Ruil 2 Paragraaf 2.4 tot en met 2.6.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Trillingen en Cirkelbewegingen
Advertisements

4/10/2017 Opleiding BINNENISOLATIE voor thermische renovatie Module 3 Train the trainer – 06/12/ Brugge.
Isaac Newton Omdat een beetje extra bijscholing nooit kwaad kan 
Wageningen University Meteorologie en Luchtkwaliteit
Materialen en moleculen
Hoe deel je gesteenten in? Codering; Streckeisen
Havo 5: Stoffen en Materialen
Handboek Commercieel Budgetteren: toegepast J. Vanhaverbeke & L
Veevoeding Blok 3 en 4: Ruwvoerbalans melkveehouderij
Dynamica van luchtstromen
Jeugd in het Strafrechtelijk kader Les 3, 2016 ‘Needs’
Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1: Beweging in beeld.
Klaar met het PW? Lees aandachtig het samenvattingenblad hst 7
Greenbuilding project
Aanleiding Veranderende organisatie
Financiële situatie Volley
Portfolio Zon projecten.
Door Marco Lassche, Joyce Mulder en Mare de Winter
VAN KEUKENBLAD TOT FRIKANDEL presentatie door Koen Ongkiehong
Energielening.
De missie, het hart en het broodtrommeltje
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Gaat u dan snel naar Goedkoop of in kleine oplagen kleding (laten) bedrukken, met een embleem, logo en/of tekst van uzelf, of.
Bomen en struiken IVN Helden.
STUUR DIT AAN EEN SLIMME VROUW... EN AAN ALLE MANNEN... DIE ER TEGEN KUNNEN !!! Na 5000 jaar moppen over vrouwen... uiteindelijk moppen over mannen.
Roundtable De Gefragmenteerde Organisatie
Welkom.
Mictieklachten bij mannen
BASISVEILIGHEID (VCA)
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Hoofdstuk 6 Warmte.
Outdoor Advanced - Specialist Tuin en Openbaar Groen 3.1,
Jorismavo Examenvoorlichting
RECHT VAN SPREKEN FUNCTIONEREN OC’S 2016
Inlichtingenbijeenkomst Simulatiecapaciteit ERTMS
Toolbox: ATEX ATmosphere - EXplosive
Groeiende kritiek op de katholieke Kerk rond 1500
De wederkomst ophanden? 20 augustus 2017 Urk.
En blessurepreventie Trainingsopbouw.
Six hats: Werken met netwerken? Mijn gedacht
VEELTERMEN BLADWIJZERS: GETALWAARDE OPTELLEN EN AFTREKKEN
Omdenken Een kleine test….
Toevoeging H5 Elektriciteit
Hoofdstuk 3 In beweging.
Reisconferentie van zorg naar zelfregie
Klaar met de toets? Lees aandachtig het samenvattingenblad hst 6
Je kunt iedere dag iets betekenen voor een ander
Rd4-afvalconferentie november 2016
Nienke Hoffman Teamleider bovenbouw 28 maart 2017
Risico’s en de vertaling naar wettelijke uitgangspunten
Op zoek naar de juiste toon Geluid in de omgevingswet
TAALSITUATIE & - ONTWIKKELING IN VLAANDEREN
NIET-RATIONELE BESLISSINGEN in de TECHNIEK
Stedelijke bevolking 50% wereldwijd (70% verwacht) 75% in Europa
Hoofdstuk 5 Les 1: Markten.
6. Sleutelvoedingsfactoren
Hst. 2 Het geslachtsapparaat
Wees welkom op deze 1STE cursus windows SPECIAAL ONTWIKKELD VOOR AMBTENAREN Vergeet niet te rusten tijdens de cursus en neem een relaxe houding aan tijdens.
Microsoft® Office Outlook® 2007-cursus
De Here zeide tot Mozes: Ga, Ik zend u tot Farao
Co-creatie in de Master Health Care & Social Work
Participatie in Onderzoek ZonMw
DE WINST VAN ZORGVRIENDELIJK WERKGEVERSCHAP
VPH Les 13.
Maurits Hendriks Technisch Directeur Chef de Mission
Welkom Brussel, 25/02/2017.
Informatiebijeenkomst project Snippergroen
Nedgraphicsdag 18 september 2012
Kwaliteitsborging voor het Bouwen
Transcript van de presentatie:

