : 5 + 2 Tikspelen: Bewegingservaring tikspel – paard tikspel – elkaar bevrijden tikspel – ruimte oversteken
BASICS leeftijdseigen vormen van 9 tot 10 jaar. Balvaardigheidsvormen: BASICS leeftijdseigen vormen van 9 tot 10 jaar Balvaardigheidsvormen: De verschillende balvaardigheidsoefeningen van Coerver. In kleine driehoekjes Recht t.o.v. elkaar, met terugdraaien In een afgebakende ruimte Duelvormen met tweetallen Statische oefeningen aan kegel V – vormen aan kegel In vierkant jongleren/ aan –en meenemen van de bal Pass –en trapvormen: Passen, aannemen, meenemen en volgen Aanspelen in de voet – voet, kaats, diepte – diepte – met ½ beweging – derde man – duel 1 : 1 – met voorzet en afwerken – met schieten op doel De Y – vorm Driehoek Vierkant/rechthoek Ruitvorm Positiespelen: In één ruimte (vierkant of rechthoek) Met vaste verdedigers – of met omschakeling (kaatsers) 4 : 1 4 : 2 4 : 3 5 : 2 5 : 3 2 : 2 + 2 3 : 3 + 2 Duelvormen: Posities: duel 1 : 1 met de tegenstander recht voor je - loskomen van de tegenstander en 1 : 1 - openstaan met rug naar de zijlijn en 1 : 1 - duel 1 : 1 en de tegenstander naast je. Scoren: met lijnverdedigen - met klein doeltje - met groot doel en keeper - met inspelen van medemaat, e.a. variaties 1 : 1 2 : 1 2 : 2 3 : 2 3 : 3
Trainingsvormen: spelers en keeper spelen tegen 2 verdedigers (en keeper?) Met 1 groot doel en 2 kleine doelen – met 4 kleine doelen. 4 : 1 4 : 2 4 : 3 positietraining 5 : 2 5 : 3 5 : 4 positietraining Wedstrijdvormen: Met 2 grote doelen en keepers, met 4 kleine doelen, lijnvoetbal 4 : 4 5 : 5 7 : 7 4 : 4 + 2 5 : 5 + 2 Tikspelen: Bewegingservaring tikspel – paard tikspel – elkaar bevrijden tikspel – ruimte oversteken
COLLECTIEVE ONTWIKKELING spelbedoelingen
Doel onder 10 jaar = individuele ontwikkeling Leeftijdseigen vertaling Spelbedoelingen Spelbedoelingen 11 : 11 Doel onder 10 jaar = individuele ontwikkeling Omgaan met de balweerstanden binnen de positie Leeftijdseigen vertaling Positietraining met 2 – 3 – 4 - 5 spelers
Spelbedoelingen onder 10 jaar de opbouw en verdedigen 1:1 inspelen van een speler aan de buitenkant de aanval via de flank ruimte maken voor jezelf inspelen van een speler in de diepte Organisatie Eerste twee weken : zoveel mogelijk balcontacten, technische vorming links + rechts + 1:1 Vanaf 6 aug: opbouw Vanaf 13 aug.:1:1 Vanaf 20 aug.: aanval flank Vanaf 27 aug.:aanval centrum