Inleiding: Uitbeelden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Met symbolen van Montessori
Het werkwoordelijk gezegde
naamwoordelijk gezegde
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
Open Up. Inleiding  Wij zijn Berry en Harm uit 4MC en komen niets vertellen over het project OPEN-UP  Wat houd het project OPEN-UP in.
Klik met de muis.
Het onderwerp ????????????????????.
Bezittelijk voornaamwoord
Doop Friso Sake Looij en Bastiaan Mike van Noordenne Zondag 10 Mei 2009 Jesaja 49: 15 Zou het mogelijk zijn dat een moeder haar kind zou kunnen vergeten,
Mijn antwoord op jouw vragen is dat Ik de schepper ben.
Nederlands Woordsoorten.
Luca’s spreekbeurt over Maine coons
Leer St. 5D en 5E Oef. a p In één of andere grot wordt een man opgesloten, die Aristomenes heet. a) onbep. vnw.: geen accent op 1 ste i b) betr.
Kom je bij ons wonen? WIL JE WETEN WIE WIJ ZIJN?
“Ik heb je nog zo gezegd om niet aan mijn oren te trekken,of niet soms
Wat is de persoonsvorm?. Wat is de persoonsvorm?
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Agenda ma. 30/5 toets voc les: toets verbeteren > di. HT verbeteren > do. !! goed kennen voor toets vr.: St. 9B-9C.
Wat gaan we doen vandaag?
Hoofdstuk 4 Grammatica woordsoorten
tegenwoordige tijd en verleden tijd
Les 2:Vriendschap, relatie en seksualiteit
Wat zijn verwijswoorden en hoe gebruik je die?
Ik doe mijn spreekbeurt over…
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
Free Powerpoint Templates Page 1 Free Powerpoint Templates Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Persoonsvorm.
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Aanwijzend voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord 2 Voornaamwoorden.
Wenboekje Speelzaal Muis. Als je bij ons komt spelen mag jij je jas en je tas ophangen aan de kapstok..
Grammatica woordsoorten Aanwijzend en vragend voornaamwoord.
PERSOONLIJK EN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten © Noordhoff Uitgevers bv havo/vwo 2E.
Grammatica woordsoorten
Verzorg jezelf: Do´s & Don´ts
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord en bijvoeglijke bepaling
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
Moederdag elfje.
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
Hoe armer je bent, hoe vaker je wind tegen hebt..
Lesplanning Eerste 5 minuten: maak de opdracht die je op papier gekregen hebt (leestekens invullen) Daarna: theorie en opdracht bespreken Opdrachten maken.
Johannes 20 : Maria stond te huilen bij het graf van Jezus.
Matteüs 6: Maak je geen zorgen over eten en drinken.
Wedekerend ww en vnw Wederkerig vnw
“Ik heb je nog zo gezegd om niet aan mijn oren te trekken,of niet soms
Werkwoordspelling Doel: persoonsvormen in de t.t..
Persoonlijk voornaamwoord
4 havo Schrijflijn les 4
<<naam>> mag geen gluten
Bezittelijk voornaamwoord
Grammatica woordsoorten.
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
Gemaakt en ingesproken door Carolien Martens – November 2008
Voorlichting: Jonge Mantelzorgers
Schrijven 2.5 en 2.6 Formuleren en stijl 2.3 en 2.4
Grammatica (redekundig)
Gemaakt en ingesproken door Carolien Martens – November 2008
Context- en concurrentieonderzoek
Het gezegde (vraagzin van maken, pv komt vooraan)
Regels.
Jongens en meisjes …verschillende rollen
Je mag met iemand in de auto meerijden, maar hij/zij gaat bellen tijdens het rijden! Wat vind jij daarvan? Hoe voel jij je hierbij? Heeft het gevolgen.
Who/which voornaamwoorden
De basis van voorlichting
Hoofdstuk 3 Taalverzorging
Spreekbeurt: ‘Ik zorg voor mijn ’.
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Quiz ‘Ik ben van mij!’.
Ik ben gelukkig niet verankerd, soms woon ik hier, soms leef ik daar
Transcript van de presentatie:

Inleiding: Uitbeelden

Inductie: Sorteren:

Sorteren: bezit elkaar je Jouw bal Mijn auto Zijn fiets Haar moeder Elkaar knuffelen Elkaar slaan Elkaar plagen Houden van elkaar je wassen je scheren je schamen je stoten

Hij/zij (schaamt) zich Deductie: Wederkerend voornaamwoord (hij-zich) Wederkerig voornaamwoord (elkaar) Ik (schaam) me Jij (schaamt) je Hij/zij (schaamt) zich Wij (schamen) ons

wederkerend Noodzakelijk: Ik vergis me Hij vergist zich Zij vergist de buurvrouw Toevallig: Ik was me Hij wast zich Zij wast de patiënt (iemand anders)

Vindproef: Voorbeelden: Het wederkerend voornaamwoord verwijst bijna altijd terug naar het onderwerp van de zin. Ik was me Ond wed vnw Voorbeelden: Vergissen Branden Schamen Wassen Scheren

Toepassen: Met rekenen vergis ik …… nooit. Wij vragen ….. al jaren af wie die man is. Schamen jullie ….. niet voor dat onfatsoenlijke gedrag? Hij vraagt ….. af of er genoeg eten is. Zij vergist ….. nog wel heel vaak.

Wederkerig voornaamwoord ELKAAR (soms mekaar of elkander) Wat hebben jullie elkaar verteld? Houden jullie van elkaar? Geef elkaar maar een hand. Vul in: Zij gunnen ………….. de prijs niet.

afsluiting Wat ging er goed? Wat kan nog beter?