Ruil 2 Paragraaf 2.4 tot en met 2.6

Geld Doel van geld – ruilhandel vergemakkelijken Geen geld dan 2 problemen: 1) afstemming waarde goederen en 2) vinden van een ruilpartner Directe ruil (met goederen)  indirecte ruil (met geld) Oorsprong van geld (voorbeelden): schelpen, zout Functies van geld: ruilmiddel, oppotmiddel, rekeneenheid Voorwaarden waar geld aan moet voldoen: schaars, duurzaam, eenvoudig vervoerbaar en algemeen aanvaard

Soorten geld Nominale waarde (waarde van het geld) en intrinsieke waarde (waarde materiaal) Standaardmunten (nominale waarde = intrinsieke waarde Wet van Gresham (bad money allways drives out good money): gesnoeide munten, zilveren gulden, dubbele standaard) Fiducair (vertrouwens) geld: bankbiljetten en munten Chartaal (stoffelijk) en giraal (bankrekening) geld en digitaal geld (chipknip) Internet bankieren

Inflatie (2.4)

Oorzaken van Inflatie (prijsstijging) (kosten of bestedingen) Kosteninflatie Stijging van de rente Stijging loonkosten Stijging grondstofprijzen BTW- accijnsverhoging Stijging importprijzen Daling wisselkoers Bestedingsinflatie Als de vraag > aanbod Als er meer geld is dan nodig voor de reële consumptie Deflatie (prijssdaling)  mensen stellen hun bestedingen uit

Blijft geld wel rollen (2.6) Bankbiljetten en munten versus giraal geld (bankrekeningen van burgers en bedrijven) Giraal geld kan gebruikt worden met Internetbankieren, en pinnen Primaire liquiditeitenmassa = maatschappelijke geldhoeveelheid (M1) Secundaire liquiditeiten (kortlopend spaargeld, vreemde valuta en kortlopende termijndeposito’s Binnenlandse liquiditeitenmassa (M3) Aandelen en obligaties (verschillen op basis van): aard van de uitgifte, inkomsten en risico + +

Geldschepping en veranderingen in en van de binnenlandse liquiditeitenmassa Geldscheppers Particuliere banken (giraal geld) Centrale bank (Bankbiljetten) Rijk (munten) Aanwezig geld dient als dekking (dat is geen functie van geld) Niet geldscheppers * Gezinnen * Bedrijven * Gemeenten * provincies Primaire (M1) liquiditeiten Secundaire liquiditeiten Chartaal geld Vreemde val. Giraal geld Spaargeld Binnenlandse liquiditeitenmassa (M3) Geld is hier ruilmiddel en hoort daarom wel tot M1

Aandelen Obligaties Eigendomsbewijs Schuldbewijs Dividend = winstuitkering Rente uitkering Risico houdend Risicomijdend

Verkeersvergelijking van Fisher getallenvoorbeeld M x V = P x T M = geldhoeveelheid (€ 200 miljard) V = omloopsnelheid van geld (4) (hangt af van economische situatie en de mate van oppotten en ontpotten) P = prijsniveau T = aantal transacties (reëel nationaal product) P x T = nominaal nationaal product (inkomen) = € 800 miljard) Als M stijgt naar 220  stijgt (P x T) 4 x 220 = 880 Maar stijgt dan P of stijgt dan T of stijgen zij allebei Bij een maximale bezetting van de productiecapaciteit kan T niet meer stijgen. Gevolg is dan dat P stijgt  bestedingsinflatie 𝑁𝐿𝑄= 𝑀3 𝑌 x 100% = 𝑁𝐿𝑄= 200 800 x 100% = 25%

In alle sectoren is de productiecapaciteit bezet M3 P Overbesteding In alle sectoren is de productiecapaciteit bezet M3 P Rente In sommige sectoren is de productiecapaciteit al bezet, in andere niet M3 P en T Dekkings-percentage M3 T In geen enkele sector is de productiecapaciteit bezet M3 Onderbesteding

Grafische voorstelling van het monetaire beleid Verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid Prijs Een stijging van M doet de vraag naar goederen toenemen Bij elke prijs wordt er dan meer gevraagd Prijs Maar stijgt de productie dan ook altijd Q1 Q2 Gevraagde hoeveelheid

Grafische voorstelling van het monetaire beleid Kan de productie altijd aan de vraag voldoen? Prijs OA – alle sectoren hebben productiecapaciteit over. AB – in steeds meer sectoren begint de productiecapaciteit bereikt te worden Groter dan B – alle sectoren hebben hun productiecapaciteit bereikt O A B Geproduceerde hoeveelheid